14ZW3SCWFB2

Sociaal cultureelwerker - Serie 2014 14ZW3SCWFB2

2 Sociaal-cultureel werker Niveau 4 Fase

Serie 2014 Crebonummers 91370

Sociaal-cultureel werker

Niveau 4

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg & Welzijn (kwalificatiedossiers 2011, 2012, 2013 of 2014)

Fase 2 Crebonummers 91370

artikelnummer: 14ZW3SCWFB2

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn I. Rabelink

Ontwikkelteam Sociaal-cultureel werker A. Mulder (ontwikkelteamleider) J. Jaspers

Eindredactie A. Brink M. Brok

Ontwerp/DTP H. Aalbersberg R. Bokma appeltje-n grafische ontwerpen

© 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Verantwoording Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.

www.consortiumbo.nl

Inhoud

Beroepsprestatie 2.1 Mensen support bieden (2014-scw-bp 2.1)

4

Beroepsprestatie 2.2

10

Professionals inzetten (2014-scw-bp 2.2)

Beroepsprestatie 2.3 Netwerken en samenwerken (2014-scw-bp 2.3) Beroepsprestatie 2.4 Signalen naar beleid vertalen (2014-scw-bp 2.4)

18

26

Beroepsprestatie 2.5

34

Kwaliteit leveren (2014-scw-bp 2.5)

Voortgangsgesprek

42

(2014-scw-vg)

* Daar waar de hij-vorm staat, wordt ook de zij-vorm bedoeld of omgekeerd. * Waar deelnemer staat, kan ook worden gelezen: cliënt, bezoeker, ...

Beroepsprestatie 2.1 Mensen support bieden (2014-scw-bp 2.1)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

2.1 Biedt ondersteuning

C Begeleiden

E Samenwerken en overleggen

F Ethisch en integer handelen

H Overtuigen en beïnvloeden

K Vakdeskundigheid toepassen

U Omgaan met veranderingen en aanpassen

4

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De sociaal-cultureel werker ondersteunt doelgroepen bij het bereiken van hun doelen. Hij spreekt met individuele cliënten en groepen af op welke manier zij daarbij ondersteuning kunnen krijgen. Hij begeleidt groepsprocessen waarbij hij bijvoorbeeld bemiddelt tussen individuen, groepen en instanties. Bij conflicten of belangentegenstellingen brengt hij de individuen of groepen tot elkaar en helpt hen tot een oplossing te komen. Hij reageert op agressie en treedt regelend op bij ongewenst gedrag in de groep. Door gesprekken met individuen en groepen werkt hij aan hun individuele en sociale zelfredzaamheid. Hij begeleidt mensen bij het formuleren van hun leervragen. Ook biedt hij ondersteuning door informatie en advies te geven. Hij biedt kennis en inzichten aan over het functioneren van de samenleving en hoe men vorm kan geven aan actief burgerschap. Hij informeert over het gebruik van voorzieningen, zoals accommodaties en informatievoorzieningen en dergelijke, en maakt deze voorzieningen toegankelijk. Daan is straathoekwerker in een wijk in Arnhem-Zuid. Hij heeft als taak om met de jongeren op straat in contact te komen en hun behoeftes en problemen te signaleren. De wijk heeft de afgelopen jaren veel overlast van groepen jongeren die rondhangen bij het winkelcentrum, in het park, in portieken en in speeltuintjes. Daan heeft contact met een paar jongens van 15-17 jaar. Ze hangen elke avond in het portiek van hun flat en zorgen voor behoorlijk wat overlast. Daan heeft hierover klachten ontvangen van de bewoners. Daan investeert veel in het contact met de jongeren. Pas wanneer je een vertrouwensband hebt, kun je wat voor elkaar betekenen. Uit een gesprek met de jongeren blijkt al snel dat ze zich vervelen en graag een eigen ontmoetingsplek willen hebben. Daan is met de jongens de mogelijkheden gaan verkennen om een ontmoetingsplek te creëren, maar de jongens verwachten niet dat dit ooit zal lukken. Daan helpt ze met het leggen van de nodige contacten om dit doel te bereiken. Daarnaast bespreekt hij alles met de verontruste bewoners. Je moet namelijk wel met elkaar in een buurt kunnen leven en zelfs door dezelfde portiekdeur kunnen! Binnen een half jaar hebben ze resultaat geboekt: een eigen ruimte in het wijkcentrum. De jongens krijgen de verantwoordelijkheid voor het inrichten van hun eigen ruimte. Gretig nemen zij dit aanbod aan. Het vergt de nodige discussie over de keuze van spullen, welke kleuren en hoe ze het in gaan richten, maar ze komen er uit. Het wordt ’the place to be‘ waar ze super trots op zijn. En trots mogen ze zijn want het wordt een plek waar veel jongeren uit de buurt zich thuis voelen. Er wordt veel georganiseerd op het gebied van urban culture en er blijkt veel talent in de jongeren uit deze wijk te schuilen!

