Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

6.1 Introductie

leerling

beïnvloedt

beïnvloedt

beïnvloedt

leerkracht

taak

Figuur 6.1 De talentdriehoek voor hoofdstuk 6

In dit hoofdstuk gaan we vanuit het perspectief van de context nader in op de der- de punt van de driehoek: op microniveau is dit de taak en op mesoniveau is dit de leeromgeving. We behandelen de aspecten van de taak en de leeromgeving die van belang zijn voor het handelen in de klas of groep bij het toepassen van de principes van talentontwikkeling. We beginnen dit hoofdstuk met de principes van talentontwikkeling die van toepassing zijn op de taak en de leeromgeving. Daarna volgt een casus. Vervolgens beschrijven we een viertal aspecten op microniveau die van belang zijn voor het handelen in een taak die op talentontwikkeling is gericht: het benutten van affor- dantie van het materiaal, het creëren van een cognitief conflict met behulp van de taak, de invloed van de context op de taak en de wijze waarop een taak autonomie kan verlenen. Op mesoniveau komt de leeromgeving aan de orde bij het behande- len van onderzoekend, ontwerpend en ondernemend leren. Daarbij laten we zien dat al deze werkvormen contexten creëren waarin gehandeld kan worden in cycli- sche processen, die zijn afgeleid van de empirische cyclus (zie hoofdstuk 5). Dit is be- langrijk, omdat het gebruik van zo’n cyclus structuur geeft aan de interactie, de au- tonomie van leerlingen ondersteunt en cognitieve conflicten kan creëren waarmee leerlingen via een proces van zelforganisatie op een hoger niveau van handelen en redeneren kunnen komen. Op macroniveau behandelen we kort het onderwijsbe- leid en de wijze waarop dit leerlingen op hun toekomstige functioneren voorbereid. ā ā kun je de principes van talentontwikkeling toepassen op de taak; ā ā weet je wat de belangrijkste kenmerken van een dynamische taak zijn; ā ā weet je op welke wijze een context bijdraagt aan begrip en betekenisgeving; ā ā weet je wat een cognitief conflict is en hoe je hier gebruik van kunt maken; ā ā kun je effectief gebruikmaken van externe leeromgevingen; ā ā weet je op welke wijze vakkenintegratie in een leeromgeving kan ontstaan; ā ā weet je op welke wijze een externe leeromgeving ingebed kan worden. Leerdoelen Na bestudering van dit hoofdstuk:

153

Made with