PanPost nummer 3 september 2018

Club Pan-European Nederland | nummer 3 | september 2018

gemaakte jam. Wat heb je meer nodig van een B&B. Niets, helemaal niets. We hebben zelfs, tegen alle verwachting in, van onze buren (Adrie en Martin) geen last gehad. Integendeel, ’s avonds met nog een stel andere Panners gezellig samen gegeten in een ‘dorps’ tempo en mooie verhalen uit de oude Pandoos mogen aanhoren. Marion en Ben hadden er de nodige, zelfs één waarbij er over- nacht werd in een heuse hoeren- kast. Voor alle duidelijkheid… ze sliepen bij elkaar. De volgende ochtend met zijn vier- tjes heerlijk ontbeten. Daarna zijn we in een klein kwartiertje naar ons verzamelpunt gereden. Het inschrijven was zo gebeurd, de koffie/thee snel gedronken. Want, zoals bekend, er moest gereden worden! In onze gedachten stonden onze raspaardjes al trappelend te wachten op het indrukken van de startknop. Dus helmen op, handschoenen aan en weg waren we. Met een groter gezelschap dit keer. Zoals ik eerder al vermeldde… laagdrempelig. In totaal zeven motoren en elf ‘panners’. En we doken al bijna direct het groen in. Eerst nog wat open stukken, waardoor je per- spectief had, afwisseling. Daarna door prachtige groene laantjes. Tussendoor haalden we de trike van het echtpaar Bakker in. De ochtendzon lijkt het bos haast meer diepte te geven en door de lichtin-

val krijgen de bomen een zachtaar- dig karakter. Een fijne omgeving die maakt dat je de lucht diep inhaalt en tot rust komt. Om dan, na zomaar een bocht, de contouren te zien opdoemen van kamp Westerbork. Vanaf 1942 het vertrekpunt van in totaal 93 treinen naar Auschwitz, Sobibor, Theresien- stadt en Bergen-Belsen. Het con- trast is van een verpletterende aard. Onwillekeurig draai ik het gas even terug om de schaarse beelden langs de weg, twee dagen na de dodenherdenking, in mij op te nemen. Daarna zacht zoemend verder. Kort daarna rijden we door het plaatsje Amen. Een zeer klein gehuchtje, maar voor mij interes- sant door de naam. De achter- naam van mijn moeder is namelijk (van) Amen. Even een kleine anekdote: zij werkte vele, vele jaren terug als verpleegkundige in de psychiatrie. Daar kwam Jules de Korte (ja, ja die kennen jullie wel zeker…) af en toe optreden. Meestal werd hij door mijn moeder ontvangen. Na enige tijd vroeg Jules zelf om die zuster met die Bijbelse naam. Amen ! (betekenis: het is zo…) En weer verder zoemen we. Over het Boomkroonpad. Het pad doet zijn naam eer aan. Als ware het een eerbetoon rijden we door een groene tunnel. Een majestueus kro- nendak houdt het meeste zonlicht buiten. Halverwege het pad passe-

ren we een groep nozems op ouderwetse brommers. Kennelijk bestaan ze nog wel op het platte- land, heerlijk. En sommigen zwaai- den goedmoedig terug naar die grote broers (en zussen). Vraag me niet waar, maar ergens moesten we keren (omissie van de navigator…). Voordat we weer echt op gang waren kwam het echtpaar Bakker ons voorbij. Ik zag de brede grijns door zijn helm heen. Natuurlijk hadden we hen weer snel ingehaald, maar dat voelde toch minder triomfantelijk. We komen weer meer in open gebied. Vanuit de verte al aange- kondigd in de lucht, rijden we dwars door een windmolenpark. Grote masten op een betonnen ondergrond. Na al die mooie natuur komt het koud over. Stoï- cijns, haast arrogant torenen ze boven ons uit. “ Het zijn geen wind- molens, maar windbuilen ”, laat mijn betere wederhelft via de headset fijntjes weten. Goed aangevoeld. Op een open stukje weg kreeg ik een por van Joke. Op zich volko- men onnodig, we hebben immers een headset. Het is al eerder een onderwerp van gesprek geweest, maar het is kennelijk een fysieke dwangmatigheid van haar die ik geleerd heb te accepteren. De reden voor de por bevond zich rechts. Een grote boerderij met uitloopkippen. Op een groot gebied liepen er veel vrije jongens rond, scharrelend en pikkend, zoekend en tokkend. Geen slecht

9

Made with FlippingBook flipbook maker