5

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

3 3 uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

{ { jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt individuen of groepen in een veilige omgeving in staat gesteld om initiatieven te ontplooien om hun doelen op het gebied van welzijn en/of maatschappelijke participatie te realiseren.

6

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdracht

A. Ondersteuning bieden Je laat zien dat je het individu en/of de groep kunt ondersteunen bij het ontplooien van initiatieven om hun doelen op het gebied van welzijn en/of maatschappelijke participatie te realiseren.

Gedragsbeoordeling WP 2.1: C, E, F, H, K, U

Bewijsstukken

Lever het volgende bewijsstuk aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst

7

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 2.1 Mensen support bieden (2014-scw-bp2.1) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 2.1 Biedt ondersteuning

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

C Begeleiden

adviseert en motiveert individuen/groepen over maatschappelijke participatie wijst individuen/groepen op bruikbare informatie behandelt individuen/groepen rechtvaardig en respectvol

  

E Samenwerken en overleggen

  

F Ethisch en integer handelen

  

H Overtuigen en beïnvloeden

zet zaken op de agenda

  

komt actief met voorstellen die hij kan beargumenteren en motiveren

  

K Vakdeskundigheid toepassen

draagt zijn kennis en inzicht in het functioneren van de samenleving over aan de doelgroep is in staat om de vragen op het gebied van welzijn en/of maatschappelijke participatie te bekijken vanuit het gezichtspunt van andere culturen en achtergronden

  

U Omgaan met veranderingen en aanpassen

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

8

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 2.1 Mensen support bieden (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

9

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 2.2 Professionals inzetten (2014-scw-bp 2.2)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

2.4 Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten B Aansturen

Q Plannen en organiseren

3.3 Voert coördinerende taken uit

B Aansturen

E Samenwerken en overleggen

Q Plannen en organiseren

3.5 Voert beheertaken uit

L Materialen en middelen inzetten

Y Bedrijfsmatig handelen

10

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De sociaal-cultureel werker zet professionals in bij activiteiten. Hij ontwikkelt een goede werkrelatie en maakt concrete afspraken met de professional. Hij rust de professional toe, ondersteunt en faciliteert hem. De sociaal-cultureel werker voert coördinerende taken uit. Hij maakt een verdeling van de werkzaamheden, geeft prioriteiten aan en houdt contact met de verschillende medewerkers. Hij stemt de werkzaamheden van de verschillende medewerkers, vrijwilligers en professionals op elkaar af en hij ziet toe op de uitvoering van de werkzaamheden en de continuïteit van de dienstverlening. De sociaal-cultureel werker voert beheertaken uit. Hij draagt bij aan het zakelijk beheer, ziet toe op onderhoud van apparatuur, materiaal en werkruimte etc. Hij bewaakt het budget voor de activiteiten. De laatste jaren is een trend ontstaan dat de jeugd liever kortere periodes met sport of activiteiten bezig is dan zich er voor langere tijd aan te binden. Dit neemt Jan mee in zijn plannen, zo kan hij de nodige afwisseling aanbrengen. Hij besluit om korte cursussen van drie bijeenkomsten op te zetten en dan telkens twee tegelijk. Dat vergt natuurlijk een goede planning en organisatie. Bovendien zal Jan ook professionals in moeten zetten. Hij zal hun talenten benutten, omdat hij zelf niet van alle markten thuis is. Hij zal dan als coördinator optreden en de professionals aansturen en ook voor de benodigde middelen en materialen zorgen. Daarbij zal Jan binnen het gegeven budget moeten handelen.

