Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

6.4 De taak als bouwsteen van een dynamische leeromgeving

Rationale van de taak: (Voorafgaand aan de instructie hebben leerlingen een videoclip van een populaire rapper gezien.) De rapper heeft een aantal rijmwoorden in zijn tekst gedaan. Hier zijn rijmende zinnen mee gemaakt. De leerlingen krijgen de opdracht zelf (in groepjes) een rap te maken. Het materiaal be- staat uit gekleurde kaartjes met nonsenswoorden. Deze woorden moeten worden verwerkt in de rap; er mogen geen andere woor- den worden gebruikt. Door deze afspraak kunnen de leerlingen belangrijke principes omtrent maat, rijm, ritme en metrum ontdekken. Beschrijving van momenten uit de interactie: 1 De leerlingen wachten tot de uitleg van de leerkracht klaar is. Bij groepje 1 gaat men ervan uit dat er een vaste volgorde van de kaartjes is. Er wordt meteen in een bepaalde volgorde geoefend. Leerlingen van groepje 2 gaan met de kaart- jes schuiven. Wat is een leuke volgorde? Groepje 3 neemt kaartje voor kaartje door. Eerst wordt gepro- beerd het kaartje met sjoko*sjo- ko*sjoko*sjoko*sjoko op een ritme te krijgen. Tegelijkertijd gaan twee van de leerlingen uit het groepje met een ander, tweede kaartje op dezelfde wijze aan de slag.

Rationale van de taak: De trapkogelbaan is een type knikkerbaan met het mechaniek van een nokkenas. De trapko- gelbaan kan goeddeels uit elkaar worden gehaald, waardoor de werking van het mechaniek on- derzoekend kan worden ontdekt. De leerkracht nodigt de leerlin- gen voortdurend uit voorspel- lingen te doen over te verrichten handelingen. Ook geeft de leer- kracht tussendoor nieuwe, com- plexere opdrachten. Hierdoor komt het denkproces op gang en vindt een speelse en diepgaande verkenning van de mechanische werking van het apparaat plaats. Beschrijving van momenten uit de interactie: 1 Tim begint gelijk te draaien aan de slinger van de knikkerbaan. Leerkracht: ‘Kijk eens wat ik heb meegebracht.’ Tim: ‘Dat is een knikkerbaan.’ Leerkracht: ‘Ik zie geen knikkers.’ Tim: ‘Maar er zou een knikker op kunnen …’ Tim demonstreert gedetailleerd (zonder knikker) hoe de knikker wordt getransporteerd. Tim test zijn voorspelling met een knikker.

161

Made with