CZW20120014

Beroepsprestatie 2.7 Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking Veel zorgvragers hebben temakenmet verlies van vaardigheden of zelfredzaamheid. Daarnaast kunnen zorgvragers door hun ziekte, aandoening of de aard van de behandeling pijn hebben. In deze beroepsprestatie leer je daar adequaat mee om te gaan. Bij opdracht B . neem je een pijnanamnese af. Maak daarbij gebruik van een instrument in je BPV. Als dat niet voorhanden is, kun je ook gebruik maken van formulieren die op de onderstaande site staan: http://www.ikz.nl/bibliotheek/index.php?id=2839. Opdracht C . gaat over verliesverwerking. Kies hiervoor twee zorgvragers diemet verlies temaken hebben. Bijvoorbeeld een zorgvrager die alleen nog onder begeleidingmag lopen, een zorgvrager met een wond die niet wil genezen, een peuter die een zusje heeft gekregen en de aandacht vanmoeder moet delen of een zorgvrager die een terugval heeft in de (psychische) gezondheid. Voordat je gaat begeleidenmaak je hiervoor een plan. Toon in je plan aan dat je je richt op de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager. Betrek zo nodig ook de omgeving van de zorgvrager erbij. Toelichting op Fase 3 Hieronder staan allerlei gegevens en tips voor het uitvoeren van de beroepsprestaties in fase 3. Beroepsprestatie 3.1 Verdiepen in de branche Opdracht B . Deze beroepsprestatie gaat specifiek over de branche waarin jij werkzaam bent. In deze beroepsprestatie is voor alle branches vakdeskundigheid belangrijk. Bij de start van deze fase verdiep jij je in de specifieke stoornissen en beperkingen en functioneringsproblemen van de zorgvragers. Deze kennis is een voorwaarde voor goede, afgestemde zorg en heb je nodig om zorgplannen op te stellen. Voor de specifieke opdracht van deze beroepsprestatie kies je vijf zorgvragers met verschillende problematiek. Overlegmet je begeleider over de keuze voor de zorgvragers. Bij je keuze is er sprake vanmiddencomplexe zorg. Dit houdt in dat er bij iedere zorgvrager sprake is van een ‘relatief complex’ ziektebeeld of meerdere ziektebeelden. De zorgsituatie is daardoor niet altijd voorspelbaar. Ook zijn er vaak meerdere disciplines bij de zorgvrager betrokken, waardoor afstemming van de zorg van belang is. Jemaakt een zorg, zorgleef- en/of begeleidingsplan volgens de richtlijnen van de afdeling en combineert dat met demethode die je in de opleiding geleerd hebt. Indien van toepassing hanteer je de regels voor het toepassen vanmiddelen enmaatregelen. Je onderhoudt contactenmet naasten enmantelzorgers. Je overlegt met andere disciplines. Bij voorkeur verleen je de zorg van opname tot overplaatsing, overlijden of ontslag. Indien van toepassing zorg je dat bij thuiskomst de zorgvrager zelf in staat is om de benodigde zorg te continueren. Als de zorgvragers in jouw BPV langdurig in zorg blijven,

69

KOMPAS

Made with