11

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt de coördinerende taken zó uitgevoerd dat er sprake is van continuïteit en kwalitatief goed sociaal-cultureel werk. Je hebt de expertise van de professional optimaal ingezet volgens de gestelde doelen. Je draagt bij aan het goed functioneren van de organisatie. Je voert gewenste en noodzakelijke beheertaken uit met de beschikbare (financiële) middelen. Je vervult deze taken overeenkomstig de richtlijnen en cultuur van de organisatie.

12

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Professionals inzetten Voor bepaalde onderdelen van activiteiten of een project schakel je een of meerdere professionals in. Je maakt duidelijke resultaatafspraken met de professional(s). Je legt de afspraken vast, zodat voor beide partijen de afspraken helder zijn.

Gedragsbeoordeling WP 2.4: B, Q

B. Coördinerende taken uitvoeren Maak met je begeleider en betrokken collega’s afspraken over het uitvoeren van coördinerende taken. De coördinerende taken zijn: • Het maken van een verdeling van de werkzaamheden, prioriteiten aangeven • Contact houden met de verschillende medewerkers (w.o. vrijwilligers) • Het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden van de verschillende betrokkenen (medewerkers, vrijwilligers, externe professionals) • Toezien op de uitvoering van de werkzaamheden en de continuïteit van de dienstverlening

Gedragsbeoordeling WP 3.3: B, E, Q

C. Beheertaken uitvoeren Draag bij aan het goed functioneren van de organisatie:

• Zorg voor een goede financiële registratie en verantwoording van je project/activiteiten • Controleer materialen en middelen (op voorraad, veiligheid en dergelijke) en draag bij aan het onderhoud ervan

Voer deze beheertaken uit volgens de richtlijnen en de cultuur van de organisatie.

In het verantwoordingsverslag leg je verantwoording af over de uitvoering van de beheertaken, waarbij je uitgaat van de beoordelingscriteria van het werkproces.

Verantwoordingsverslag WP 3.5: L, Y

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Verantwoordingsverslag

13

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 2.2 Professionals inzetten (2014-scw-bp 2.2) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 2.4 Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

B Aansturen

maakt duidelijke resultaatafspraken met de (externe) professional bewaakt de voortgang van de activiteit en stuurt zo nodig bij

  

Q Plannen en organiseren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

14

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 3.3 Voert coördinerende taken uit

Bewijsstuk Activiteitenplan Competenties

De student:

G V O

B Aansturen

maakt concrete afspraken met de (externe) professionals en eventueel ook met stagiairs en vrijwilligers

  

zorgt voor duidelijke instructies

  

E Samenwerken en overleggen

overlegt regelmatig overlegt met betrokkenen

  

Q Plannen en organiseren

stelt prioriteiten in het bereiken van de doelen

  

brengt activiteiten ruim van tevoren in kaart

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Werkproces 3.5 Voert beheertaken uit

Bewijsstuk Verantwoordingsverslag Competenties

De student:

G V O

L Materialen en middelen inzetten checkt regelmatig het materiaal en de middelen

  

levert een bijdrage aan het onderhoud van materiaal en middelen zorgt voor een financiële registratie en een verantwoording van de activiteiten en projecten maakt regelmatig afwegingen tussen kosten en baten

  

Y Bedrijfsmatig handelen

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

15

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 2.2 Professionals inzetten (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

16

Zorg & Welzijn serie 2014

17

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 2.3 Netwerken en samenwerken (2014-scw-bp 2.3)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

