Dynamiek van sociaal werk en gemeentelijk beleid - Toby Witte

Inleiding

Sinds de decentralisatie van het sociaal domein in 2015 zijn gemeenten de dichtstbijzijnde – eerste – overheid waar bewoners voor (hulp)vragen en ondersteuning moeten aankloppen. Voor die tijd vond de belangrijkste be sluitvorming voor wat betreft het sociaal domein plaats in en rond het re geringscentrum en de Tweede Kamer in Den Haag en lag die toen deels ook nog in handen van het provinciale bestuur met betrekking tot de jeugdzorg. Met de komst van de Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet in 2015 is de belangrijkste beslissingsmacht verschoven naar de lokale overheid. De ge wenste participatiesamenleving – een term die inmiddels alweer aan kracht heeft ingeboet, althans minder te horen is – zal vooral vorm moeten krijgen op lokaal/gemeentelijk niveau. Anders gezegd: de oude verzorgings staat is door wat heet een ‘terugtrekkende’ centrale overheid op zijn retour en heeft in belangrijke mate plaatsgemaakt voor een verzorgings stad /participatiege meente. Hier krijgen bewoners in samenspraak met en met ondersteuning van sociaal professionals een grotere verantwoordelijkheid om hun eigen le ven samen met anderen vorm te geven en – voor zover mogelijk – minder afhankelijk te zijn van de overheid. Termen als eigen kracht, samen- en zelf redzaamheid, sociale activering, nabijheid en burgerkracht passen in deze ontstane context, net als de term ‘doe-democratie’, oftewel maatschappelijke democratie. Voor het lokale bestuur en de plaatselijke politiek is dit een forse omslag. Het gaat om een andere manier van regievoeren, een andere wijze van finan ciering en het leren loslaten oftewel meer (durven) overlaten aan bewoners. Deze beweging sluit aan op een ingezette trend van government (regeren en besturen van bovenaf ) naar governance (interactief sturen van onderaf ). Van zelfsprekend verandert daarmee ook inhoudelijk de manier van werken van sociaal professionals en (beleids)ambtenaren op het gebied van zorg, welzijn en jeugd. Samenwerking en samenhang tussen zorg- en welzijnsinstellingen en met de gemeente zijn van belang om de participatiekracht van burgers te vergroten en te versterken – meer in het bijzonder van de kwetsbare bewo ners (jongeren en ouderen). Een terugblik op de praktijk van nu naar 2015 (ruim vier jaar transitie en transformatie) laat zien dat dit niet zonder slag of stoot en teleurstellingen verloopt. De kritiek zwelt zelfs aan. Er ligt de komende jaren dus nog altijd een uitdagende, spannende en niet eenvoudige opgave voor zowel sociaal professionals en hun organisaties als de lokale politiek (het gemeentebestuur). Het zijn en blijven turbulente tij-

13

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online