Piet Mooren e.a. - Verborgen talenten

Deel1 Ter inleiding

vankinderen. Omde lezersvandit boek, (aanstaande) leerkrachten, alvast inde sfeer te latenkomenpresenterenwe inparagraaf1.1eenkleinecollagevan leer- krachten die figureren in kinderboeken. Vervolgens gevenwe in paragraaf 1.2 (‘Rodedraden’) een toelichtingopdeuitgangspuntenvanditboek, gevolgddoor eenuitlegoverdeopbouwvanhetboek(paragraaf1.3).Wesluitendit inleidende hoofdstukafmetdeparagraafwaarinditboekwordt gerelateerdaandeKennis- basiseneenKeuzewijzer. van JohnBurningham is vande oude stempel: fantaseren is uit denboze en strafregels zijn eenprobaatmiddel om dat af te leren. BastiaanBoezeman gaat opweg omwijzer teworden, maar raakt onderwegnaar school indeproblemenenkomt te laat. ‘BastiaanBoezeman, jebent te laat. Enwaar is jehandschoengebleven?’ ‘Ikben te laatmeneer, omdat er onderwegeenkrokodil uit een sloot opdookdie mijn schooltasprobeerdeaf tepakken, enhijwouniet loslaten totdat ikmijn handschoennaar hem toegooide. Dieheefthij toenopgegeten.’ ‘Er zittenhier helemaal geenkrokodillen inde sloot. Jeblijft vanmiddagnaom strafregels te schrijven. 300keer: Ikmaggeen leugens vertellenen ikmagniet mijnhandschoenkwijtraken.’ Dus bleef Bastiaan ’smiddagsnaen schreef 300keer Ikmaggeen leugens vertel lenen ikmagnietmijnhandschoenkwijtraken. (uit De jongendie altijd te laat kwam van JohnBurningham, 1988, z.p.)

1.1 Meesters en juffen inkinderboeken Demeester in De jongen die altijd te laat kwam

Illustratievanauteur JohnBurningham in De jongendie altijd te laat kwam (1988, z.p.)

16

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online