2.5 Organiseert en ondersteunt samenwerkingsverbanden

C Begeleiden

D Aandacht en begrip tonen

H Overtuigen en beïnvloeden

I Presenteren

3.3 Voert coördinerende taken uit

B Aansturen

E Samenwerken en overleggen

Q Plannen en organiseren

18

Zorg & Welzijn serie 2014

3.7 Werft vrijwilligers

H Overtuigen en beïnvloeden

I Presenteren

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie Froukje is al enige jaren sociaal-cultureel werkster in het Oude Westen, een wijk in een grote stad. Ze ziet het werken met de zeer diverse doelgroepen als een echte uitdaging. Ze is zich er van bewust dat ze in haar eentje niet genoeg kan bereiken. Ze heeft anderen nodig om haar doelen te kunnen bereiken. Ze weet welke organisaties en samenwerkingsverbanden actief zijn in de gemeente waar ze werkt. Ook werkt ze nauw samen met een aantal vrijwilligers, die haar ondersteunen. Froukje heeft veel geïnvesteerd in het opbouwen en onderhouden van relaties. Daarmee heeft ze resultaten geboekt, want ze participeert nu in een aantal netwerken. In deze netwerken wordt samengewerkt om gemeenschappelijke doelen te kunnen bereiken. Zoals bij elke vorm van samenwerking ontstaan er soms problemen over verwachtingen of belangen. Froukje doet dan haar best om de problemen aan de orde te stellen en samen naar oplossingen te zoeken. Zij heeft er belang bij dat er namens haar organisatie kwaliteit geleverd wordt. Froukje is er trots op dat ze een echte spilfunctie in de wijk kan vervullen. Het netwerk van Froukje: • De huiswerkgroep: hierin werkt ze samen met scholen, oudercommissies, conciërges en de gemeente • De senioren: hier werkt ze samen met de wijkagenten, de woningbouwcorporatie, de thuiszorg en het maatschappelijk werk • Jongeren met drugsproblemen: hier werkt ze samen met scholen, maatschappelijk werk, politie, gemeente, verslavingszorg en jeugdzorg • De vakantieactiviteiten voor kinderen: hier werkt ze samen met de speeltuin, sportverenigingen, buitenschoolse opvang, gemeente en een kunstproject • Allochtone jongeren: voor hen heeft ze een sportproject opgezet waarvoor ze samenwerkt met enkele sportverenigingen en twee voetballers van het jeugdselectieteam

19

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je coördinerende taken zijn gericht op het bieden van continuïteit en goede kwaliteit sociaal- cultureel werk. Je zorgt voor voldoende bekwame vrijwilligers voor de uit te voeren activiteit(en)/ project(en). Je draagt bij aan het organiseren van samenwerkingsverbanden. Je brengt verschillende organisaties (van professionals en/of vrijwilligers) bij elkaar of legt namens hen contact. Je zorgt voor een passende communicatie- en organisatiestructuur voor belangenbehartiging, het bemiddelen bij belangentegenstellingen en advisering.

20

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Bijdragen aan samenwerkingsverbanden Je verdiept je in de samenwerkingsverbanden die de instelling heeft en tot stand brengt. Je kiest een samenwerkingsverband die je nader gaat onderzoeken: • Het doel van dit samenwerkingsverband • Hoe het georganiseerd is (wie maken er deel van uit, welke structuur heeft het • Welke personen of organisaties de belangen van het samenwerkingsverband kunnen behartigen • Of de activiteiten die het samenwerkingsverband onderneemt aansluiten bij het doel van het samenwerkingsverband • De bijdrage van de instelling voor sociaal-cultureel werk bij het organiseren en functioneren van het samenwerkingsverband samenwerkingsverband, enzovoort) • Welke activiteit(en) er plaatsvinden

Leg de informatie vast in een onderzoeksverslag.

Trek uit je informatie conclusies. Zit het samenwerkingsverband op de juiste koers of moeten er volgens jouw mening andere of meer activiteiten plaatsvinden om het doel te bereiken. Misschien heb je adviezen voor het samenwerkingsverband. Neem je conclusies en eventuele adviezen op in je onderzoeksverslag.

Gedragsbeoordeling WP 2.5: D, I Onderzoeksverslag WP 2.5: C, H

B. Coördinerende taken uitvoeren Neem deel aan voor je functie relevante overlegvormen en collegiale consultatie. Organiseer en geef werkbegeleiding aan stagiaires en vrijwilligers. Coach hen en geef feedback op hun werkzaamheden en beroepshouding.

