PanPost nummer 1 maart 2018

Club Pan-European Nederland | nummer 1 | maart 2018

TECHNIEK: MOTOROLIE, deel 2

(Artikel beschikbaar gesteld door Transalpclub Nederland)

In deel I (zie PanPost 2016 nr. 3) is uitlegd wat motorolie nu eigenlijk is, wat het doet, viscositeitindex & viscositeit en welke soorten olie je hebt. In dit deel deel 2 doe ik een poging om de betekenis van de verschillende codes op de olieflacons te verhelderen en het verschil in motorolie voor auto’s en motorfietsen uit te leggen. Daarnaast zal ik ook nog kort stil staan bij het spook van Sludge.

De classificatie van motorolie Als je op de verpakking van motor- olie kijkt dan zie je allerlei codes staan die voor de leek een soort geheim taal zijn. Bijvoorbeeld: ‘API SL-CF, ACEA A3/B3, JASO T903 MA’. Inmiddels bestaan er 4 internatio- nale verschillende classificatiety- pen die de kwaliteit van motorolie uitdrukken zoals: 1. API: classificatie van de Ame- rican Petroleum Institute; 2. Jaso: classificatie van Japanse motorfietsfabrikanten; 3. CCMC classificatie (Commit- tee of Common Market automo- bile Constructors). Deze classificatie is in 1997 vervangen door de ACEA; 4. MIL-spec. classificatie (Military Specification). De API classificatie CF en de ACEA classificatie B3 in het voorbeeld hier boven zijn classificaties voor dieselmotoren. Classificaties voor dieselmotoren en de classificatie typen genoemd onder punt 3 en 4 worden verder in dit artikel niet behandeld. De API kwaliteits-classificaties voor benzine motoren lopen op van SA tot en met SM. De classificaties SA tot en met SE zijn voor dit artikel niet interessant omdat deze oliën in de reguliere handel niet meer

te koop zijn. Vanaf classificatie SF wordt het wat interessanter: · SF: Een olie met verder verbe- terde eigenschappen tegen slij- tage, oxydatie, roestvorming, drab- en lakvormige afzettingen en met verbeterde oxidatiestabili- teit. Voorgeschreven door auto- en motorfabrikanten vanaf 1980 tot 1985. Tot en met deze kwalifi- catie kon motorolie voor auto’s gewoon ook in motorfietsen worden gebruikt; · SG: Olie voor benzinemotoren tot 1990, en geschikt voor motoren met een turbo. Vanaf deze classi- ficatie is er een wezenlijk verschil ontstaan tussen motorolie voor auto’s en motorfietsen omdat er o.a. friction modifiers aan de olie werden toegevoegd om de interne wrijving nog verder te ver- minderen. Nu zijn het precies de friction modifiers die haaks staan op een goede werking van een natte plaatkoppeling zoals in onze clubmotoren. Olie met de classifi- catie SG, die volgens de fabrikant, geschikt zijn voor motorfietsen met een natte plaatkoppeling bevat- ten geen friction modifiers die de werking van de natte plaatkoppe- ling beïnvloeden; · SH: Sterk brandstofbesparend; · SJ tm SM: Olie voor moderne benzinemotoren waarbij het accent sterk op vermindering van de interne wrijving van de motor ligt.

Honda schrijft, voor onze clubmo- toren, voor om motorolie te gebruiken die voldoet aan de API classificatie SE, SF of SG dan wel deze classificatie overtreft en geschikt is voor motorfietsen. De Japanse motorfietsfabrikanten hebben voor de motorolie voor viertaktmotoren de JASO MA en MB norm ingevoerd. De normen houden rekening met de aanwe- zigheid van een meervoudige natte platenkoppeling, een start- motorvrijloop in het carter, veel hogere toerentallen en een ver- snellingsbak die door motorolie wordt gesmeerd. Bovendien wordt er rekening gehouden met hogere werktemperaturen, vooral bij de lucht- en oliegekoelde motoren, een punt dat speelt bij de clubmotor XLV750R. De MA norm is weer onderver- deeld in MA-1 en MA-2. MA-1 is voor gewone motoren zoals onze clubmotoren en MA-2 is voor motoren met veel vermogen. De kwaliteitsaanduiding MA-1 zie je bij bepaalde merken olie ook vermeld worden als; JASO MA of JASO T903 MA. Met de komst van API SG oliën voor automotoren (dat was in 1990) zijn er problemen ontstaan met motorfietsmotoren. Olie met de API classificatie SL in combina-

21

Made with FlippingBook - Online catalogs