006IPTKB0009

Animerende publicatie

N I V E A U 3

I N S T A L L E R E N Opleveren van een installatie in een woning

Uitstroom Eerste monteur elektrotechnische installaties (Crebo 94281) 1

B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

N I V E A U 3 INSTALLEREN

Opleveren van een installatie in een woning

1

Uitstroom Eerste monteur elektrotechnische installaties (Crebo 94281)

B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

69368865 Bestelnummer 006IPTKB0009

© 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstand- koming van deze projecttaak Pieter Geurts, ROC Gilde Opleidingen, Charles Haarman, ROC Twente; Frits Buter, ROC Landstede en Gerard van Oerle, ROC Gilde Opleidingen Ontwikkelteamleider Willem van Dijk Redactie Ton Zuijderduin, Marjo Brok en Willem van Dijk Omslag/ Lay-out Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Studio Blanche Foto's/figuren Foto's: Frits Buter

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .17

STAP 3 UITVOERING EN CONTROLE . . . . . . . . . . . . .25

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .30

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .38

BIJLAGE 2 FORMULIER URENVERANTWOORDING . . . . . .39

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER . . . . . . . . . . . . . . . . .40

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB . . . . . . . . . . . . . .42

BIJLAGE 5 PROJECTTAAKPLANNER . . . . . . . . . . . . . . . .46

BIJLAGE 6 LEERLIJN NEDERLANDS EN MVT . . . . . . . . . .48

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

Inhoud van deze projecttaak De Eerste Monteur Elektrotechnische Installaties werkt in de techniek bij een installatiebedrijf. Ook bij onder- houdsbedrijven kom je de eerste monteur tegen. Het werk vindt hoofdzakelijk plaats in woningen, flats en in de utiliteit, zoals ziekenhuizen, kantoorgebouwen en scholen. In deze projecttaak De projecttaak gaat over het opleveren van de elektri- sche installaties in woningen. De complexiteit van het communiceren, voorbereiden, controle en de nazorg die bij het installeren van een woning hoort, leer je in deze projecttaak. Je hebt te maken met planlijsten, bestek, controle en metingen. De elektrische installatie ga je nu ook zelf opleveren. Je bent het eerste aanspreekpunt voor de monteurs. Bij de aanleg van de elektrische installatie controleer je regelmatig het gemaakte werk. Na deze projecttaak Na deze projecttaak heb je gewerkt aan de volgende competenties: • Samenwerken en overleggen • met de klant • met de opdrachtgever • met collega's • met de werkgever • Plannen en organiseren • activiteitenplan • verzamelen van belangrijke informatie • tijd indelen • voortgang bewaken • plan van aanpak • werkvoorbereiding • Installatiewerkzaamheden begeleiden • begeleiden van monteurs • Op de behoefte en wensen van de klant gericht zijn • luisteren • tussentijds informeren • Kwaliteit leveren • installatiewerk volgens de normen • beproeven

4

• Vakdeskundigheid toepassen • veiligheid • voorschriften • metingen uitvoeren volgens NEN 1010-6 voor de oplevering • Installatie beproeven volgens de NEN 1010-6 • afronden installatiewerkzaamheden • Controle op materialen en middelen • standaard gereedschap • speciaal gereedschap zoals steigers, zware boorhamers e.d. • keuzes maken uit de geschikte, toe te passen materialen • de juiste meetapparatuur gebruiken (profitest, fluke) • Formuleren en rapporteren • mondeling • op standaard bedrijfsformulieren • inspectierapport

Deze competenties gebruik je bij het opleveren van een installatie in een woning.

5

Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (op te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat wat je bij iedere stap moet doen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriëntatie

• Productanalyse • Overzicht producten • Overzicht leren

2. Planning en voorbereiding • Activiteitenplan • Planning 3. Uitvoeren en controle • Een verslag over de uitvoering van het project ‘Het opleveren van een woninginstallatie' • Inspectierapport 4. Oplevering en evaluatie • Mondelinge presentatie of demonstratie • Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview

• Beoordelingsmonitor • Urenverantwoording

Je krijgt les of informatie over: • Opzoeken van gegevens • Een activiteitenplan maken • Een verslag maken • Hoe je met deze projecttaak moet werken

PORTFOLIO In deze projecttaak volgt de leerling de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde nemen. De producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio. Na elke stap moet de leerling zijn beoordelingsmonitor laten bijwerken door de begeleider(s). Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar het Basisdocument Eerste monteur Elektrotechnische Installaties. Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. Gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

6

UITVOEREN PROJECTTAAK Deze projecttaak wordt bij het bedrijf gerealiseerd in een reële werksituatie. Voor de theorie kan er een beroep gedaan worden op een regionaal opleidingscentrum (ROC). De leerling kan deze kennis opdoen tijdens workshops, lessen, excursies etc.

PRAKTIJK Deze projecttaak richt zich op:

• Controle van elektrotechnisch installatiewerk • Metingen aan elektrotechnische installaties • De installatie beproeven met de profitester of de fluke 1653 • spanningsmetingen • isolatieweerstandmetingen • circuit impedantiemetingen • weerstandmetingen aan vereffeningsleidingen • aardverspreidingsweerstandmetingen en berekeningen • de aardlekschakelaartest • draaiveldrichtingmetingen • het invoeren van meetgegevens in de PSI geheugenmodule • Controle van de werkzaamheden • Controle van de aangesloten data- of videofooninstallatie • Begeleiden van monteurs

THEORIE Vakleer Tijdens de theoretische ondersteuning van deze projecttaak dient aandacht geschonken te worden aan: • Elektrotechniek: driefasen installaties,verdeelkasten, leidingberekeningen, kortsluitvermogen, transformatoren. Theoretische ondersteuning van beveiligen. • Elektrische installatie: groepenverdeling, eigenschappen van beveiligingen. • Eenvoudige calculatie maken. • Voorschriften: NEN 1010, NPR 5310, NEN2768 enz. • Inspectierapport. • Tekenen: tekening lezen van installaties. • Meten: meetmethodes bij elektrische installaties in een woning. • berekeningen aardverspreidingsweerstand.