Gedragsbeoordeling WP 3.3: B, E, Q

C. Vrijwilligers werven Maak een PR plan voor het werven van vrijwilligers. Doe dit in overleg met de instelling (je begeleider/het team) vrijwilligers.

Kies een aansprekende, wervende manier, die aansluit bij de werkzaamheden, activiteit of project waarvoor je vrijwilligers werft. Je weet welke vrijwilliger je zoekt. Maak duidelijk wat je verwacht van de vrijwilliger.

PR-plan werven vrijwilligers WP 3.7: H, I

21

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Onderzoeksverslag • PR-plan

22

Zorg & Welzijn serie 2014

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 2.3 Netwerken en samenwerken (2014-scw-bp 2.3) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 2.5 Organiseert en ondersteunt samenwerkingsverbanden

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

toont belangstelling voor opvattingen en standpunten van individuen en groepen

  

I Presenteren

straalt dynamiek uit

  

maakt in contacten een bevlogen indruk

  

Bewijsstuk Onderzoeksverslag C Begeleiden

adviseert individuen en groepen hoe ze zich het best kunnen organiseren streeft verschillende belangen en mogelijkheden na

  

H Overtuigen en beïnvloeden

  

streeft win-win situaties na

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

23

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Werkproces 3.3 Voert coördinerende taken uit

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

B Aansturen

maakt concrete afspraken met o.a. stagiairs en vrijwilligers

  

zorgt voor duidelijke instructies

  

E Samenwerken en overleggen

overlegt regelmatig met collega’s

  

Q Plannen en organiseren

stelt prioriteiten

  

brengt activiteiten ruim van tevoren in kaart

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Werkproces 3.7 Werft vrijwilligers

Bewijsstuk PR-plan werven vrijwilligers Competenties

De student:

G V O

H Overtuigen en beïnvloeden

legt de vrijwilliger duidelijk uit wat zijn taken zijn

  

I Presenteren

laat op een aansprekende manier weten dat hij behoefte heeft aan vrijwilligers

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

24

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 2.3 Netwerken en samenwerken (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

25

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 2.4 Signalen naar beleid vertalen (2014-scw-bp 2.4)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen K Vakdeskundigheid toepassen

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

3.4 Voert beleidsmatige taken uit

E Samenwerken en overleggen

H Overtuigen en beïnvloeden

3.6 Evalueert de dienstverlening

D Aandacht en begrip tonen

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

26

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie Als sociaal-cultureel werker heb je je ogen en oren altijd open. Je signaleert ontwikkelingen in de samenleving, je werkgebied en de doelgroepen. Het vraagt veel van de sociaal-cultureel werker om zijn deskundigheid op peil te houden. En toch draait het daar vaak om. Je leest vakbladen, volgt bijscholing en ontmoet collega’s van je eigen instelling en van andere organisaties. Je ontplooit de juiste activiteiten om een bijdrage te leveren aan het beleid van de organisatie. Want ook je organisatie is in beweging. Alle werkers moeten een bijdrage leveren om elkaar te informeren en beleid te maken. Met je collega’s evalueer je wat jullie nu doen en kijken naar wat de uitkomst daarvan betekent voor de toekomst. Misschien moet je je gedrag bijstellen, andere methodes gebruiken. Ook de evaluatie levert gegevens op voor het bijstellen van de dienstverlening en het beleid van de organisatie. In de wijk waar Elke als sociaal-cultureel werker werkt lijkt het een trend om op hele jonge leeftijd moeder te worden. Deze tienermoeders hebben het niet makkelijk. Ze worden zelf nog opgevoed, moeten verantwoor- ding afleggen aan hun ouders maar hebben wel de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun eigen kind. Wat daar allemaal niet bij komt kijken! Denk alleen maar aan de verzorging en opvoeding van het kind (alleen of met de vader) en financiële kwesties. Het leven wordt er niet makkelijker op en dat op een leeftijd dat je zelf nog volop in ontwikkeling bent. Elke vindt dat ze hier als meidenwerker iets mee moet. Ze meldt dit bij haar leidinggevende en deze geeft haar de ruimte om hier nader onderzoek naar te doen. Als blijkt dat het inderdaad om een potentiële doelgroep gaat, kan het beleid mogelijk aangepast worden en kan er een programma voor starten. Elke doet op diverse terreinen onderzoek en wanneer ze voldoende informatie heeft, schrijft ze een voorstel over wat de organisatie voor deze doelgroep kan betekenen. Om haar voorstel te evalueren brengt ze verslag uit aan haar collega’s en leidinggevende. Zij luisteren en geven haar feedback op haar voorstel waarmee ze vervolgens haar plannen bijstelt.

