Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

6 De taak en de leeromgeving

De betekenis van het begrip affordantie is ook vaak leidend voor de vormgeving van straatameublement. Zo zijn er prullenbakken ontworpen met een scheve bo- venkant, zodat mensen er geen rommel zoals lege blikjes op kunnen zetten, maar uitgenodigd worden hun afval via de opening in de bak te gooien. Ook ontwerpers van sport- en bewegingstoestellen voor speelparken probe- ren gebruik te maken van affordanties, waarin bijvoorbeeld het gegeven dat kin- deren houden van asymmetrische vormen (zie figuur 6.4) wordt ingezet. Dit is een interessante bevinding, omdat ze aansluit bij hoofdstuk 2, waarin het belang van variabiliteit is besproken. Asymmetrische objecten met ongelijke afstanden maken meer variabiliteit in het handelen mogelijk. 1 Verzamel (schriftelijk) bij de leerlingen van je stageschool antwoorden op de vraag: ‘Wat zijn de belangrijke plekken bij jou in de buurt?’ en vergelijk de antwoorden van nu met de antwoorden uit hiervoor genoemd onderzoek uit 1985. Wat zijn de verschillen tussen toen en nu? Zie je verschillen tussen de leerlingen onderling? 2 Verzamel (schriftelijk) bij dezelfde leerlingen van je stageschool antwoorden op de vraag: ‘Aan welke activiteiten besteed je de meeste tijd?’ Bespreek je bevindingen met een groepje medestudenten. 3 Het is interessant beide opdrachten met elkaar te vergelijken. Betrek daarbij dat opdracht 1 aansluit bij onderzoek uit 1985. Wat leert deze vergelijking je over de aantrekkelijkheid van omgevingen van jouw leerlingen toen en nu?

Figuur 6.4 Asymmetrie in klim- en springtoestellen verhoogt affordantie tot bewegen

158

Made with