006120900002

Allround DTP-er Examendossier 006120900002

niveau 3

DTP-er

versie 1 - maart 2012 gebaseerd op kwalificatiedossier DTP-er 2011-2012

A L L R O U N D D T P - E R

Examen-dossier crebonummer  90191 GOC  90192 Savantis  aankruisen wat van toepassing is

Artikelnummer 006120900002 Versie voor Projectbegeleiders, Praktijkbegeleiders en Beoordelaars

Colofon

Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directie en managementteam M. Wouters en L. Fine; B. Huijberts; M. Pelgrum; A. Pijnenburg

De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit examendossier H. B. Aalbersberg ROC Aventus; M. Kolpa ROC van Amsterdam.

Werkgroepleider I. van der Laan

Redactie M. Brok

Omslag/Lay-out

Henny Witjes, Studio Blanche

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting.

© 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2

1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

2. Informatie voor de student . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.2 Kwalificering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.3 Beoordeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.4 Cesuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 2.5 Hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

3. Afnamecondities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

3.1 Plaats van uitvoering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 3.2 Complexiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.3 Omschrijving proces van afname . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.4 Stroomschema proces van afname . . . . . . . . . . . . . . 20

4. Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

4.1 Oriëntatie op je afsluitingsplannen . . . . . . . . . . . . . . . 21 4.2 Invullen afsluitingsplannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

5. Uitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

5.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 5.2 Opdrachtomschrijving en in te leveren producten per werkproces . . . . . . . . . . . 28

6. Resultaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

6.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 6.2 Beoordelingsformulieren per werkproces. . . . . . . . . . 39 6.3 Uitslag en reflectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

7. Nederlands en Moderne Vreemde Talen . . . . . . . . . . . . 55

7.1 Communicatie algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 7.2 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 7.3 Moderne Vreemde Talen (Engels) . . . . . . . . . . . . . . . . 58

8. Rekenen en Wiskunde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61

9. Leren, Loopbaan en Burgerschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63

10. Informatie voor de organisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65

10.1 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 10.2 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op de school . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 10.3 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op de afnamelocatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 10.4 Aanvullende informatie voor de beoordelaars . . . . . . 70

Bijlagen

Bijlage 1 Afsluitingsplan per kerntaak........................................73 Bijlage 2 Beoordelingsmethoden .............................................. 76 Bijlage 3 Formulier reflectieverslag............................................79 Bijlage 4 Richtlijnen Beoordelingsgesprek ................................80 Bijlage 5 Referentieopdracht bij kerntaak 1 en 2.......................82 Bijlage 6 Bijlagen bij de referentieopdracht...............................85 Bijlage 7 Overzicht in te leveren bewijsstukken .........................86 Bijlage 8 Scoretabel Allround DTP-er........................................ 87 Bijlage 9 Begrippenlijst ..............................................................89 Bijlage 10 Niveaubepaling leesvaardigheid ...............................92 Bijlage 11 Niveaubepaling luistervaardigheid ............................94 Bijlage 12 Niveaubepaling spreekvaardigheid ...........................96 Bijlage 13 Niveaubepaling gespreksvaardigheid .......................98 Bijlage 14 Niveaubepaling schrijfvaardigheid .......................... 100 Bijlage 15 Formulier feedback examen door studenten .......... 102

Overzicht werkprocessen en competenties met criteria ......... 104

1. Inleiding

Beste student,

Voor je ligt het examendossier voor de Allround DTP-er. Dit dossier is de routebeschrijving voor je examen. Jij toont in de komende periode aan dat je in staat bent om de kerntaken van je opleiding competent uit te voeren. Je school bepaalt in overleg met jou waar je examen kunt doen. Het kan zijn dat je dat volledig bij één of meerdere bedrijven kunt doen. Het kan ook zijn dat je dat deels bij één of meerdere bedrijven en deels op school gaat doen. Je kunt dit examendossier ook geheel op je school uitvoeren. Voor je met je examen begint, moet je precies weten waar je wat gaat doen. Je zult van tevoren afspraken over je werkzaamheden maken met de mensen voor en met wie je werkt. Soms is het moeilijk om alle werkzaam- heden binnen één opdracht (de inhoud van je werk) uit te voeren. De werkzaamheden bij de werkprocessen zijn zo opgebouwd dat je ze ook met verschillende opdrachten voor eventueel verschillende opdracht- gevers kunt doen. Aan de hand van je afsluitingsplannen (zie hoofdstuk 4) wordt vastgesteld of de door jou aangegeven opdracht(en) van het niveau van een beginnend allround DTP-er zijn. In hoofdstuk 5 vind je een omschrijving van je werkzaamheden per werkproces en in hoofdstuk 6 vind je de beoordelingsformulieren per werkproces. Tijdens dit examen voer je ieder werkproces zelfstandig uit. De producten worden beoordeeld op bruikbaarheid in het bedrijfsleven. Je wordt beoordeeld door zowel mensen uit het bedrijfsleven als mensen van je school.

5 Hoofdstuk 1. Inleiding

Tijdens je examen is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die nodig zijn. We adviseren je daar deze map voor te gebruiken. Hierin kun je de door jou gemaakte producten met de ingevulde beoordelingsformu- lieren opslaan. Aan het einde van de periode kun je het complete dossier aan de examencommissie overhandigen. Je voert alle opdrachten bij de werkprocessen uit in een periode van ongeveer 2 tot 8 weken. Je school bepaalt de wijze waarop je dit examen- dossier uitvoert.

Succes bij het uitvoeren van dit examendossier.

Informatie voor begeleiders Dit examendossier is zo opgebouwd dat de student werkproces voor werkproces kan uitvoeren en de benodigde bewijzen kan verzamelen. Voor het kwalificeren is het van belang dat hij zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Wij adviseren u de student alle bewijzen in dit dossier op te laten slaan. Aan het einde van deze periode kan de student het volledige dossier dan bij de examencommissie inleveren.