• Isolatieweerstand. • circuitimpedantie . • Veiligheid en milieuproblematiek.

Nederlands Bij Nederlands maken wij gebruik van de drieslagmethode: 1. Werken met communicatiemodel zie het Basisdocument. 2. In te leveren resultaten beoordelen op basis van Raamwerk Nederlands. 3. Signalering van taalproblemen. Lessuggesties: • Lezen: lesstof, vakinformatie, gebruiksaanwijzingen en handboeken. • Luisteren: uitleg lesstof, instructies, presentaties, overleg samenvatten. • Spreken: samenvatten, uitleg geven, presenteren, mondelinge berichtgeving.

• Gesprekken voeren: het interview, het functionerings- en beoordelingsgesprek, het POP-gesprek en evaluatiegesprek, werkoverleg, kritiek geven en ontvangen, met argumenten je mening geven. • Schrijven:formuleren, rapporteren en verslagen maken, memo’s, eenvoudige correspondentie, informatie samenvatten en omgaan met formulieren en checklisten. Zie ook de bijlage Leerlijn Nederlands.

7

Moderne vreemde talen (MVT) Uitwerking op basis van het Raamwerk Moderne Vreemde Talen. Zie de eisen voor MVT in het Kwalificatiedossier en het Brondocument Leren, Loopbaan en Burger- schap). • Leesvaardigheid

• Luistervaardigheid • Spreekvaardigheid • Gesprekken voeren • Spreekvaardigheid

Rekenen en Wiskunde Uitwerking op basis van het Raamwerk Rekenen en Wiskunde. Zie de eisen voor Rekenen en Wiskunde in het Kwalificatiedossier en het Brondocument Leren, Loop- baan en Burgerschap • Getallen, hoeveelheden en maten niveau X2 • Ruimte en vorm niveau X2 • Gegevensverwerking, onzekerheid niveau X2 • Verbanden, veranderingen. Niveau X2 Leren, loopbaan en burgerschap (LLB) Uitwerking op basis van het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. In de stappen van de projecttaak komen de werkprocessen van de kerntaken 1, 2 en 4 van LLB als volgt aan de orde: 1. Oriëntatie 1.1. Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 2. Planning en voorbereiding 4.1. Gedraagt zich als een werknemer bij het uitvoeren van werk AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plant met de eerste monteur wat hij gaat leren. • Helpt met praktische vragen. • Verleent ondersteuning bij het kiezen van de leerroute en volgorde van de projecttaken. • Begeleidt de leerling bij zijn competentieontwikkeling. • Plannen van de demonstratie en het criteriumgericht interview. • Voeren van het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • Bepaalt GO/NO-GO bij elke stap. • Boordeling van de projecttaak voldoende of onvoldoende. Praktijkopleider • In deze projecttaak levert de leerling de elektrische installatie op van een woning. Hij begeleidt de monteurs bij de installatie. Hij regelt de oplevering en voert de inspecties uit. • De leerling moet kunnen tekening lezen en milieu- en veiligheidsregels kunnen toepassen. De leerling moet kennis hebben van eenvoudige calculatie, planning, veiligheidseisen en voorschriften Hij kan alle metingen uitvoeren die voor de oplevering van de elektrische installatie van een woning noodzakelijk zijn. Hij levert een elektrische installatie op die gecontroleerd is en gereed is voor gebruik. Praktijkbegeleider • De praktijkbegeleider heeft in de praktijkruimte op school dezelfde rol als de praktijkopleider in het bedrijf. Vakdocenten • Project opstarten. • Vakdocenten geven ondersteunende workshops bij de projecttaken. • Voor de optimale ondersteuning van de studenten adviseren wij de inzet van een multifunctioneel lokaal met daarin de mogelijkheden voor instructie, PC-gebruik, practicum en praktijk.

8

9

STAP

oriëntatie

1 ORIËNTATIE

DOEL VAN DE STAP In deze fase zoek je uit en schrijf je op wat de opdracht inhoudt. Aan het einde van deze projecttaak heb je een huisinstallatie opgeleverd.

Je gaat onderzoeken wat je voor deze projecttaak moet leren. Je gaat werken aan: • De controle van elektrische installaties • Het inspecteren van elektrische installaties • De visuele controle tijdens de uitvoering • De begeleiding van monteurs • Overleggen met de uitvoerder Ook ga je nadenken over wat je moet weten en wat je moet gaan vragen. In deze stap komen verschillende soorten vragen bij je op: • Uitzoekwerk: Wat is de opdracht, wat is het probleem? • Leren: Wat ga ik hier leren, welke competenties ga ik hiermee ontwikkelen? • Vakmatig: Welke prestaties en resultaten (producten) moet ik leveren? • Houding: Hoe verloopt de samenwerking? Hoe werken we als groep of alleen? Aan het einde van stap 1 beoordeelt je begeleider je portfolioproducten. Je krijgt dan een GO of NO-GO voor de volgende stap. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere leerlingen. Bespreek hier ook de uitdagingen en problemen die je tijdens de uitvoering van de projecttaak tegenkomt.

10

Houd vanaf de start van deze projecttaak je urenverantwoording bij op het formulier Urenverantwoording. In stap 4 moet dit formulier inleveren. Dit formulier is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site//Techniek_en_ICT/ niveau_3_cgo/downloads.html.