27

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie

Je werkt actief aan het bevorderen van je deskundigheid, geeft uitvoering aan je persoonlijk ontwikkelingsplan en draagt bij aan de professionalisering van het beroep. Je ontplooit de juiste activiteiten om een bijdrage te leveren aan het beleid van de organisatie. Je beschikt over feedback voor bijstelling van je gedrag/handelingen in de toekomst en over evaluatiegegevens betreffende de effectiviteit van gebruikte methodieken. Je gebruikt evaluatiegegevens in verbetervoorstellen voor de dienstverlening. Je voert beleidsmatige taken overeenkomstig de richtlijnen en normen van de organisatie uit.

28

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Evalueren van het huidige activiteitenaanbod Evalueer het huidige activiteitenaanbod van de instelling en signaleer mogelijk verbeteringen voor dit aanbod.

Evaluatieverslag WP 3.6: D, J, M

B. Een voorstel voor vernieuwing doen Doe daarna een onderzoek naar nieuwe trends en ontwikkelingen. Gebruik daarvoor de kennis die je hebt verworven, vakbladen, vakliteratuur. Kom op basis daarvan met een schriftelijk voorstel voor vernieuwing van het activiteitenaanbod.

Voorstel voor vernieuwing van het activiteitenaanbod WP 3.4: E, H

C. Het voorstel voorleggen Breng je voorstel in tijdens een teamoverleg met collega’s/betrokkenen. Motiveer je keuze en vraag om schriftelijke feedback op het voorstel. Deze feedback bundel je en zo nodig stel je het voorstel bij.

Schriftelijke feedback WP 3.1: K

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Evaluatieverslag • Voorstel voor vernieuwing activiteitenaanbod • Schriftelijke feedback

29

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 2.4 Signalen naar beleid vertalen (2014-scw-bp 2.4) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Bewijsstuk Bundeling van de schriftelijke feedback Competenties De student:

G V O

K Vakdeskundigheid toepassen

houdt vakkennis en vaardigheden bij

  

draagt eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundige

  

ontvangt daarbij feedback

  

neemt deel aan inhoudelijk beroepsmatige discussie

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

30

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 3.4 Voert beleidsmatige taken uit

Bewijsstuk Voorstel voor vernieuwing van het activiteitenaanbod Competenties De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

legt regelmatig nieuwe ideeën en nieuwe kennis en ontwikkelingen voor aan relevante betrokkenen (interne en externe)

  

H Overtuigen en beïnvloeden

draagt het beleid van de organisatie vol zelfvertrouwen uit

  

onderbouwt gemaakte keuzes

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Werkproces 3.6 Evalueert de dienstverlening

Bewijsstuk Evaluatieverslag Competenties

De student:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

draagt het beleid van de organisatie vol uit

  

onderbouwt de gemaakte keuzes

  

J Formuleren en rapporteren

formuleert gegevens van de evaluatie

  

M Analyseren

trekt conclusies uit evaluatiegegevens

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

31

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 2.4 Signalen naar beleid vertalen (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

32

Zorg & Welzijn serie 2014

33

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 2.5 Kwaliteit leveren (2014-scw-bp 2.5)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen E Samenwerken en overleggen