Het ROC kan het dossier een bepaalde periode bewaren voor de onderwijsinspectie.

Van dit examendossier is zowel een studenten- als een begeleidersversie beschikbaar. In de begeleidersversie is informatie die speciaal bedoeld is voor begeleiders en beoordelaars toegevoegd in aanvullende, grijze vlakken. In hoofdstuk 10 staat aanvullende informatie die van belang is voor de organisatie en de beoordelaars . Digitale ondersteuning en aanvullingen bij dit examendossier kunt u vinden bij www.consortiumbo.nl. Bij de kwalificatie Allround DTP-er staan twee crebonummers aangegeven. Dat komt omdat bij het kwalificatiedossier DTP-er twee kenniscentra zijn betrokken. De kwalificaties hebben de volgende crebonummers:

DTP-er

GOC

Savantis

Allround DTP-er

90191

90192

De school kan het dossier een bepaalde periode bewaren voor de onderwijsinspectie.

Examendossier

6

2. Informatie voor de student

2.1 Inleiding

2.2 Kwal i f icer ing

2.3 Beoordel ing

2.4 Cesuur

2.5 Hulpmiddelen

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk vind je de informatie over de voorbereiding op het examen, het examen zelf en de beoordeling, de cesuur (wanneer ben je geslaagd) en de toegestane hulpmiddelen. Tijdens het examen is het van belang dat je alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Een lijst met bewijsstukken vind je in bijlage 7. Je kunt de bewijsstukken verzamelen bij een van de lege tabbladen in dit examendossier.

Digitale bestanden bewaar je in overleg met je school in een digitale omgeving.

2.2 Kwal i f icer ing

Met dit examendossier ga je voldoen aan de gestelde eisen in het kwalifi- catiedossier DTP-er voor de kwalificatie Allround DTP-er.

Je wordt getoetst op twee kerntaken:

Kerntaak 1: ‘Verricht voorbereidende werkzaamheden voor een media-uiting’ In kerntaak 1 maak je een voorstel voor de media-uiting. Je interpreteert en beoordeelt de opdracht en controleert de aangeleverde data. Je bepaalt de te nemen stappen en de benodigde tijd per stap en je zorgt ervoor dat de juiste hulpmiddelen aanwezig zijn.

7 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

Werkproces

Competentie

E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen

Beoordeelt en/of interpreteert het omkaderd plan

1.1

Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten

R

E Samenwerken en overleggen Q Plannen en organiseren E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten

1.2 Organiseert zijn werkzaamheden

Maakt een voorstel voor een media-uiting

1.3

Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten

R

Kerntaak 2: ‘Realiseert media-uiting’ In kerntaak 2 realiseer je een product. Je bereidt deze realisatie voor, je maakt de media-uiting, archiveert materialen en bestanden en gebruikt en beheert je eigen hard- en software.

Werkproces

Competentie

K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten

2.1 Bereidt de realisatie voor

T Instructies en procedures volgen

K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten Q Plannen en organiseren

2.2 Voert de realisatie uit

Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten

R

S Kwaliteit leveren V Met druk en tegenslag omgaan K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen

2.3 Archiveert bestanden en materialen

Gebruikt en beheert eigen hard- en software

2.4

Een uitklapvel met een overzicht van kerntaken, werkprocessen, compe- tenties en de eisen die daarbij horen vind je achter het laatste tabblad.

Examendossier

8

2.3 Beoordel ing

Beoordeling van werkprocessen Tijdens je examen wordt beoordeeld of je de werkprocessen die bij elk van de drie kerntaken horen competent uitvoert. Een werkproces omvat werkzaamheden die je moet uitvoeren met een gewenst resultaat. Per onderliggende competentie wordt gekeken naar het resultaat van je werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je kennis en vaardigheden. Het resultaat van je werkzaamheden kan een product zijn, een dienst, een tevreden klant enzovoort.

Er wordt beoordeeld of je de bij het werkproces vereiste competenties voldoende hebt ontwikkeld.

Bij de beoordeling van een werkproces staat voorop dat je werkzaam- heden en het resultaat van die werkzaamheden bruikbaar moeten zijn voor het bedrijf(sleven) / de opdrachtgever.

Kerntaak

Werkproces:

omschrijving werkzaamheden met gewenst resultaat

Competenties:

omschrijving gedrag en inzet kennis en vaardigheden met een gewenst resultaat

In hoofdstuk 5 staat voor elk werkproces omschreven welke werkzaam- heden je moet verrichten en welke producten je daarbij moet leveren.

In hoofdstuk 6 vind je vervolgens voor elk werkproces een apart beoor- delingsformulier. In de beoordelingsformulieren staat aangegeven welke eisen aan elk van de producten worden gesteld. Bij elke onderliggende competentie staat omschreven wat het gewenste gedrag is en welke kennis en/of vaardigheden je moet inzetten om tot het gewenste resultaat te komen.

9 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

Werkprocessen worden beoordeeld met O – V – G O = onvoldoende V = voldoende G = goed Hoe de score tot stand komt ligt vast in de cesuur (zie hoofdstuk 2 paragraaf 4). Wanneer jouw ROC dat wenst is er een omrekentabel naar cijfers. Beoordelingsmethoden bij competenties Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen word je beoordeeld door meerdere personen en op meerdere manieren. Om op meerdere manieren te kunnen beoordelen worden vijf beoorde- lingsmethoden ingezet: • Observatie • Productbeoordeling • Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek • Presentatie Observatie : Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je voldoet aan de eisen die bij de competenties worden gesteld. Productbeoordeling : Je beoordelaar stelt vast of je product voldoet aan de eisen die bij het product staan aangegeven. Reflectieverslag : Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. Beoordelingsgesprek : Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. Presentatie : Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. In bijlage 2 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd. In bijlage 3 staat het formulier voor een reflectieverslag. In bijlage 4 staan de richtlijnen voor een beoordelingsgesprek. Beoordelen van producten De aangegeven producten moeten voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stel. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke eisen ze moeten voldoen.