11

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • Het Basisdocument Eerste Monteur Elektrotechnische Installaties • Theorieboeken: • Elektrotechniek driefaseninstallatie • Elektrische installatietechniek schema's bedrijfsvoering • Nederlandse praktijkrichtlijnen • Calculatietijdnormen • Cadelit lichtinstallaties:voorschriften en tekeninglezen. • NPR 5310 (Nederlandse praktijkrichtlijn) • NEN 5152 (elektrotechnische symbolen) • NEN 2768 (meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie) • NTA 8025 (Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen) • NetCode • Bouwbesluit • Internetsites • www.leren.nl • Opdrachtenboek NEN1010 • Werken met de NEN1010 • Tabellenboek/normen • NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties)

• www.davindi.nl • www.eneco.nl

• www.beroepsrisico.nl • www.consortiumbo.nl • www.nen.nl • http://www.sterkin.nl/installateurs/ erkenningsregelingen.html • www.techniekstad.nl • www.kenteq.nl • www.induteq.nl • www.mag1010.nl • www.groepvts.nl • www.euronorm.net • Diverse catalogi van groothandels in elektrotechnische materialen

12

5

Op te leveren resultaat

De activiteiten en opdrachten die je in deze stap uitvoert, moet je zorgvuldig uitwerken. De uitwerkingen neem je op in je portfolio. • Productanalyse. • Overzicht producten. • Overzicht van wat je gaat leren.

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaak

Werkproces

Nr.

Competenties

Installeert technische installaties

1.1 Voorbereiden installatiewerk- zaamheden

E

Samenwerken en overleggen

Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtin- gen van de ‘klant’ richten

Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken

1.2 LLB

Inventariseert geschikte manie- ren van leren

N Onderzoeken O Creëren en innoveren

& Activiteiten 1.1. Onderzoek

1 Omschrijf de opdracht in je eigen woorden. Denk hierbij aan het volgende: a bronnen b afspraken c Wat weet ik al?

13

Aandachtspunten: a tekening b bestek c planning

d locatie e regels f voorschriften g veiligheid

1.2.

Materialen en producten 1 Maak een lijst van de producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. 2 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 3 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. 4 Geef aan wat je daarbij nodig hebt. Denk hierbij ook aan de volgende zaken: a Opdrachtformulieren b Computer, printer, scanner a Praktijkhandelingen b Theoretische kennis c Communicatieve vaardigheden 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen? 3 Zoek dit eventueel op in: a Het Basisdocument b De beoordelingsmonitor Evalueren en beoordelen • De praktijkopleider/docent controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven. • Hij houdt in de beoordelingsmonitor bij wat wordt beoordeeld. • Je hebt het oriënteren afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. • In stap 2 ga je een activiteitenplan maken en je verder voorbereiden. Leren 1 Wat ga je hier leren?

1.3.

14

KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES • Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak. Nederlands • Lezen niveau B2 • Luisteren niveau B2 • Gesprekken voeren niveau B2

• Spreken niveau B2 • Schrijven niveau B2

MVT (Moderne vreemde talen) • Lezen Engels of Duits niveau A2 Rekenen en wiskunde • Getallen, hoeveelheden en maten niveau X2 • Ruimte en vorm niveau X2 • Gegevensverwerking, onzekerheid niveau X2 • Verbanden, veranderingen niveau X2 Leren, loopbaan en burgerschap

• Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling. • Inventariseert geschikte manieren van leren. • Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren. • Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past. • Maakt gebruik van werknemersrechten.

STUDIEBRONNEN • Het Basisdocument • Theorieboeken • Elektrotechniek

• Elektrische installatietechniek • Nederlandse praktijkrichtlijnen

• Calculatietijdnormen • Cadelit lichtinstallaties

• Opdrachtenboek nen1010 • Werken met de NEN1010 • Tabellenboeken/normen • NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties) • NPR 5310 (Nederlandse praktijkrichtlijn) • NEN 3140 (Bedrijfsvoering van elektrische installaties) • NEN 5152 (elektrotechnische symbolen) • NEN 2768 (meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie) • NEN 1014 (Bliksembeveiliging) • NTA 8025 (Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen) • Bouwbesluit • Internetsites • www.leren.nl

• www.davindi.nl • www.eneco.nl

• www.beroepsrisico.nl • www.consortiumbo.nl • www.nen.nl • http://www.sterkin.nl/installateurs/erkenningsregelingen.html • www.techniekstad.nl

• www.kenteq.nl • www.induteq.nl • www.dte.nl • www.mag1010.nl • www.groepvts.nl • www.euronorm.net

15

TE BEHANDELEN LESSTOF Vakleer Nederlands • Lezen: Instructies en studiebronnen lezen. • Spreken: gegevens presenteren. • Schrijven: een verslag maken. Moderne vreemde talen • Handleidingen lezen in Engels of Duits. Rekenen en wiskunde • Luisteren: Instructies, mondelinge en audiovisuele informatie. • Gesprekken voeren: overleg, vraaggesprek, reflectiegesprek.

• Niet van toepassing in deze stap. Leren, loopbaan en burgerschap • Kennis van verschillende manieren van leren. • Kent manieren om informatie te ordenen en verbanden te leggen. • Vuistregels voor het maken van keuzen daaruit (wat is waarvoor geschikt?). • Leren van anderen, leren met anderen, leren door ervaring. • Kennis en kunde van het samenstellen van een SMART-ontwikkelplan. • Kennis van bronnen en van informatie over waarden en persoonlijke kwaliteiten: beroepeninformatie, beroepsbeoefenaren, personeelsadvertenties. • Vaardigheden om informatie te verzamelen. • Methoden en technieken voor het onderhouden en benutten van netwerkrelaties. • Kennis van bronnen, organisaties om informatie te vinden of hulp te krijgen bij het vinden van de informatie, zoals vakbonden en vakorganisaties. • Vaardigheden om informatiebronnen te gebruiken. • Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid. • Kennis van procedures zoals die zijn vastgelegd in wettelijke voorschriften, CAO’s en andere relevante contracten en reglementen.

