Jakop Rigter - Basisboek psychologie

1  Hoe onze hersenen en onze erfelijkheid werken

1.6 Waaruit bestaat ons perifeer zenuwstelsel? Alle zenuwcellen en daarbij horende zenuwvezels die zich buiten de schedel of de wervelkolom bevinden, behoren tot het perifeer zenuwstelsel (Vingerhoets, 1998). Het perifeer zenuwstelsel zorgt voor de verbinding tussen de verschillende organen, zintuigen en spieren met het ruggenmerg en de hersenen. Er zijn twee soorten ze nuwbanen: de motorische zenuwbanen verplaatsen de opdrachten uit het centraal zenuwstelsel naar spieren, klieren of ingewanden. De sensorische zenuwbanen ver plaatsen de signalen in de andere richting, ze geven de informatie vanuit de zintuigen door aan het centraal zenuwstelsel. Sensorische zenuwen zorgen bijvoorbeeld voor de informatie over pijn, warmte, kou, positie van armen en benen en over hoe iets eruit ziet, smaakt en ruikt.

Het perifeer zenuwstel sel is het netwerk van zenuwbanen dat de verbinding vormt tus sen het centraal zenuw stelsel en de spieren en zintuigen. Het bestaat uit motorische zenuw banen die informatie van de hersenen aan de spieren doorgeven en uit sensorische zenuw banen die de hersenen van informatie voorzien over zintuiglijke waar nemingen, zoals pijn, warmte en kou.

Zenuwbanen waardoor de boodschappen verzonden worden en binnenkomen, kennen drie ontvangstplaatsen. Allereerst de herse nen zelf. Dat zijn maar twee paar zenuwba nen: het kijken (de oogzenuwen) en het rui ken (de zenuwbanen uit de neus). Ten tweede zijn er tien paren die in de hersenstam uitko men. Ook zij ontvangen informatie uit het hoofd en versturen daar opdrachten naar. Denk aan oogbewegingen, slikbewegingen, beweging van stembanden en nek, smaak gewaarwording, gehoor en evenwicht (zie hoofdstuk 3). De meeste paren van zenuw banen vertrekken uit het ruggenmerg, het

perifeer zenuwstelsel

autonoom zenuwstelsel

somatisch zenuwstelsel

parasympathisch zenuwstelsel

sympathisch zenuwstelsel

Figuur 1.19 Schematisch over zicht van het perifeer zenuwstelsel

zijn er maar liefst 31. Ze verlaten het ruggenmerg via uitsparingen tussen de wervels. Het perifeer zenuwstelsel kent qua functie twee onderdelen: het somatisch zenuw stelsel en het autonoom zenuwstel. 1.6.1 Het somatisch zenuwstelsel Met het somatisch zenuwstelsel worden de willekeurige spieren aangestuurd. Over het algemeen zijn dit skeletspieren die aangespannen kunnen worden als iemand dat wil – vandaar het woord willekeurig . Een voorbeeld is het aansturen van de beenspie ren bij het hardlopen. Als de hardloper besluit dat het genoeg is geweest, zorgt hij ervoor dat er minder hard wordt gelopen of dat hij helemaal stopt. Behalve dat het somatisch zenuwstelsel spieren aanzet tot actie, ontvangt het ook informatie en wel van dezelfde (willekeurige) spieren en van (de zintuigen uit) de huid. Dit alles betekent dat het somatisch zenuwstelsel verantwoordelijk is voor beweging, tast, positiezin en waarneming van temperatuur en pijn (Vingerhoets, 1998). 1.6.2 Het autonoom zenuwstelsel Het autonoom zenuwstelsel zorgt voor het aansturen van onze klieren en ingewan den. Autonoom betekent zelfcontrolerend. Het autonoom zenuwstelsel stuurt onze onwillekeurige spieren aan. Dit zijn de spieren die werken zonder dat we erover na denken. Een voorbeeld is de hartspier waarmee bloed door het lichaam wordt ge pompt. We kunnen de hartspier niet ‘vertellen’ om sneller of langzamer te pompen.

Het somatisch zenuw stelsel is een onder deel van het perifeer zenuwstelsel dat de willekeurige spieren aanstuurt, zoals je hand- en vingerspieren bij gamen of appen.

Het autonoom zenuw stelsel is een onder deel van het perifeer zenuwstelsel dat de autonome (of: onwille keurig en automatisch werkende) spieren aanstuurt, zoals de darmspieren maar bij voorbeeld ook spiertjes rond je oog.

44

Made with FlippingBook HTML5