Producten worden beoordeeld met O – V – G .

Examendossier

10

O Onvoldoende Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria bij het product. Voldoende Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het product. V

G Goed Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.

Beoordelen van competenties Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven welk competent gedrag van je wordt verwacht en wat het gewenste resultaat is.

Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst.

Voor de beoordeling van je gedrag, staan bij de competentie de eisen waaraan je moet voldoen. Dat zijn eisen die betrekking hebben op de gedrag en op de kennis en vaardigheden die je moet tonen. De beoordelaars bepalen door middel van observatie en als er een product is met productbeoordeling of je competent hebt gehandeld. In een aantal gevallen wordt één van de aanvullende beoordelingsme- thoden ingezet: • Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek • Presentatie O Onvoldoende aangetoond Het gewenste resultaat is onvoldoende en/of je laat het gewenste gedrag onvoldoende zien en/of je zet onvoldoende kennis en/of vaardigheden in. Voldoende aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende en je laat het gewenste gedrag zien en je zet voldoende kennis en vaardigheden in. Goed aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende of goed. Je gedrag is bovenge- middeld en/of je zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in. V G Competenties worden beoordeeld met O – V – G .

11 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

Proces van beoordelen Zie ook het schema in paragraaf 3.3 en 3.4.

Van tevoren is aan jou bekend gemaakt wanneer er wordt beoordeeld en door wie.

De school en het bedrijf geven van tevoren aan welke beoordelaar welke onderdelen beoordeelt. • Als werkprocessen in de BPV worden uitgevoerd, zullen beoordelaars uit de praktijk alle producten en competenties beoordelen. Een aantal producten en competenties worden ook beoordeeld door iemand van je school. • Wanneer werkprocessen op je school in een gesimuleerde omgeving worden uitgevoerd, zullen bij een aantal producten en competenties meerdere beoordelaars worden ingeschakeld. De beoordeling verloopt als volgt: • Tijdens de werkzaamheden word je geobserveerd. • Je levert op de van tevoren afgesproken tijdstippen de gevraagde producten in. • Je beantwoordt de gestelde vragen tijdens het beoordelingsgesprek . • Je houdt de presentatie die wordt gevraagd. Je beoordelaars stellen tijdens een vaststellingsgesprek je definitieve scores vast. Deze scores worden vastgelegd in de beoordelingsformu- lieren. Beoordelingen ‘Onvoldoende’ en ‘Goed’ worden toegelicht. Je begeleider van school bespreekt de resultaten met jou. Je hebt te allen tijde recht van inzage in de door jou ingeleverde bewijsstukken met de daarbij behorende beoordeling. Je ondertekent elk beoordelingsformulier voor gezien. Om in aanmerking te komen voor een diploma moeten alle bewijsstukken door jou worden aangeleverd bij je begeleider van de school. Bewijs- stukken zijn: de twee afsluitingsplannen, beoordeelde producten en ingevulde beoordelingsformulieren. Een overzicht met in te leveren bewijs- stukken vind je in bijlage 7.

Je school controleert of je alle bewijsstukken tijdig hebt aangeleverd.

Vervolgens beslist de examencommissie op basis van de gehanteerde cesuur (zie paragraaf 2.4) of je geslaagd of gezakt bent voor dit examen. De school laat je op een vooraf bekend gemaakt tijdstip de uitslag weten.

Examendossier

12

Begeleiding

Bij langere periodes kunnen er meerdere beoordelingsmomenten worden gekozen. Het kan ook zijn dat de beoordeling in één of enkele keren binnen korte tijd plaatsvindt.

Omdat de school verantwoordelijk is voor de diplomering worden bij examinering in de BPV een aantal producten en competenties ook beoordeeld door iemand van het ROC. Er zijn dan twee beoordelaars. Omdat er meerdere beoordelaars bij een werkproces betrokken zijn, wordt er aan het eind van het examen door alle beoordelaars een vaststellingsgesprek gehouden (zie paragraaf 10.4). Tijdens dat vaststellingsgesprek stellen de beoordelaars de definitieve beoordelingen per product en vervolgens per competentie vast. De eindbeoordeling van een competentie gebeurt op basis van de uitkomsten van alle beoordelingsmethoden. Op basis van de cesuur wordt de score op het werkproces bepaald. De definitieve beoordelingen O-V-G voor de producten, voor de competenties en voor de werkprocessen worden vastgelegd in de beoordelingsformulieren. Bij een score O of G op een product of competentie wordt bij in het vakje ‘Opmerkingen’ aangegeven waar die score vandaan komt. Alle beoordelaars ondertekenen het voorblad van het beoordelingsformulier. De verantwoordelijke van school legt de definitieve beoordelingsformulieren ter ondertekening voor aan de student. De resultaten worden besproken. Alle bewijsstukken worden door de student aangeleverd. Naast de ondertekende beoordelingsformulieren zijn dit de reeds eerder beoordeelde producten en de twee afsluitingsplannen.

2.4 Cesuur

Voor het goed afsluiten van je examen geldt de volgende cesuur:

• Voor het behalen van dit examen moet je voor alle kerntaken tenminste een ‘ V oldoende’ behalen.

• Een kerntaak is ‘ V oldoende’ als alle onderliggende werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘ V oldoende’.

• Een kerntaak is ‘ G oed’ als 55% van de onderliggende werkprocessen beoordeeld zijn met ‘ G oed’ en de overige werkprocessen met ‘ V oldoende’.

• Een werkproces is ‘ V oldoende’ als 55% of meer van de onderliggende competenties met ‘ V oldoende’ of ‘ G oed’ is beoordeeld.