Informatica • MS-Word • MS-Excel • MS-PowerPoint • Internet

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van het begeleidingsgesprek. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Bepaalt GO/NO-GO. • Ingeleverde producten controleren. Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Planning in het bedrijf. • Begeleiding bij deze taak. Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC Vakdocenten: alle docenten • Instructielessen/workshops verzorgen. Zie bij ‘behandelen van de lesstof’.

16

STAP

2 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP Voorbereiding op de uitvoering van de werkzaamheden: • het opstellen van een activiteitenlijst

• het maken van een planning • het maken van afspraken.

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De antwoorden van de stap Oriëntatie ga je gebruiken om een activiteitenplan te maken. Je zet de opdracht om in een planning. Hierin geef je aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en hoeveel tijd je daarvoor nodig denk te hebben. Het moet duidelijk zijn aan welke producten en aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?

lanning en voorbereiding

17

5

Op te leveren resultaat

Op te leveren resultaat • Activiteitenplan. • Planning.

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • Het Basisdocument • Theorieboeken • Elektrotechniek

• Elektrische installatietechniek • Nederlandse praktijkrichtlijnen

• Calculatietijdnormen • Cadelit lichtinstallaties

• Opdrachtenboek nen1010 • Werken met de NEN1010 • Tabellenboek/normen • NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties)

• NPR 5310 (Nederlandse praktijkrichtlijn) • NEN 5152 (elektrotechnische symbolen) • NEN 2768 (meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie) • NTA 8025 (Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen) • Bouwbesluit • www.leren.nl • www.davindi.nl • www.eneco.nl • www.beroepsrisico.nl • www.consortiumbo.nl; activiteitenplanning • www.nen.nl • http://www.sterkin.nl/installateurs/ erkenningsregelingen.html • www.techniekstad.nl • www.kenteq.nl

• Internetsites:

18

• www.induteq.nl • www.dte.nl • www.mag1010.nl • www.groepvts.nl • www.euronorm.net

• Diverse catalogi van groothandels in elektrotechnische materialen

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaak

Werkproces

Nr.

Competenties

Functioneert als werknemer in een arbeids- organisatie

4.1 LLB

Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk

F

Ethisch en integer handelen

P

Leren

S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met veranderingen en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan

& Activiteiten 2.1.

Maken van het activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende onderdelen:

• Voorblad • Opdracht • Op te leveren resultaat • Activiteitenplan • Aanwezige kennis en vaardigheden

• Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Faciliteiten: computers, apparatuur enz. • Afspraken en begeleiding • Bijlagen activiteitenplan (voer de planning bij voorkeur in Excel uit) • Werkvoorbereiding 2 In het activiteitenplan geef je ook aan wat je bij de on- derdelen gaat invullen. 3 Vul de onderdelen in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Controleer met de checklist of je niets hebt vergeten. 5 Bespreek het concept met je trajectbegeleider, voor- dat je het definitieve plan inlevert.

19

2.2.

Voorbereiding In deze activiteit voer je de voorbereiding uit. In het activiteitenplan heb je deze hoofdstukken ingevuld: • Activiteiten • Aanwezige kennis • Te ontwikkelen kennis Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen. Evalueren en beoordelen De opdrachtgever, praktijkopleider of docent controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan?

20

KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES • Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak. • Zie voor de onderdelen Nederlands, Moderne Vreemde Talen, Rekenen en Wiskunde en Leren, Loopbaan en Burgerschap de eisen die vermeld staan in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3.

STUDIEBRONNEN • Het Basisdocument • Theorieboeken • Elektrotechniek

• Elektrische installatietechniek • Nederlandse praktijkrichtlijnen • Calculatietijdnormen • Cadelit lichtinstallaties • Opdrachtenboek nen1010 • Werken met de NEN1010

• Tabellenboek/normen • NEN 1010 hst. 4 en 6 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties)

• NPR 5310 (Nederlandse praktijkrichtlijn} • NEN 5152 (elektrotechnische symbolen) • NEN 2768 (meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie) • NTA 8025 (Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen) • Internetsites • www.leren.nl

• www.davindi.nl • www.eneco.nl

• www.beroepsrisico.nl • www.consortiumbo.nl • www.nen.nl • http://www.sterkin.nl/installateurs/erkenningsregelingen.html • www.techniekstad.nl

• www.kenteq.nl • www.induteq.nl • www.dte.nl • www.mag1010.nl • www.groepvts.nl • www.euronorm.net

21

TE BEHANDELEN LESSTOF Praktijk • Werken met meetapparatuur • Controlewerkzaamheden • Instructie over de profitest of fluke-installatietester

Theorie Vakleer • Voorschriften NEN 1010 • Planning maken

• Begroten (eenvoudig) • Veiligheid en milieu • Tekening lezen: installatietekening, installatieschema • Installatietechniek: beveiligingen, calculeren, meet- en regeltechniek Nederlands • Leren hoe de formulieren worden ingevuld. • Invullen van bestelformulieren en werkbonnen. Moderne vreemde talen • Lezen van handleidingen in het Engels of Duits. Rekenen en wiskunde • Uitwerking op basis van het Raamwerk Rekenen en Wiskunde. Leren, loopbaan en burgerschap • Vastleggen van leerdoelen en afstemmen op de lesstof en lessen. • Communiceren met betrokkenen over planning en uitvoering. • Gespreksvormen. Informatica

• Invullen formulieren op computer. • Hoe kun je een planning maken?

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: BOL en BBL (projecttaak- en studie-/loopbaanbegeleider) • Plannen van het beoordelingsmoment. • Bespreken van het activiteitenplan met de leerling. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor deze projecttaak. • Bepaalt GO/NO-GO. Praktijkbegeleider/ praktijkopleider • Activiteitenplan bespreken. • Organisatie van het bedrijf en begeleiding bij deze taak. Vakdocenten • De vakdocenten overleggen met de praktijkopleider over de benodigde ondersteuning. • De vakdocenten geven ondersteunende workshops bij de projecttaak. • De docent LLB zorgt voor de benodigde ondersteuning bij het aanleren van de LLB-competenties.

