Jakop Rigter - Basisboek psychologie

1  Hoe onze hersenen en onze erfelijkheid werken

bij chronische stress. De sympathische kant is dan te veel en te lang actief. Dit kan uit eindelijk leiden tot ontregeling van het stresssysteem en gezondheidsproblemen zoals een burn-out. Om een beeldspraak te hanteren: het gaspedaal wordt langdurig en te diep ingedrukt (ontleend aan www.vabs.nl). Er wordt te laat en te weinig snelheid ge minderd. Het rempedaal is even ‘zoek’. Sympathisch: ‘gaspedaal is ingedrukt’ Parasympathisch: ‘de accu wordt opgeladen’ alert op wat er om je heen gebeurt in rust ademhaling is versneld, longvolume is vergroot ademhaling is normaal hartslag en bloedruk zijn hoog hartslag is laag, bloeddruk is laag skeletspieren, vooral van armen en benen, zijn gespannen ontspannen skeletspieren spijsvertering wordt onderdrukt; weinig bloed naar de maag en darmen spijsvertering is actief; veel bloed naar maag en darmen zweetklieren actief, wat zorgt voor afkoeling zweetklieren normaal lever geeft suiker af in bloedbaan leveractiviteit is gericht op opname van suiker uit voedsel 1.7.1 Inleiding Naast ons zenuwstelsel – met daarin de hersenen als belangrijk onderdeel – moeten we ook kijken naar de erfelijke aanleg om het functioneren van mensen te begrijpen. Je zal daar vast zelf weleens over nagedacht hebben. Dat je zoveel kunt lijken op je vader of je moeder. Of dat je een eigenschap hebt waarbij je niet kunt thuisbrengen ‘van wie je die hebt’. Soms komen er verhalen in het nieuws van eeneiige tweelingen die los van elkaar zijn opgegroeid, heel lang niet van elkaars bestaan wisten en elkaar, al of niet toevallig, toch ontmoeten. Het wordt dan normaal gevonden dat ze qua uiterlijk op elkaar lijken, maar veel mensen zoeken (en vinden soms) de overeenkomsten in gedrag. Men vraagt zich dan af hoe invloedrijk de erfelijke aanleg is. Maar pas op, er zijn ook eeneiige tweelingen die juist erg (in gedrag) van elkaar verschillen. Zoals een eeneiige tweeling van wie de een lesbisch is en de ander niet. Dergelijke voorbeelden krijgen minder aandacht in de media. Omdat de erfelijke aanleg bij ieder mens – uitgezonderd de eeneiige tweeling – an ders is, gebruiken psychologen en andere wetenschappers deze van oudsher om zowel de unieke kenmerken van een individuele mens als de verschillen tussen mensen te verklaren. Ook waar men opgroeit, in welke omgeving en in welke tijd, heeft natuurlijk invloed op hoe iemand zich ontwikkelt. De discussie of je het (ontstaan van) gedrag het best kunt verklaren vanuit (vooral) biologische factoren of vanuit (vooral) omgevingsfactoren, is binnen de psychologie altijd een heftige geweest. Zowel de ene als de andere ‘kant’ kent aanhangers. Het wordt ook wel het nature-nurturedebat genoemd. Het Engelse woord nature bete 1.7 Hoe komt onze erfelijke aanleg tot stand?

Tabel 1.1 Overzicht van de func ties van het sympa thisch en parasympa tisch zenuwstelsel

Het nature-nurture debat is de discussie over de vraag of gedrag (vooral) bepaald wordt door genen of (vooral) door omgevingsin vloed. Sinds enkele decennia wordt de vraag anders gesteld. Namelijk hoe biologi sche factoren en omge vingsfactoren invloed op elkaar uitoefenen bij de verklaring van gedrag.

46

Made with FlippingBook HTML5