13 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

• Een werkproces wordt beoordeeld met ‘ G oed’ als 55% of meer van de competenties is beoordeeld met ‘ G oed’ en de overige compe- tenties met ‘ V oldoende’. • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ V oldoende’ als alle bijbe- horende producten met een ‘ V oldoende’ beoordeeld zijn en je laat het gewenste gedrag zien met het bijbehorende resultaat en je toont voldoende kennis en vaardigheden. • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ G oed’ als alle bijbehorende producten met een ‘ V oldoende’ beoordeeld zijn. Je gedrag met het bijbehorende resultaat is bovengemiddeld en/of je toont bovengemid- delde kennis en vaardigheden.

De school kan afwijken van deze cesuur. In zo’n geval word je tijdig op de hoogte gesteld van de door jouw school gehanteerde cesuur.

Begeleiding

De essentie van het beroep is vastgelegd in de beschrijving van de werkprocessen. Om die reden vinden wij dat de studenten alle werkprocessen met minimaal een voldoende moeten afsluiten. De cesuur wordt gelegd op het niveau van de competenties. De verschillen in kwaliteiten/mogelijkheden tussen de studenten zitten immers op competentieniveau.

2.5 Hulpmiddelen

Alle in het vakgebied gebruikte hulpmiddelen zijn toegestaan.

Examendossier

14

3. Afnamecondities

3.1 Plaats van ui t voer ing

3.2 Complexi tei t

3.3 Omschr i jving proces van afname

3.4 St roomschema

proces van afname

3.1 Plaats van ui t voer ing

Je kunt de werkzaamheden tijdens je examen uitvoeren op je school en/of op een of meer BPV-bedrijven.

Voorafgaand aan het uitvoeren van de werkprocessen wordt bepaald welke werkprocessen je in de BPV uitvoert en welke werkprocessen je eventueel in een gesimuleerde vorm op je school doet. De school bepaalt welke mogelijkheden er zijn.

Op school

Bij BPV-bedrijf

werkproces 1.1

kerntaak 1

werkproces 1.2

werkproces 1.3

werkproces 2.1

werkproces 2.2

kerntaak 2

werkproces 2.3

werkproces 2.4

Hoe verloopt het examen op je BPV-bedrijf? Voordat je examen begint, maak je zelf afspraken met je BPV-bedrijf over de concrete invulling van je activiteiten.

Je krijgt op het BPV-bedrijf een begeleider en iemand die je beoordeelt.

15 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

Dat kan dezelfde persoon zijn. Als dat zo is, weet je op welke momenten je wordt beoordeeld en waarvoor.

Iemand van je school zal de kwaliteit van een aantal van de door jou in te leveren producten (mede) beoordelen. Welke producten dat zijn, staat aangegeven in je afsluitingsplan. Tijdens het examen bespreek je, een aantal afgesproken keren, met je begeleider op school de voortgang van je werkzaamheden. Dat kan zowel op school als op het BPV-bedrijf gebeuren. De beoordelaar van school bezoekt op van tevoren afgesproken tijdstippen het BPV-bedrijf. Hij beoordeelt dan een aantal werkprocessen. Je weet tevoren welke werkprocessen dat zijn. Hoe verloopt het examen op school? Voordat je examen begint, maakt je begeleider van school afspraken met je over de concrete invulling van je activiteiten. Je krijgt op school een begeleider en iemand die je beoordeelt. Dat kan dezelfde persoon zijn. Als dat zo is, weet je op welke momenten je wordt beoordeeld en waarvoor. Een tweede beoordelaar zal de kwaliteit van een aantal van de door jou in te leveren producten (mede) mede beoordelen. Welke producten dat zijn, staat aangegeven in je afsluitingsplan.

Tijdens het examen bespreek je, een aantal afgesproken keren, met je begeleider op school de voortgang van je werkzaamheden.

De tweede beoordelaar zal ook een aantal van je werkprocessen mede beoordelen. Je weet tevoren welke werkprocessen dat zijn.

16

Begeleiders Bij het examineren van werkprocessen in een BPV-bedrijf

Voorafgaand aan de toewijzing van BPV-bedrijven legt de school in overleg met het bedrijf vast welke werkprocessen in aanmerking komen om binnen het bedrijf te examineren. Dat is mede afhankelijk van het type opdrachten dat door het bedrijf wordt uitgevoerd. De opdracht(en) die de student uitvoert, moeten op het gewenste niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar liggen. Wat dat niveau is, wordt verder uitgewerkt in §3.2 en hoofdstuk 4. In de bijlagen 5 en 6 vindt u een opdracht die kan dienen als referentie.

De school controleert of het bedrijf in staat is om het examen te begeleiden en of de beoordelaar van het bedrijf de beoordelingssystematiek van dit examendossier kan uitvoeren.

De school levert een tweede beoordelaar bij de beoordeling van een aantal producten en werkprocessen. Welke dat zijn staat aangegeven in de beoordelingsformulieren in hoofdstuk 6. Bij het examineren van werkprocessen in op school Voorafgaand aan het examen legt de school, eventueel in overleg met de student, vast welke werkprocessen in aanmerking komen om op school te examineren. De school maakt zelf een opdracht, levert een opdracht uit het bedrijfsleven of geeft de student toestemming om een zelf verworven opdracht uit het bedrijfsleven uit te voeren. Er kan per werkproces ook aan verschillende opdrachten worden gewerkt. De opdracht(en) die de student uitvoert, moeten op het gewenste niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar liggen. Wat dat niveau is, wordt verder uitgewerkt in §3.2 en hoofdstuk 4. In de bijlagen 5 en 6 vindt u een opdracht die kan dienen als referentie of die als examenopdracht kan worden gebruikt. De school levert een beoordelaar die alle producten en werkprocessen beoordeelt. De school levert een tweede beoordelaar bij de beoordeling van een aantal producten en werkprocessen. Welke dat zijn staat aangegeven in de beoordelingsformulieren in hoofdstuk 6. Wanneer alle werkprocessen op school worden uitgevoerd moet de school aantonen op welke wijze het bedrijfsleven betrokken is bij de examinering. Dat kan door de tweede beoordelaar aan te trekken vanuit het bedrijfsleven.