22

ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site//Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html) 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever 2. Op te leveren resultaat 3. Activiteitenplan

Activiteit

Wie

Startdatum Einddatum

4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden

Kennis/vaardigheid Wie

Informatiebron(nen) Activiteit

Competenties

6. Faciliteiten 7. Controle en evalueren van het project 8. Afspraken en begeleiding 9. BIJLAGEN activiteitenplan - Planning in Excel - Lijst met in te leveren beroepsproducten - Werktekeningen

CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html Is het voorblad compleet? F Bevat het de tekst: 'Activiteitenplan'? F Bevat het de naam van de projecttaak? F Bevat het naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever? F Bevat het de plaats en datum gereedkomen van het Activiteitenplan? F Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)? F Bevat het de naam van de auteurs van het Activiteitenplan? Lay-out F Is een inhoudsopgave met paginanummers en bladzijden aanwezig? F Zijn de hoofdstukken genummerd? F Zijn de paginanummers op bladzijden aanwezig? F Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven? Taalgebruik F Is het activiteitenplan goed te begrijpen? F Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij? F Worden niet te lange zinnen gebruikt? De opdracht F Heeft het project een duidelijke, liefst originele, pakkende naam? F Is de opdracht duidelijk omschreven? F Is de opdracht een gevolg van de doelstelling of probleemstelling? F Is exact duidelijk wat het eindproduct van het project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld?) F Is duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is? F Is duidelijk wie de opdrachtgever (persoon) is? F Is duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is? F Is duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is? F Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten F Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten? F Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd? F Zijn er geen activiteiten vergeten? F Zijn de activiteiten gegroepeerd? F Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde 'orde van grootte'? F Is het Activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen? F Is de afhandeling van het project niet vergeten? De producten F Zijn voldoende producten gedefinieerd? F Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd? F Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd? F Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten? F Is het eindproduct niet vergeten? De planning F Klopt de planning met de activiteiten? F Is de planning realistisch?

STAP

uitvoering

3 UITVOERING EN CONTROLE

DOEL VAN DE STAP Het doel van deze stap is het uitvoeren van de opdrachten uit stap 2. Je gaat nu het verslag maken aan de hand van de interviews die je gehouden hebt op het bedrijf waar je werkt. Daarna controleer je het eigen werk. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen.

Het liefst begin je direct aan de projecttaak. Maar het moet duidelijk zijn, dat goed werk niet zonder een goede voorbereiding kan. Onderdelen van een goede voorbereiding zijn: • de theorie leren die nodig is om de projecttaak goed uit te kunnen voeren. • ervoor zorgen dat je de vaardigheden goed beheerst. • een werkvoorbereiding maken. Natuurlijk kijk je ook naar de beste werkvolgorde. Aan het einde bekijk je het eigen product en controleer je het heel kritisch. Hierbij moet jij evaluerende vragen kunnen beantwoorden over het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen? • Welke procedures heb je gebruikt? Na de controle overleg je met de opdrachtgever hoe je de installatie gaat opleveren. In de tabel bij deze stap kun je vinden aan welke werkprocessen en competenties je gaat werken.

25

Bronnen • Zie bronnen uit vorige stappen • Basisdocument • Het activiteitenplan (stap 2) van deze projecttaak

5

Op te leveren resultaat

• Verslag. • Checklist controle.

26

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaak

Werkproces

Nr.

Competenties

Installeert tech- nische installa- ties

1.3 Demonteren van componenten en leidingen

K Vakdeskundigheid toepassen

1.7 Beproeven van installatie

K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren

& Activiteiten 3.1. Verslag

Bij deze stap hoort maar één hoofdactiviteit, namelijk het uitvoeren van de projecttaak. Gebruik je activiteitenplan als basis. 1 Maak een verslag over de uitvoering van het project: Het installeren van een elektrische installatie in een woning. 2 Geef ook aan op welke manier de communicatie met de opdrachtgever en collega's is verlopen. 3 Denk aan het volgende: • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Overleg met opdrachtgever en collega's • Kwaliteit • Controle van het gemaakte werk • De begeleiding bij het installeren van de woning • Het installeren van speciale apparatuur • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Het meerwerk • Overleg met de klant • Overleg met opdrachtgever en collega’s • Kwaliteit • Metingen aan elektrotechnische installaties • Meetprocedures • Alle meet- en testresultaten van de installatietester • Controle gemaakt werk

• Controlerapporten • Inspectierapporten • Opleveren van de woning • Begeleiden en Aansturing monteur installatietechniek (niveau 2) • Zie verder onder punt 2: Controle

27

3.2.

Controle 1 Beschrijf hoe je de controle uitvoert. Houd daarbij rekening met: • Welke procedures heb je gevolgd? • Welke hulpmiddelen ga je hiervoor gebruiken? 2 Verzamel de controledocumenten. a Hoe heb je de controle van de elektrische installatie uit- gevoerd? b Welke procedures heb je gevolgd? c Welke hulpmiddelen en meetinstrumenten heb je ge- bruikt? d Wat waren de resultaten? e Wat moest je nog aanpassen of wijzigen?

KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES • Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak. • Zie voor de onderdelen Nederlands, Moderne Vreemde Talen, Rekenen en Wiskunde en Leren, Loopbaan en Burgerschap de eisen die vermeld staan in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.

