CZW20120023

Competentie V: Met druk en tegenslag omgaan (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • theorie rondom rouwverwerking • • de werkzaamhedenm.b.t. de (palliatieve) zorgverlening • • verschillende communicatietechnieken • • het cyclisch proces vanmonitoren • • het verpleegproces • • het verpleegdossier • • hulpmiddelen bij het formuleren van de verpleegkundige diagnose, het verpleegprobleem, het verpleegdoel en de planning • • verschillende evaluatievormen • • verpleegtheorieën • • rapportagesystemen • • de risicosignalen ten behoeve van de veiligheid van de zorgvrager en zijn omgeving • • systemen van risicosignalering • • de EHBO • • de gevaarscriteria • • verschillende pijnanamneses • • achtergronden van crisissituaties • • methoden voor crisisinterventie • • de specifieke wet- en regelgeving in het dagelijks werk (BIG, BOPZ, Arbo, WGBO, WBP, klachtrecht, • • medezeggenschap, bewindvoering) • • procedures voor het hanteren van crisissituaties

• • collega’s, mantelzorger/naasten, wettelijk vertegenwoordiger, vrijwilligers en andere disciplines tijdig inschakelen en actief bij de zorg betrekken • • een functionele samenwerkingsrelatie hebbenmet een zorgvrager enmet diens naasten • • het element van beroepshouding ‘respect tonen voor de zorgvrager’ integreren bij de uitvoering van de eigen taken • • 24-uurs zorg leveren • • voortdurend veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager monitoren • • observatietechnieken effectief toepassen • • observatiegegevens rapporteren in de beschikbare informatiesystemen • • de zorg afstemmenmet betrokkenen en verwerken in het verpleegplan • • EHBO toepassen • • reageren op de risicosignalen ten behoeve van de veiligheid van de zorgvrager en zijn omgeving • • vaardigheden toepassen ten behoeve van de palliatief terminale zorg • • ondersteunen van zorgvragers in het rouwproces • • verwijzen naar andere hulporganisaties en lotgenotencontacten • • nagaan wat de oorzaak is van het gedrag en gebruik maken van je kennis en inzicht om gedragsproblemen en lastige en/of crisissituaties in het vervolg voorkomen • • conflicten hanteren • • bij onverwachte en risicovolle (crisis)situaties adequaat reageren • • je kennis en inzicht inzetten om gedragsproblemen en lastige en/of crisissituaties in het vervolg te verminderen en zomogelijk voorkomen • • reflecteren op je handelen in onvoorziene en crisissituaties

• • ...............................................

• • .......................................................

51

COMPETENTIEWIJZER

Made with