17 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

3.2 Complexi tei t

De producten die je maakt en de wijze waarop je de werkzaamheden uitvoert, zijn op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Voor dat niveau gelden de volgende eisen: • Je voert werkzaamheden uit op het niveau van een compleet werkproces (zie hoofdstuk 5). • Je wordt per werkproces beoordeeld (zie hoofdstuk 6). • De opdracht(en) waaraan je werkt, is/zijn van het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. • Je voert je werkzaamheden zelfstandig uit, met begeleiding op afstand. Het vragen om hulp aan collega’s of begeleider op het BPV-bedrijf is toegestaan, maar je vraagt niet meer hulp dan je collega’s. • Je taal- en rekenniveau voldoet aan de volgende eisen: - Nederlands luisteren en lezen ligt op niveau 2F. Nederlands gesprekken voeren, schrijven en spreken ligt op niveau 2F. - Engels luisteren, lezen, gesprekken voeren en schrijven ligt op niveau A2. Engels spreken ligt op niveau A1. - Rekenen ligt op niveau 2F.

3.3 Omschr i jving proces van afname

In deze paragraaf staat op volgorde aangegeven welke activiteiten er nodig zijn tijdens de voorbereiding op je examen, tijdens het examen zelf en bij het afronden van je examen.

Nr Activiteit

Betrokkenen

Documenten

Voorbereiden kwalificering Voorlichting geven aan de student over zijn/haar examen. Voorlichting geven aan praktijkbegeleider (mits examen in de BPV wordt afgenomen). Verwerven van passende werkzaamheden binnen de school of het BPV-bedrijf Goedkeuring voor de werkzaamheden en het BPV-bedrijf Het BPV-bedrijf voldoet (bedrijf is door de examencommissie goedgekeurd). Binnen de beschreven opdracht(en) kunnen alle werkprocessen worden uitgevoerd. De opdracht(en) is/zijn juist, compleet en hebben voldoende complexiteit.

Examendossier Examenreglement van de school

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

1.

Examendossier Hoofdstuk 4 Bijlage 1 Afsluitingsplan

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

2.

(Sub)examencommissie

Examendossier Hoofdstuk 4 en paragraaf 10.2 en 10.3 Bijlage 1 Afsluitingsplan

3.

Examendossier

18

Nr Activiteit

Betrokkenen

Documenten

Plannen Afstemmen waar er wat wordt uitgevoerd en beoordeeld.

Examendossier Hoofdstuk 4 en paragraaf 10.2 en 10.3 Bijlage 1 Afsluitingsplan

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

4.

Voldoen aan voorwaarden ontwikkelingsgerichte deel

Verantwoordelijke school

5.

Het ROC stelt vast dat student heeft voldaan aan de voorwaarden van het ontwikkelingsgerichte deel van de opleiding Start uitvoering Alle betrokkenen zijn op de hoogte van de definitieve start van het examen en het afsluitingsplan. Uitvoering opdracht Uitvoering van de opdrachten volgens planning. Beoordelen door diverse beoordelaars De beoordelaars beoordelen producten en voeren de aangegeven beoordelingsmethoden uit volgens de voorgeschreven systematiek. Beoordelingsformulieren worden correct ingevuld. Bewijsstukken verzamelen De student verzamelt alle bewijsstukken in zijn examendossier en/of een andere aangewezen opslagplaats. De student levert zijn examendossier in bij de verantwoordelijke van de school. Vaststellen bewijsstukken Check of alle bewijsstukken aanwezig zijn. Eindbeoordeling vaststellen Gekwalificeerd (op basis van cesuur). Niet gekwalificeerd (recht op herkansing bepalen). Diplomering Na afronding vakdossier, Nederlands, Moderne vreemde Talen, Rekenen/ wiskunde en LLB. Vaststellen beoordeling De beoordelaars komen per werkproces tot een gezamenlijke beoordeling

Examendossier Paragraaf 10.2 en 10.3 Bijlage 1 Afsluitingsplan

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

6.

Examendossier Hoofdstuk 5

Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV Student Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

7.

Examendossier Hoofdstuk 6 Paragraaf 2.3, 10.1, 10.2, en 10.3 Bijlage 1 Afsluitingsplan Bijlage 3 Beoordelingsmethoden Bijlage 4 Richtlijnen Beoordelingsgesprek Examendossier Hoofdstuk 6 Paragraaf 2.3, 2.4, 10.1, 10.2 en 10.3

8.

Verantwoordelijke school Verantwoordelijke BPV

9.

Student Verantwoordelijke school

Examendossier Hoofdstuk 6

10.

Paragraaf 2.3 en 10.1 Bijlage 8 Overzicht in te leveren bewijsstukken

11.

Verantwoordelijke school

Examendossier Paragraaf 10.1

Bijlage 8 Overzicht in te leveren bewijsstukken

(Sub)examencommissie

Examendossier Paragraaf 2.4

12.

Allen

Diploma

13.

19 Hoofdstuk 3. Afnamecondities

3.4 St roomschema proces van afname

Start Kwalificerende periode

Informatie over Kwalificeren

Verwerven passende opdracht

Opdracht verstrekt door ROC

Goedkeuring opdracht?

Plannen

Goedkeuring opdracht?

START Examen

Uitvoeren opdrachten en inleveren producten, waaronder eventuele reflectieverslagen ter beoordeling

Beoordelen

Houden van eventuele presentatie(s) en beoordelingsgesprek(ken)

Vaststellen beoordeling in vaststellingsbijeenkomst

Vaststellen bewijsstukken

Verzamelen en inleveren bewijsstukken

Wel of niet voldaan aan de cesuur?