STUDIEBRONNEN • Het Basisdocument • Theorieboeken • Elektrische installatietechniek

• Cadelit lichtinstallaties • Werken met de NEN101 • Tabellenboek/normen • NEN 1010 hst. 4 en 6 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties) • NEN 3140 (Bedrijfsvoering van elektrische installaties) • NEN 2768 (meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie) • NTA 8025 (Periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen) • Het Bouwbesluit

28

• Internetsites • http://www.sterkin.nl/installateurs/erkenningsregelingen.html • www.techniekstad.nl • Diverse catalogi van groothandels in elektrotechnische materialen

TE BEHANDELEN LESSTOF Praktijk • Visuele controles • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Meerwerk • Overleg met de klant

• Overleg met opdrachtgever en collega’s • Metingen aan elektrotechnische installaties • metingen met een installatietester • Begeleiden monteurs Theorie Vakleer • Veiligheid en milieuproblematiek • Bestek • Controleren elektrotechnische installaties • Inspectierapport bespreken Nederlands • Zie de projecttaakplanner • Verslagleggen schriftelijk • Gesprekstechniek Moderne vreemde talen • Lezen van Engelse en/of Duitse handleidingen Rekenen en wiskunde

• Niet van toepassing in deze stap Leren, loopbaan en burgerschap • Technieken voor forward mapping. • Kan methoden en technieken toepassen voor het onderhouden en benutten van netwerkrelaties. • Techniek voor het omgaan met veranderingen. • Technieken voor het ontwikkelen van perspectieven. • Besluitvormingsvaardigheden: stappen, werken met dilemma’s e.d. Informatica • MS Word: opmaaktechnieken voor verslagen AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen van demonstratie en een criteriumgericht interview. • Begeleiden bij de uitvoering van de taak. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Bepaalt GO/NO-GO. • Beoordeling van de projecttaak voldoende of onvoldoende. • Ingeleverde producten controleren. Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • De praktijkopleider begeleidt de eerste monteur bij de uitvoering van de opdracht en is het aanspreekpunt bij vragen en problemen. • Hij houdt tevens contact met de BPV-begeleider over de vorderingen van de projecttaak. De praktijkopleider maakt tijdig een afspraak met de begeleider of BPV-docent om naar de uitvoering van de projecttaak door de leerling te komen kijken. Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • De praktijkopleider begeleidt de eerste monteur bij de uitvoering van de opdracht en is het aanspreekpunt bij vragen en problemen. • Hij houdt tevens contact met de BPV-begeleider over de vorderingen van de projecttaak. De praktijkopleider maakt tijdig een afspraak met de begeleider of BPV-docent om naar de uitvoering van de projecttaak door de leerling te komen kijken. Vakdocenten: alle docenten • Instructielessen/workshops verzorgen. Zie bij ‘behandelen van de lesstof’.

29

STAP

4 OPLEVERING EN EVALUATIE

DOEL VAN DE STAP De leerling: • Laat zien dat hij de juiste werkzaamheden heeft uitgevoerd. • Kan aantonen en verwoorden waarom hij de werkzaamheden op deze manier heeft uitgevoerd. • Krijgt een beoordeling voor:

• Het product • Het resultaat • Het proces • De kerntaken, de werkprocessen en competenties.

oplevering en evaluatie

Je hebt de projecttaak al uitgevoerd. In deze stap ga je het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider/vakdocent) presenteren. Je licht toe hoe je tot dit resultaat bent gekomen. In deze stap gaan jullie samen met de klant of opdrachtgever kijken of je aan zijn wensen en eisen hebt voldaan. Ook ga je evalueren HOE je hebt gefunctioneerd. In de tabel bij deze stap is aangegeven aan welke werkprocessen en competenties je gaat werken. Leerproces Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren wordt een beroep gedaan op je kritische houding en je reflectievaardigheden. Je producten worden beoordeeld. Je moet kritische vragen over de producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Er komen bijvoorbeeld vragen over het eigen leerproces aan bod: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleerde je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Bij wie moet je verantwoording afleggen? • Is de klant tevreden?

30

Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod. • Welke competenties heb je ontwikkeld • Hoe heb je deze competenties ontwikkeld? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

Evaluatie Deze evaluatie wordt vastgelegd in een

evaluatieformulier. Dit wordt met de begeleider besproken en beoordeeld op het moment dat jij tevreden bent. Tijdens dit gesprek wordt er een koppeling gemaakt met het POP-gesprek, waarin mogelijke aandachtspunten voor de uitvoering van de volgende projecttaak worden vastgelegd. De projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent vullen de beoordelingsmonitor in en beoordelen of de projecttaak voldoende is. Daarna volgt een criteriumgericht interview. Tenslotte moet je nog je urenverantwoordingsformulier invullen en laten ondertekenen. BRONNEN Hieronder staan verschillende studiebronnen en informatiebronnen die gebruikt kunnen worden. • Beoordelingsmonitor (is digitaal beschikbaar op de bestelsite van www.consortiumbo.nl) • Basisdocument projecttaken (zie hoofdstuk Beoordelen) • Evaluatieformulier(en) • Urenverantwoordingsformulier (bijlage 2) • Formulieren beschikbaar via: www.consortiumbo.nl/site//Techniek_en_ICT/ niveau_3_cgo/downloads.html

31

5

Op te leveren resultaat

• Mondelinge presentatie of demonstratie. • Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview. • Evaluatieformulier. • Beoordelingsmonitor. • Urenverantwoording project.

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaak

Werkproces

Nr.

Competenties

Installeert technische installaties

1.10 Afronden

J

Formuleren en rapporteren

installatiewerkzaamheden

L

Materialen en middelen inzetten

R Op de behoeften en

verwachtingen van de ‘klant’ richten

& Activiteiten 4.1.

Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Je hebt alle bewijsstukken verzameld in je portfolio. 2 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmoni- tor. 3 Je moet kunnen aantonen dat je de projecttaak goed hebt uitgevoerd.

4.2.

Urenverantwoording Je houdt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bij. 1 Vul het formulier volledig in. 2 Lever het formulier in stap 4 in.

4.3.

Demonstratie of presentatie 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie of presentatie uit.

32

4.4.

