L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

6  •  Economie en maatschappij

We zullen zien dat de economie zich anders ontwikkelde in de wereld van de Griekse stadstaten, waarin het koningschap ontbrak en tempels niet die grote landgoederen bezaten als in het oosten (zie 10.9 en appendix 4).

6.3 Handel en betaalmiddelen

In de oudheid gold het als ideaal te leven op je eigen stuk grond en te leven van de opbrengst daarvan. We noemen dat wel met een Engelse term subsistence farm­ ing en boeren die zo leven peasants . Grondbezitters – of het nu particulieren, tempels of paleizen waren – werden geacht zelfvoorzienend te zijn. Grondbezit gaf de meeste status. Maar dit ideaal van zelfvoorzienendheid of autarkie werd nooit bereikt. Al was de economie agrarisch, handel was toch noodzakelijk. Egypte en Mesopotamië misten belangrijke grondstoffen als timmerhout, koper en tin. Uit opgravingen blijkt dat al in de pre- en protohistorie handelscontacten over uitgestrekte gebieden bestonden, van Klein-Azië tot Iran. Langeafstandshandel was echter in de gehele oudheid een riskante zaak. Vooral over land, wegens het gebrekkige en trage vervoer en het gevaar van roof- overvallen. De te verhandelen producten moesten daarom licht in gewicht, niet bederfelijk en kostbaar zijn, wilden er winstmogelijkheden zijn. Vervoer van gro- te hoeveelheden (zoals graan) kon alleen zinvol per schip geschieden. Over land is het vervoer van graan over langere afstanden niet rendabel wegens te hoge kosten, de traagheid van het vervoer (met ezels of muildieren) en het voederen van de trek- en lastdieren. Omdat handel een riskante en grote investeringen vergende onderneming was en er vooral kostbare producten vervoerd werden, ligt het voor de hand dat de grootste vermogensbezitters – tempel en paleis – de grootste opdrachtgevers en ‘geldschieters’ waren. Dat betekende overigens niet dat de handelaren zonder meer in dienst van tempel of paleis stonden. Uit de Oud-Babylonische tijd weten wij dat handelaren en paleis gezamenlijk een kas beheerden waarin ze beiden zil- ver deponeerden als startkapitaal. Zeer goed bekend is ook de Oud-Assyrische handel dankzij een archief van zo’n 18.000 tabletten uit Kaneš in Klein-Azië (achtiende eeuw v.Chr.), waar de Assyriërs weliswaar geen politieke macht had- den maar wel een handelswijk bezaten van Assyrische kooplieden. De handel werd geregeld door verdragen tussen de Assyrische overheid en de stadsvorsten van Kaneš. Men kende in deze tijd al gebruiken die aan het moderne bankwe- zen doen denken, zoals het werken met overdraagbare schuldbekentenissen aan toonder. Uit de Nieuw-Babylonische en Perzische tijd zijn archieven van parti- culiere ondernemingen over die zich bezighielden met geldlening, handel, pacht en exploitatie van grond. De Fenicische steden verzorgden het handelscontact met de landen rondom de Middellandse Zee.

75

Made with FlippingBook HTML5