Herkansing of afgewezen

Diploma

Examendossier

20

4. Voorbereiding

4.1 Or iëntat ie op je afslui t ingsplannen

4.2 Invul len afslui t ingsplannen

4.1 Or iëntat ie op je afslui t ingsplannen

De opdracht(en) De werkzaamheden voor je examen voer je uit binnen een of meerdere opdrachten. In deze tabel zie je welke mogelijkheden er zijn:

Op school

Bij BPV-bedrijf

Echte praktijk- opdracht

Eerder door het bedrijf uitgevoerde opdracht

Opdracht uit de praktijk

Opdracht van school

werkproces 1.1

werkproces 1.2

kerntaak 1

werkproces 1.3

werkproces 2.1

werkproces 2.2

kerntaak 2

werkproces 2.3

werkproces 2.4

De opdrachten moeten op het niveau zijn van een ‘beginnend beroeps- beoefenaar’. In bijlage 5 en 6 vind je zo’n opdracht waarmee je alle werkzaamheden van de zeven werkprocessen kunt uitvoeren. Wanneer je een opdracht van school krijgt, zal deze altijd van het juiste niveau zijn. Wanneer je zelf een opdracht uit de praktijk inbrengt of wanneer je een opdracht of opdrachten van je BPV-bedrijf doet, zal je school vaststellen

21 Hoofdstuk 4. Voorbereiding

of die opdracht(en) van het vereiste niveau is/zijn. Wanneer je BPV-bedrijf op het tijdstip dat jij examen doet geen opdrachten van het vereiste niveau heeft, mag je een opdracht die het BPV-bedrijf al eerder heeft uitgevoerd als examenopdracht gebruiken. Wat doe je en waarop word je beoordeeld? Je onderzoekt wat je straks tijdens de examenperiode precies gaat doen om de werkzaamheden uit hoofdstuk 5 uit te voeren. Welke activiteiten worden er per werkproces van je verwacht en welke producten moet je inleveren? Je onderzoekt waarop je wordt beoordeeld (zie hoofdstuk 6). Welke competenties moet je aantonen en welke eisen horen daarbij? Welke aanvullende eisen worden aan de producten gesteld? De afsluitingsplannen Per werkproces schrijf je de opdracht waaraan je gaat werken nauwkeurig uit in een afsluitingsplan. Ook alle activiteiten die je bij het werkproces uitvoert en de producten die je gaat inleveren schrijf je daarin op. Voor het afsluitingsplan gebruik je het voorbeeld uit bijlage 1. Het afsluitingsplan dien je ter goedkeuring in op school en eventueel bij je BPV-bedrijf.

4.2 Invul len afslui t ingsplannen

In bijlage 1 vind je het formulier voor een afsluitingsplan.

Je maakt een afsluitingsplan per werkproces. Je levert daarom in totaal zeven afsluitingsplannen in. Drie afsluitingsplannen voor de werkpro- cessen 1.1 tot en met 1.3 van kerntaak 1 en vier afsluitingsplannen voor de werkprocessen 2.1 tot en met 2.4 van kerntaak 2.

Jebegeleider van school zal je helpenbij het invullen van een afsluitingsplan.

In een afsluitingsplan vul je eerst in om welk werkproces het gaat. Een compleet overzicht van alle werkprocessen per kerntaak vind je in paragraaf 2.2. Je vult je naam, je cohort en het crebonummer van je opleiding in. De laatste twee gegevens krijg je van je school.

In de tweede tabel geef je dan aan waar je het werkproces uitvoert. Je kruist ook aan waar je opdracht voor het werkproces vandaan komt.

Vervolgens omschrijf je kort en bondig de opdracht die je voor het werkproces uit gaat voeren. Je geeft daarbij ook aan wie je begeleider is en op welke wijze hij je ondersteunt. Je geeft aan of en in hoeverre je de opdracht individueel uitvoert en wat jouw verantwoordelijkheden zijn.

Examendossier

22

Deze gegevens worden door de school gebruikt om vast te stellen of je opdracht van het gewenste niveau en de gewenste complexiteit is.

In de volgende tabel omschrijf je de verschillende activiteiten die je uit gaat voeren bij het werkproces. Je geeft ook aan wanneer je dat doet en wie je begeleider is. Je geeft aan welke producten je inlevert. De gevraagde producten vind je zowel in hoofdstuk 5 bij de werkzaamheden van het werkproces als in hoofdstuk 6 bij het beoordelingsformulier van het werkproces. Je zoekt uit wat de deadline is voor het inleveren van de producten en bij wie je ze moet inleveren. Bij sommige werkprocessen wordt een extra beoordelingsmethode ingezet. Dat wil zeggen dat er een beoordelingsgesprek wordt gehouden, dat je een presentatie moet geven of dat je een reflectieverslag moet inleveren. Je vindt een overzicht van de extra beoordelingsmethoden en de werkprocessen waar ze worden gebruikt in §5.1 Je vult de eventuele extra beoordelingsmethode in het afsluitingsplan in. Je zet er bij waar en wanneer het beoordelingsgesprek of de presentatie wordt gehouden en wanneer en bij wie je het reflectieverslag moet inleveren. Je achterhaalt wie je beoordelaars zijn en geeft aan of zij beoordelen vanuit het ROC of vanuit het BPV-bedrijf of het bedrijfsleven. Wanneer alles is ingevuld onderteken jij het afsluitingsplan van het werkproces en dien je het ter goedkeuring in bij je begeleider op school en als dat nodig is ook bij je begeleider op het BPV-bedrijf.

Na goedkeuring en ondertekening van het afsluitingsplan kun je starten met het examen van het betreffende werkproces.

Je herhaalt deze procedure voor alle werkprocessen. Je school geeft aan wanneer je de afsluitingsplannen moet indienen.

23 Hoofdstuk 4. Voorbereiding

Examendossier

24

5. Uitvoering

5.1 Inleiding

5.2 Opdrachtomschr i jving en

in te leveren producten per werkproces

5.1 Inleiding

Wanneer je zeven afsluitingsplannen zijn goedgekeurd begint het echte examen.

