14ZW3OAFB1

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Pedagogisch-verzorgende begeleiding bieden Kies een aantal leerlingen met verschillende problemen die je gaat begeleiden op het gebied van verzorging. Dit kunnen leerlingen zijn die zichzelf nog niet goed kunnen verzorgen, nog niet zindelijk zijn of die begeleiding nodig hebben bij het eetgedrag.

Verdiep je in de theorie over het aanleren van zelfredzaamheid.

Bij het bieden van pedagogisch-verzorgende begeleiding zorg je ervoor dat je: - De zelfredzaamheid van leerlingen stimuleert en/of bevordert - Let op het welbevinden van leerlingen tijdens de zorghandelingen - Zorgt voor vertrouwen en respect bij de verzorging - De juiste instructies en procedures hanteert Maak een verslag waarin je de pedagogisch-verzorgende begeleiding die je aan de leerlingen gegeven hebt beschrijft. Koppel jouw hulp en begeleiding aan de theorie.

Gedragsbeoordeling WP 2.5: C, D Verslag pedagogisch-verzorgende begeleiding WP 2.5: D, F, K, T

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Verslag van de pedagogisch-verzorgende begeleiding

57

Fase 1

Onderwijsassistent 4