Het criteriumgericht interview 1 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 2 Voer dit beoordelingsgesprek met je begeleider. Evalueren Je gaat met je praktijkopleider/BPV-docent/vakdocent terugkijken op: • Hoe je hebt gewerkt. • Hoe je met de materialen bent omgegaan. • Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. • Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. • Plan dit gesprek.

4.5.

33

TOELICHTING BIJ STAP 4 Tijdens de laatste stap gaan we beoordelen en evalueren. We gaan terugkijken HOE de leerling het werk heeft gedaan en WAT hij heeft gedaan. Ze gaan het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider / vakdocent) presenteren. De leerling laat zien wat hij gedaan heeft. Verder geef hij aan HOE hij tot dit resultaat is gekomen.

Vragen over het eigen leerproces komen aan bod. • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden? • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen? Deze evaluatie wordt vastgelegd in het Portfolio van de leerling.

De presentatie van WAT hij gedaan heeft, kan apart van een presentatie HOE hij het gedaan heeft. Een samenvatting van dit gesprek wordt vastgelegd in het Portfolio. De leerling legt tevens vast welke competenties hij moet ontwikkelen in de volgende projecttaak. Tenslotte moet het urenverantwoordingsformulier nog ondertekend worden. KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES • Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak. • Zie voor de onderdelen Nederlands, Moderne Vreemde Talen, Rekenen en Wiskunde en Leren, Loopbaan en Burgerschap de eisen die vermeld staan in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.

STUDIEBRONNEN • Het Basisdocument

TE BEHANDELEN LESSTOF Praktijk • Inspectierapporten invullen. • Controleformulieren invullen. THEORIE Vakleer • Zie de vorige stap. Nederlands • Presenteren • Verslaggeving: reflectieverslag • Gesprekken voeren: beoordelingsgesprek Moderne vreemde talen

• Niet van toepassing Rekenen en wiskunde • Niet van toepassing

34

Leren, loopbaan en burgerschap • Kennis van een aantal instrumenten en informatiebronnen voor het verwerven van informatie over eigen kwaliteiten, wensen en waarden. • Kennis van methoden en technieken voor het aangaan, onderhouden en benutten van netwerkrelaties. • Beheersen van technieken voor de confrontatie van eigen opvattingen met die van anderen. • Vaardigheden om te denken over een toekomst, identiteit, drijfveren en motieven, stijlen van leven, leren en werken. • Kennis van hulpmiddelen daarbij. • Kennis van bronnen en van informatie over waarden en persoonlijke kwaliteiten: beroepeninformatie, beroepsbeoefenaren, personeelsadvertenties. • Vaardigheden om informatie te verzamelen. • Kent en beheerst methoden en technieken toe voor het onderhouden en benutten van netwerkrelaties. • Analysetechnieken / schema’s om informatie te ordenen, zodat er conclusies getrokken kunnen worden. • Presenteren van zichzelf door middel van bijvoorbeeld weblog, portfolio’s en Curriculum Vitae. • Kan methoden en technieken toepassen voor het onderhouden en benutten van netwerkrelaties. • Techniek voor het omgaan met veranderingen. • Technieken voor het ontwikkelen van perspectieven. Informatica • MS PowerPoint

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen van de demonstratie en een criteriumgericht interview. • Voeren van het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • Bepaalt GO/NO-GO. • Boordeling van de projecttaak voldoende of onvoldoende. • Ingeleverde producten controleren. • Controleert portfolio. Praktijkopleider/ Praktijkbegeleider • Beoordelen van de uitvoering en controle van de projecttaak.

TOELICHTING BIJ DE BEOORDELING Tijdens de opleiding ontwikkelt de leerling zijn competenties. Daarin moet wel vooruitgang te zien zijn. De competenties moeten uiteindelijk voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding. In het kwalificatiedossier staan deze vermeld. De leerling krijgt een beoordeling voor de beheersing van de competenties. In de beoordelingsmonitor staat aangegeven op welke onderdelen de competenties beoordeeld gaan worden. Er vindt beoordeling plaats op: • Product • Competent gedrag De projecttaken worden in opklimmende moeilijkheid uitgevoerd.

Beoordelaars kunnen zijn: • De vakdocenten • De projectbegeleider • Leden van de projectgroep

• Externe deskundigen • De praktijkopleider • De praktijkbegeleider

35

De beoordelingsmonitor Bij elke projecttaak hoort een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroepspro- duct gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties. Deze staan per werkproces in de beoordelingsmonitor aangegeven. De Excel-versie van deze monitor is te down- loaden via de site: www.consortiumbo.nl. In de beoordelingsmonitor staat bij elk beroepsproduct aangegeven: • De werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2)) • De beoordelingsvorm • De beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen en later ook de praktijkbegeleider) Beoordelingsinstrumenten Er zijn verschillende methodes om de leerling te beoordelen. Dit worden beoordelingsinstrumenten genoemd. In de beoordelingsmonitoren wordt gebruik gemaakt van de volgende 9 beoordelingsin- strumenten: 1. De beoordeling ingeleverde producten (P) 2. De kennistoets (k) 3. Het evaluatiegesprek (E) 4. Het beroepstaakdossier (BD) 5. De vaardigheidstoets (v) 6. Het criteriumgericht interview (ci) 7. De presentatie: presentatie (p) en eindpresentatie (ep) 8. De 360 graden feedback (F) 9. Het functioneringsgesprek (FG) DAG-score Bij elke stap van de projecttaak worden de werkprocessen met bijbehorende competenties en presta- tie-indicatoren benoemd. Er wordt er ook een beoordeling van competent gedrag en beroepshouding gegeven. • Welk competent gedrag is getoond tijdens de uitvoering van de projecttaak? • Hoe was de beroepshouding volgens de competenties met de bijbehorende prestatie-indicatoren? D Deels/niet aangetoond competent gedrag De leerling werkt onvoldoende volgens de prestatie-indicator en/of is niet voldoende actief en/ of zet te weinig kennis en vaardigheden in. A Aangetoond competent gedrag De leerling werkt volgens de prestatie-indicator, is actief en zet de benodigde kennis en vaardig- heden in. G Goed aangetoond competent gedrag De leerling werkt beter dan de prestatie-indicator vraagt, is daarbij proactief en zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in. In de kolom ‘resultaat D-A-G’ kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom ‘Opmerkingen’ kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een leer- ling. Alleen heel opvallend gedrag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerling aangeven of deze de projecttaak in com- plexiteit A, B, C of D gaat uitvoeren. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing, begeleiding en mee- gegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. In de beoordelingsmonitor staat complexiteit van de projecttaak aangegeven met: A –B –C –D In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D opdrachten. Beroepshouding en gedrag staan in de beoordelingsmonitor aangegeven met de DAG-score

