Maaike Hajer, Mylène Hanson, Betsy Hijlkema en Annelies Riteco - Open ogen in de kleurrijke klas

wat is een kleurrijke klas ?

19

Voor leerlingen die de Nederlandse basisschool kennen, is de aanpak in het voortgezet onderwijs ook een hele verandering. Daar zullen ze met de ver schillende vakdocenten een goede relatie moeten krijgen. En welke omgangs vormen gelden er dan? Hoe laat je dan wederzijds respect zien? Welk gedrag wordt wel of niet gewaardeerd? Hoe leer je eigenlijk? Ook voor ouders is het voortgezet onderwijs, en zeker het mbo, vaak een onbekende wereld. Zij gaan uit van hun eigen beeld van een middelbare school, van de omgangsvormen en werkwijzen die zij uit eigen ervaring kennen. Die ervaring kan zijn: strikte discipline in de klas, respect voor de docent, hardwerkende leerlingen die in stilte uit boeken werken en thuis hun huiswerk maken. Ouders die onbekend zijn met het Nederlandse schoolsysteem zullen niet vanzelfsprekend een ac tieve rol spelen in de huiswerkbegeleiding, zoals Nederlandse middenklas senouders dat vaak wel doen. Maar soms kan een oudere zus of broer die rol op zich nemen. De taalsituatie Ook de taalsituatie waarin leerlingen opgroeien loopt uiteen. Pudja, over wier ervaringen je hieronder kunt lezen, heeft in Afghanistan al diverse talen leren spreken, lezen en schrijven, waaronder het Engels. Er zijn ook kinderen die hun eigen niet-westerse taal alleen mondeling beheersen. Voor die kinderen is het leren van mondeling en schriftelijk Nederlands een extra zware opgave. Verder is van invloed hoeveel en waarover er thuis gepraat wordt. Er zijn kin deren die veel contact met het Nederlands hebben buiten school, terwijl voor anderen school de enige plek is waar ze met die taal in aanraking komen. Kennis van de achtergrond van je leerlingen kan je houding en gedrag ten opzichte van bepaalde leerlingen positief veranderen. Laten we eens kijken naar het verhaal van Pudja uit Afghanistan. Ik ben Pudja. Ik kom uit Afghanistan en ben 14 en een half jaar zeg maar. Ik ben uit Afghanistan maar ik ben wel hindoe. Dus ik ging daar naar een Hindoestaanse school, niet naar een zeg maar gewone school. Dus ik leerde daar Hindi en Engels. En daarna de situatie was niet zo goed, daar was een oorlog. Ik mocht niet naar buiten gaan, dus ik kreeg les dan met mijn andere nichten en neefjes thuis. Toen we hier kwamen, heb ik eerst op de isk gezeten, de internationale schakelklas, waar we wel 14 of 12 uren per week Nederlands kregen. Daarna stapte ik over naar een normale school, in de tweede klas gekomen samen met andere klasgenoten maar dat vond ik erg makkelijk. Daarna was ik verplaatst naar de tweede vwo in hetzelfde tijd. Ik vond het niks aan. Mijn klasgenoten waren niet zo aardig tegen ons van de isk. Ze noemden ons illegaal want we spreken niet zo goed Nederlands. Maar toen ben ik in de derde verplaatst en ik vind het wel tof. Allemaal zijn aardig, allemaal zijn, het is wel goed volgens mij. We krijgen hele goeie vakken en ik vind het echt tof hoor.

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online