Nu voer je alle activiteiten uit bij de werkzaamheden die in hoofdstuk 5 per werkproces staan aangegeven. Je volgt daarbij de planning die je in je afsluitingsplan van het betreffende werkproces hebt gemaakt. Je houdt het verloop van je werkzaamheden ook bij in je afsluitingsplan.

Bij het uitvoeren van de werkzaamheden word je beoordeeld.

Je bent op tijd aanwezigwanneer er observatiebeoordelingen plaatsvinden.

Je levert de definitieve versies van gevraagde producten ophet afgesproken tijdstip in en controleert of ze worden beoordeeld.

25 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Tijdens of na afloop van het examen van werkproces 1.3 toon je de competenties K ‘Vakdeskundigheid toepassen’ en R ‘Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten’ mede aan door een presentatie. De presentatie geef je zelf vorm en inhoud. Je bent tijdig aanwezig op het afgesproken tijdstip en je zorgt ervoor dat de apparatuur die je nodig hebt aanwezig en getest is.

Beoordelingsgesprek Werkproces

Competenties 1.3 Maakt een voorstel voor een media-uiting K Vakdeskundigheid toepassen

R Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten

Tijdens of na afloop van het examen van werkproces 2.2 vindt een beoor- delingsgesprek plaats. Het beoordelingsgesprek gaat over de competentie R ‘Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten’. Tijdens het beoordelingsgesprek verantwoord jij de door jou gemaakte keuzes om te voldoen aan de behoeften en verwachtingen van de opdrachtgever. Je beoordelaars voeren het beoordelingsgesprek uit volgens de richtlijnen die je vindt in bijlage 4. Je bent tijdig aanwezig op het afgesproken tijdstip waarop het beoordelingsgesprek plaatsvindt.

Presentaties Werkproces

Competenties

2.2 Voert de realisatie uit

R Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten

Tijdens of na afloop van het examen van werkproces 2.3 maak je een reflectieverslag. Het reflectieverslag gaat over de competenties K ‘Vakdes- kundigheid toepassen’, L ‘Materialen en middelen inzetten’ en S ‘Kwaliteit leveren’. In het reflectieverslag verantwoord jij de door jou gemaakte keuzes. Je gebruikt voor het reflectieverslag het formulier dat je vindt in bijlage 3. Je levert het reflectieverslag op het afgesproken tijdstip in.

Presentaties Werkproces

Competenties

2.3 Archiveert bestanden en materialen

K K Vakdeskundigheid toepassen L L Materialen en middelen inzetten S S Kwaliteit leveren

Examendossier

26

Controleer of alle beoordelingsformulieren goed zijn ingevuld. Als er beoordelingen missen, overleg je met de begeleider van school.

Wanneer je een werkproces hebt afgerond lever je alle bewijsstukken bij dat werkproces voor de afgesproken datum in. In bijlage 7 vind je een overzicht van alle bewijsstukken die je moet inleveren.

27 Hoofdstuk 5. Uitvoering

5.2 Opdrachtomschr i jving en

in te leveren producten per werkproces

Kerntaak 1

Verricht voorbereidende werkzaamheden voor een media-uiting

Werkproces 1.1

Beoordeelt en/of interpreteert het omkaderd plan

Wat moet je doen? Je ontvangt een opdracht om een media-uiting voor te bereiden en te realiseren. Deze opdracht krijg je van een opdrachtgever. In veel gevallen is dit je leidinggevende. Je krijgt deze opdracht in de vorm van een briefing. Deze briefing bevat een plan waarin veel zaken zijn vastgelegd. Zo krijg je bijvoorbeeld informatie over de stijl die je media-uiting moet krijgen. Soms moet je een huisstijl gebruiken of moet je bepaalde afbeeldingen of illustraties gebruiken. Vaak zul je al materialen aangeleverd krijgen in de vorm van werktekeningen, afbeeldingen en teksten. In het plan zal ook de deadline zijn vastgelegd. Je maakt van deze briefing een samenvatting. Hierin som je op welke media-uiting(en) je moet maken en aan welke technische eisen de media- uiting moet voldoen. Beschrijf de stijl waarin je moet werken en de gewenste vormgevingselementen. Als er naast de deadline belangrijke data zijn genoemd, neem je deze ook op in de opsomming. Als je nog vragen hebt of dingen onduidelijk zijn, noteer je je vragen. Omdat het soms moeilijk is om er achter te komen wat er precies van je wordt verwacht, overleg je met de opdrachtgever en eventueel je collega’s. Je controleert samen met je opdrachtgever of je de opdracht goed begrepen hebt en of je gegevens kloppen. Noteer ook de antwoorden op je vragen.

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Communicatieve vaardigheden Kennis van grafische en interactieve media-uitingen Rekenen: verbanden

Nederlands: mondelinge taalvaardigheid

Wat lever je in? • Samenvatting van de briefing

Examendossier

28

Kerntaak 1

Verricht voorbereidende werkzaamheden voor een media-uiting

Werkproces 1.2

Organiseert zijn werkzaamheden

Wat moet je doen? Op basis van de samenvatting van de briefing schrijf je een stappenplan.

In je stappenplan beschrijf je welke werkzaamheden je uit gaat voeren. Je beschrijft wat je op welk moment gaat doen voor en tijdens de realisatie van de media-uiting. Maak een schema waarin je je werkzaamheden in de juiste volgorde zet. Je beschrijft wat je precies moet doen en op welk moment. Per stap bepaal je hoeveel tijd je nodig hebt en wanneer je de werkzaamheden uitvoert.

Je maakt een duidelijke planning waarin je alle stappen weergeeft.

Omdat je vaak samen aan een opdracht werkt, is het belangrijk om met je opdrachtgever en collega’s te overleggen over je stappenplan.

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Inzicht in ontwikkelingen op zijn vakgebied Rekenen: getallen

Kennis van technieken, materialen en hulpmiddelen die in de branche worden toegepast

Wat lever je in? • Een stappenplan

29 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Kerntaak 1

Verricht voorbereidende werkzaamheden voor een media-uiting

Werkproces 1.3

Maakt een voorstel voor een media-uiting

Wat moet je doen? Je maakt een voorstel voor de media-uiting.