1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Y Bedrijfsmatig handelen

34

Zorg & Welzijn serie 2014

2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor

E Samenwerken en overleggen

I Presenteren

L Materialen en middelen inzetten

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen

3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie Mensen leven steeds langer en moeten langer thuis blijven wonen met meer of minder hulp en ondersteuning. In de Rozenbuurt is een uitgebreid onderzoek onder ouderen gehouden om een beeld te krijgen van hun wensen en behoeften. Hieruit bleek dat ouderen graag hulp willen bij kleine klusjes in en om het huis. Ook kwam naar voren dat er bij ouderen behoefte is aan ondersteuning bij het aanvragen van voorzieningen en toeslagen en het leren omgaan met de computer. Maar vooral willen ouderen meer ontmoetingsmogelijkheden, gewoon gezellig bij elkaar zijn, even de deur uit. Naar aanleiding van de uitkomsten van het behoefteonderzoek heeft het sociaal-cultureel werk de opdracht gekregen om een passend en kwalitatief goed aanbod van activiteiten en diensten voor ouderen te doen. Het moet een afwisselend aanbod worden waarmee aan zoveel mogelijk behoeften van de ouderen tegemoet wordt gekomen. Bij het uitwerken en uitvoeren van het aanbod moet rekening worden gehouden met een aantal beperkingen. Ouderen gaan ’s avonds niet graag de deur uit, zeker in de wintermaanden niet, dus de activiteiten moeten overdag worden aangeboden. Ook is er een beperkt budget voor de activiteiten en de financiële draagkracht van de ouderen in deze buurt is niet zo groot.

35

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

{ { open context

3 3 begeleid

{ { jouw samenwerking met collega’s

3 3 complexe context

{ { zelfstandig*

3 3 de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Er ligt een plan van aanpak dat haalbaar is met de beschikbare (financiële) middelen en voorziet in een antwoord op de vraag (van de individuen of groepen). Het is helder wie er bij de uitvoering betrokken zijn en wie welke verantwoordelijkheid draagt. Het plan van aanpak is uitgewerkt tot concrete projecten/activiteiten en de publiciteit is verzorgd. De beginsituatie van de individuen/ groepen is helder, de inbreng van derden en de voorzieningen zijn geregeld. Je hebt je deskundigheid doelbewust aangewend om de kwaliteit van de werkzaamheden binnen het sociaal- cultureel werk te verbeteren.

36

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Een activiteitenaanbod ontwikkelen Je ontwikkelt een activiteiten aanbod voor een specifieke doelgroep, bij voorkeur een doelgroep waarmee je geen of weinig ervaring hebt. Je zorgt dat je voldoende informatie over deze doelgroep hebt om een passend activiteitenaanbod te kunnen doen.

Verwerk in het aanbod de volgende punten: • de doelen die de doelgroep wil realiseren • het aanbod waarmee dat kan • hoe je de doelgroep bereikt: de publiciteit • een planning in tijd

• een overzicht van de benodigde menskracht en middelen • de kosten en de financiering van het activiteitenaanbod • de procedures en protocollen waarmee rekening gehouden moet worden bij de uitvoering van de activiteiten

Het activiteitenaanbod WP 1.2: E, J, M, Q, R, Y; WP 3.2: T

B. Een programmaonderdeel uitwerken Je kiest een activiteit uit het programma, werkt de activiteit uit en bereidt het voor. Je neemt onderstaande aandachtspunten op in het programma voor de activiteit: • een beschrijving van de beginsituatie van de doelgroep • de doelstelling van de activiteit • menskracht, materiaal, middelen en benodigde voorzieningen • de manier waarop je de doelgroep wilt begeleiden • de procedures en protocollen waarmee je bij de uitvoering van de activiteit rekening mee moet houden • een begroting • de publiciteit voor deze activiteit

Programma voor een activiteit WP 2.2: E, I, L, Q, R; WP 3.2: T

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Een activiteitenaanbod • Programma voor een activiteit

37

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 2.5 Kwaliteit leveren (2014-scw-bp 2.5) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten

Bewijsstuk Activiteitenaanbod Competenties

De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

stemt met individuen, groepen en collega’s af en betrekt hen bij wat hij doet legt regelmatig ideeën, nieuwe kennis en ontwikkelingen voor aan relevante in- en externe betrokkenen maakt een volledig en nauwkeurig uitgewerkt plan van aanpak brengt structuur en ordening aan in de veelheid van verzamelde informatie maakt een tijdsplanning van de benodigde menskracht en middelen sluit in het plan van aanpak zoveel mogelijk aan bij de behoefte van de doelgroep werkt de doelstellingen en activiteiten uit

