006120900002

Begeleiding

Bij langere periodes kunnen er meerdere beoordelingsmomenten worden gekozen. Het kan ook zijn dat de beoordeling in één of enkele keren binnen korte tijd plaatsvindt.

Omdat de school verantwoordelijk is voor de diplomering worden bij examinering in de BPV een aantal producten en competenties ook beoordeeld door iemand van het ROC. Er zijn dan twee beoordelaars. Omdat er meerdere beoordelaars bij een werkproces betrokken zijn, wordt er aan het eind van het examen door alle beoordelaars een vaststellingsgesprek gehouden (zie paragraaf 10.4). Tijdens dat vaststellingsgesprek stellen de beoordelaars de definitieve beoordelingen per product en vervolgens per competentie vast. De eindbeoordeling van een competentie gebeurt op basis van de uitkomsten van alle beoordelingsmethoden. Op basis van de cesuur wordt de score op het werkproces bepaald. De definitieve beoordelingen O-V-G voor de producten, voor de competenties en voor de werkprocessen worden vastgelegd in de beoordelingsformulieren. Bij een score O of G op een product of competentie wordt bij in het vakje ‘Opmerkingen’ aangegeven waar die score vandaan komt. Alle beoordelaars ondertekenen het voorblad van het beoordelingsformulier. De verantwoordelijke van school legt de definitieve beoordelingsformulieren ter ondertekening voor aan de student. De resultaten worden besproken. Alle bewijsstukken worden door de student aangeleverd. Naast de ondertekende beoordelingsformulieren zijn dit de reeds eerder beoordeelde producten en de twee afsluitingsplannen.

2.4 Cesuur

Voor het goed afsluiten van je examen geldt de volgende cesuur:

• Voor het behalen van dit examen moet je voor alle kerntaken tenminste een ‘ V oldoende’ behalen.

• Een kerntaak is ‘ V oldoende’ als alle onderliggende werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘ V oldoende’.

• Een kerntaak is ‘ G oed’ als 55% van de onderliggende werkprocessen beoordeeld zijn met ‘ G oed’ en de overige werkprocessen met ‘ V oldoende’.

• Een werkproces is ‘ V oldoende’ als 55% of meer van de onderliggende competenties met ‘ V oldoende’ of ‘ G oed’ is beoordeeld.

13 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student

Made with