Je gebruikt de informatie uit de briefing om de juiste vormgevingsele- menten te kiezen. Je kiest het font, de kleuren en maakt een keuze uit de aangeleverde foto’s. Je houdt bij het maken rekening met productspecifi- caties, typografie en lay-out. Bij al deze keuzes houd je je aan de door de opdrachtgever vastgelegde stijl.

Controleer zorgvuldig of je voorstel voldoet aan de eisen van de opdrachtgever.

Als je voorstel aan de eisen voldoet, maak je een proef die je ter correctie voorlegt aan je opdrachtgever. Zorg dat het soort proef past bij de media- uiting die je maakt. Afhankelijk van de afspraken die je hebt gemaakt, kan dit bijvoorbeeld een goede print zijn van je voorstel of een digitaal prototype. Zorg in elk geval dat je proeven van goede kwaliteit zijn en verzorgd worden gepresenteerd. Wanneer alles duidelijk is, maak je een proef die past bij de media-uiting die je gaat maken. Dit kan bijvoorbeeld een goede print zijn van je voorstel of een digitaal prototype. Zorg in elk geval dat je proef van goede kwaliteit is. Op het afgesproken tijdstip dien je je voorstel in ter beoordeling. Je presenteert je voorstel aan je leidinggevende. In de presentatie leg je je opdrachtgever uit welke keuzes je in je voorstel maakte en waarom. Tijdens de presentatie noteer je de opmerkingen van je opdrachtgever. Als er correcties zijn, maak je een nieuwe versie van je voorstel. Dit voorstel lever je ter beoordeling in. Voordat je het definitieve voorstel inlevert, zijn er maximaal twee correctierondes mogelijk.

Examendossier

30

Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van vormgeefelementen Vaardigheid in het gebruiken van materialen en hulpmiddelen bij het vormgeven van een media-uiting Vaardigheid in het toepassen van technieken voor het vormgeven van een media-uiting Rekenvaardigheden Rekenen: meten en meetkunde

Nederlands: mondelinge taalvaardigheid

Wat lever je in? • Voorstel voor een media-uiting (proef)

* Voor de beoordelaar Als na maximaal twee correctierondes het voorstel nog niet in orde is, dan is de productbeoordeling van WP1.3 onvoldoende. De student gaat dan wel verder met zijn examen. De student kan dan samen met de opdrachtgever en/of een collega het voorstel verder gereed maken.

31 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Kerntaak 2

Realisieert media-uiting Bereidt de realisatie voor

Werkproces 2.1

Wat moet je doen? Je bereidt de realisatie van de media-uiting voor op basis van het goedge- keurde voorstel. Je verzamelt daarvoor de benodigde materialen en digitale bestanden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan teksten, foto’s en logo’s maar ook aan speci- ficaties van de drukker. Je zorgt ervoor dat bestanden worden aangeleverd in het juiste formaat en volgens de benodigde specificaties. Je let hierbij op de (auteurs)rechten en regelt toestemming voor gebruik. Overleg met je opdrachtgever of je de beelden wel mag gebruiken en zorg waar nodig voor schriftelijke toestemming. Je beoordeelt materialen en bestanden op technische bruikbaarheid. Denk hierbij aan de juiste resolutie, juiste scherpte, grootte en kleurmodus. Je bewerkt bestanden als dat nodig is. Het kan voorkomen dat je beelden moet digitaliseren. Ook kan het voorkomen dat je logo’s of grafieken moet namaken of kleuren moet veranderen. Je gebruikt geschikte software bij je werkzaamheden. Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van bestandsformaten in combinatie met de software Kennis van wet- en regelgeving op het gebied van auteursrecht Vaardigheid in werken met DTP-software Lezen en toepassen van Engels ten behoeve van de voorbereiding van de media-uiting Rekenen: verhoudingen

Wat lever je in? • ‘Open’ bestand(en) die nodig zijn voor je media-uiting*

* Met open bestanden worden bestanden bedoeld die nog bewerkt kunnen worden met het software- / opmaakprogramma waarin ze zijn gemaakt.

Examendossier

32

Kerntaak 2

Realisieert media-uiting

Werkproces 2.2

Voert de realisatie uit

Wat moet je doen? Je realiseert een media-uiting.

Je gebruikt een goedgekeurd voorstel om de media-uiting te realiseren. Je plaatst alle definitieve tekst- en beeldelementen. Als dat nodig is voor de media-uiting, gebruik je gegevens uit een database. Bij het uitwerken van de media-uiting zorg je ervoor dat je je aan de specificaties houdt. Vaak zijn dit de aanleverspecificaties van bijvoorbeeld een drukker. Het kunnen ook specifieke eisen zijn die een opdrachtgever stelt.

Je test de werking en controleert de specificaties voor aanlevering. Als dat nodig is, pas je je bestanden aan.

Bij deze werkzaamheden gebruik je de juiste software.

Voordat je je definitieve bestand(en) aanlevert voor verdere productie, leg je de realisatie ter goedkeuring voor aan de opdrachtgever. Als dit wordt gevraagd, verantwoord je je keuzes. Na goedkeuring lever je het bestand aan voor verdere productie, distri- butie of uploading. Als dat nodig is, regel je de verdere productie. Vakkennis en vaardigheden die (deels) toegepast worden bij dit werkproces. Kennis van typografie Toepassen van opmaakprincipes Rekenvaardigheden Vaardigheid in werken met DTP-software Kennis van kleurenleer Lezen en toepassen van Engelse informatie ten behoeve van de realisatie van de media-uiting Nederlands: begrippenlijst en taalverzorging Nederlands: schrijfvaardigheid

Wat lever je in? • Productieklaar bestand

33 Hoofdstuk 5. Uitvoering

Made with