36

Moeilijkheidsgraad (complexiteit)

Welke begeleiding krijg je?

In welke situatie moet je de opdracht uitvoeren? Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke situatie. Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke werksituatie. Standaard De taak bestaat uit verschillende werk- zaamheden die je in een normale werk- situatie uitvoert. Complex De werksituatie is niet meer zo overzichtelijk. Je begeleider is niet altijd bij jou in de buurt. Je zult zelfstan- dig naar oplossingen moeten zoeken.

Moment van uitvoering

A

1e half jaar

(Be)geleid Je krijgt zoveel mogelijk leiding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Begeleid Je krijgt begeleiding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Je be- geleider is in de buurt. Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelfstandig de taak uit. Je kunt bij problemen

B

2e half jaar

C

Als beginnend beroepsbeoefenaar.

je begeleider raadplegen.

D

Zelfstandig Je voert de taak

zelfstandig uit. Vaak krijg je pas aan het einde ervan de controle van je begeleider.

37

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

Eerste monteur elektrotechnische installaties Monitor

Opleveren van een installatie in een woning crebo [94281]

Stap 1 Oriëntatie Stap 2 Planning en voorbereiding

Stap 3 Uitvoering

Stap 4 Oplevering en evaluatie

Beoordelingsmonitor IND CI v/p X

Bijgewerkt portfolio IND E v(e) Urenverantwoording IND P pra X

Verslag met foto's IND P pra X

Planning IND F pra X

Activiteitenplan IND F v/p X

Checklist controle IND P pra X

werkvorm Productanalyse G F v(e) Overzicht producten en gereedschappen G F v(e) Overzicht leren IND F pra X beoordelingsvorm beoordelaars

Product

BPV

Leerling: Beoordeling A B C D

go/no go

Kerntaak LLB

4

1

1

1

1

Kerntaak

werk.

uitvoeren van het

werknemer bij het

den 4.1 Gedraagt zich als

van leren 1.1 Voorbereiden installatiewerkzaamhe

1.2 Inventariseert geschikte manieren

den

1.10 Afronden installatiewerkzaamhe

kabels/leidingen 1.7 Beproeven van

componenten en

1.3 werkproces Demonteren van

installatie

Werkproces

K S Kwaliteit leveren

Code N Onderzoeken O Creëren en innoveren Durft voor te stellen de leeractiviteiten op een andere manier dan gebruikelijk, uit te voeren. Bespreekt werkopdracht met leidinggevende om problemen te voorkomen.Stemt de aanpak van werken af met leidinggevende en/of andere betrokkenen. E Q Plannen en organiseren Zorgt ervoor dat de juiste informatie, voldoende materialen, gereedschappen en materieel aanwezig is. Overtuigt zich ervan dat de werkomgeving veilig is. Overlegt en informeert de klant over de uit te voeren werkzaamheden . Voorkomt dat er misverstanden ontstaan over het werk. Verzamelt, overzichtelijk, informatie over de verschillende (nieuwe) manieren van leren.

P R Overlegt met de klant over het geleverde werk. Informeert de klant over de bediening en het gebruik van de geleverde installatie. L Materialen en middelen inzetten Voert afval op een milieuvriendelijke manier af en laat een opgeruimde en schone werkplek achter.Ruimt gereedschap netjes op. Kwaliteit leveren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Test de installatie systematisch ter voorkoming van tekortkomingen en storingen. Vakdeskundigheid toepassen Omgaan met verandering en aanpassen V Instructies en procedures opvolgen Met druk en tegenslag omgaan L Materialen en middelen inzetten S J K Vult alle vereiste formulieren en werkbonnen volledig in. Rapporteert klachten, incidenten en verbetervoorstellen. T U Op de behoeften en verwachtingen van de R F Ethisch en integer

Competenties Is in staat gedrag en functioneren aan te passen aan de hand van feedback. Leren handelen Is op de hoogte van algemeen aanvaarde normen en waarden en kan en durft deze bij overschrijding te benoemen. Samenwerken en overleggen Voert het werk uit conform de kwaliteits- en productiviteitseisen van de organisatie. Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten

"klant" richten

Stelt de bestaande installatie op de juiste manier buiten bedrijf. Demonteert schakelapparatuur en leidingen zonder de installatie te beschadigen. Kent de regels en procedures van het bedrijf en voert deze uit. Kan onder druk productief werken, maar is in staat bij bedrijfsbelangen en persoonlijke belangen hierbij grenzen aan te geven.

Beproeft de elektrische installatie volgens de geldende normen, arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. Zorgt voor efficiënt en goed gebruik van materialen, meetinstrumenten en gereedschappen die nodig zijn voor het beproeven van de installatie.

Houdt zich op de hoogte van veranderingen in de organisatie en kan zich hierbij zo nodig aanpassen.

verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator

Prestatie-indicator of

leerling

praktijkopleider

docent

score D - A - G

Complexiteit

Opmerkingen

38

Made with