  

  

J Formuleren en rapporteren

  

M Analyseren

  

Q Plannen en organiseren

  

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

  

Y Bedrijfsmatig handelen

maakt een afweging tussen kosten en baten

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

38

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor

Bewijsstuk Programma voor een activiteit Competenties De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

overlegt met cliënten en groepen

  

I Presenteren

presenteert activiteiten op een boeiende en op de doelgroep afgestemde wijze

  

L Materialen en middelen inzetten kiest materialen en middelen die aansluiten bij de vraag

  

Q Plannen en organiseren

weet essentiële middelen en menskracht te regelen

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

richt zich met de geplande activiteiten op de cliënt/ groep

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Werkproces 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Bewijsstuk Activiteitenaanbod Bewijsstuk Programma voor een activiteit Competenties De student: T Instructies en procedures opvolgen houdt zich in de programmering aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering

G V O

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

39

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 2.5 Kwaliteit leveren (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

40

Zorg & Welzijn serie 2014

41

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Voortgangsgesprek (2014-scw-vg)

Werkprocessen met de competenties

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces Competenties die bij het werkproces horen 1.1 Inventariseert de vraag naar sociaal-cultureel werk R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten U Omgaan met verandering en aanpassen Typering van het voortgangsgesprek Met het voortgangsgesprek aan het eind van fase 2 sluit je fase 1 en 2 af. In de opleiding heb je basiskennis en basisvaardigheden geleerd. In de beroepspraktijk heb je geoefend met het in praktijk brengen daarvan, onder meer door het uitvoeren van de beroepsprestaties. Gaandeweg ben je je meer bewust geworden van wat het beroep van je vraagt en heb je je beroepsvaardigheden eigen gemaakt. In het voortgangsgesprek wordt gesproken over je competentie-ontwikkeling tot nu toe. In de beoordelingslijst staan de werkprocessen en competenties die centraal staan in het gesprek. Je vertelt over de keuzes die je gemaakt hebt en je motivatie hiervoor. Je onderbouwt je keuzes en standpunten met de kennis die je in de opleiding hebt opgedaan. Hieruit blijkt dat je je bewust bent van je bekwaamheid en van dat wat je nog moet en wilt leren op school en in de beroepspraktijk.

Je bereidt het gesprek voor aan de hand van de STARRT-methode.

Resultaat

Je kunt je handelen in de beroepspraktijk mondeling aan de hand van voorbeelden verantwoorden.

Bewijsstuk

Lever het volgende bewijsstuk aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst

42

Zorg & Welzijn serie 2014

Voortgangsbeoordelingslijst

Voortgangsgesprek (2014-scw-vg) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 1.1 Inventariseert de vraag naar sociaal-cultureel werk Competenties De student verantwoordt dat:

G V O

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

verantwoordt mondeling aan de hand van voorbeelden dat hij actief en op laagdrempelige wijze contact opneemt met de groepen in zijn werkgebied

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Werkproces 2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten Competenties

De student verantwoordt dat:

G V O

U Omgaan met verandering en aanpassen

verantwoordt mondeling aan de hand van voorbeelden dat hij in staat is om de aanpak aan te passen aan veranderende omstandigheden en hierbij goed omgaat met cliënt/groep van verschillende achtergrond

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

43

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling Voortgangsgesprek (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

44

Zorg & Welzijn serie 2014

Sociaal-cultureel werker Niveau 4 Fase 1 Leerprestaties 1.1 De deelnemers begeleiden 1.2 Mensen wensen 1.3 Plan van aanpak 1.4 Vraaggericht werken Fase 2 2.1 Mensen support bieden 2.2 Professionals inzetten

2.3 Netwerken en samenwerken 2.4 Signalen naar beleid vertalen 2.5 Kwaliteit leveren Voortgangsgesprek Fase 3 3.1 Belangen behartigen 3.2 Professionals en vrijwilligers inzetten 3.3 Beleid beïnvloeden

artikelnummer: 14ZW3SCWFB2

Made with