Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

3 Een dynamische visie op talent

3.7 Principes van talentontwikkeling

Voortvloeiend uit de visie die in de vorige paragraaf is uitgelegd kunnen vijf prin- cipes van talentontwikkeling worden geformuleerd. Deze principes zijn niet be- doeld als dogma’s of regels, maar eerder als richtlijnen om mee te werken (zie Wetzels, 2015). De vijf principes van talentontwikkeling zijn: 1 Iedereen is talentvol en de ontwikkeling van een persoon kan alleen tot stand komen door deze als talentvol te benaderen. 2 Jonge kinderen zijn van nature nieuwsgierig, hebben een grote belangstelling voor de wereld om hen heen en hebben een onderzoekende houding. 3 Het zien van talentvol gedrag van kinderen, dit kunnen plaatsen in een ont- wikkelingsperspectief en het daarnaar handelen is een motor achter de verde- re ontwikkeling van talent bij kinderen. 4 Het is belangrijk dat de leerkracht zich ontwikkelt tot ‘talentexpert’, wat in- houdt dat de leerkracht talentvol gedrag van kinderen kan zien, dit talentvol gedrag kan plaatsen in een ontwikkelingsperspectief en ernaar kan handelen (met als doel dit talent zo optimaal mogelijk te begeleiden en te stimuleren). 5 Casusgestuurd leren is de beste manier om als leerkracht oog te krijgen voor talentvol gedrag van leerlingen en van jezelf. 3.8.1 Samenvatting In dit hoofdstuk ging het om de vraag ‘wat is talent?’. Vaak wordt hiermee de aangeboren of verworven begaafdheid van een persoon bedoeld. Het gaat er dan vaak om dat iemand prestaties laat zien (in een bepaald domein) die beter zijn dan die van veel anderen. Dit is een normatieve benadering van talent, waarbij een persoon wordt vergeleken met een gemiddelde of norm. Wij kiezen voor een ipsatieve visie op talent. Deze is gericht op de mogelijkheden van een individu. Een persoon wordt hier vergeleken met zichzelf. Volgens de theorie van complexe dy- namische systemen is talent geen eigenschap van een persoon, maar ontwikkelt het zich uit de interacties in een systeem van verschillende componenten. De ba- sisvorm van dit systeem is de talentdriehoek , waarin de interacties tussen leerling, leerkracht en taak centraal staan. Als er sprake is van een optimaal interactiepa- troon tussen leerling, leerkracht en taak kan een opwaartse spiraal ontstaan waar het niveau van een leerling naar een steeds hoger niveau wordt ‘gestuwd’.

3.8 Tot besluit

76

Made with