István Bejczy - Een kennismaking met de middeleeuwse wereld

20

VROEGE MIDDELEEUWEN I

Afbeelding 1.3 Benedictus kastijdt een

monnik die zich door de duivel laat verleiden. Miniatuur uit een elfde-eeuws handschrift, geschreven in het klooster Monte Cassino, met onder meer een levensbeschrijving van Benedictus door Gregorius de Grote. B IBLIOTHECA A POSTOLICA V ATICANA , MS . V AT . LAT . 1202 FOL . 30 V .

het westerse monnikendom is bepaald door Benedictus van Nursia († ca. 560). Deze stichtte tussen Rome en Napels de abdij Monte Cassino, het moederklooster van de benedictijner orde. De Regel van Benedictus is afgestemd op de versterving van de eigen wil en verlangens, al is de ascese iets minder streng dan in de oosterse kerk gebruikelijk was. Nederigheid, kuisheid en gehoorzaamheid (aan de abt) zijn de belangrijkste idealen. De dag is verdeeld in uren van gebed, met inbegrip van lezen en mediteren, en handenarbeid: ora et labora . Per etmaal vinden acht gemeenschappelijke eredien sten plaats met *koorgebed ( opus Dei , ‘het werk van God’), ook ’s nachts, want de slaap telt eveneens als een genieting waaraan men zich niet teveel mag overgeven. Monniken mogen de abdij alleen met toestemming van de abt verlaten. De benedictijner regel ver spreidde zich vanaf de zevende eeuw over West-Europa. De abdijen streefden naar voldoende grondbezit om in hun materiële noden te voorzien. Vanaf de vroegste tijd werden ook nonnenkloosters op gericht, al bleven die in de Vroege Middeleeuwen naar verhouding dun gezaaid. Dubbelkloosters, met een mannen- en een vrouwen afdeling, kwamen zelden voor. Het Frankische rijk van de Merovingen – de naam van het konink lijk geslacht, afgeleid van de legendarische stamvader Merovech – week in drie opzichten af van de andere Germaanse rijken op voor malig West-Romeins grondgebied. Ten eerste waren de Franken niet verhuisd, zoals veel andere Germaanse stammen, maar waren zij langs de Rijn en de Maas blijven wonen en hadden zij van daar uit hun macht uitgebreid. In hun stamland waren zij in de meer derheid, waarmee zij over een machtsbasis beschikten die tegen politieke woelingen bestand was. Goten, Longobarden en Vanda len daarentegen vormden in de door hen beheerste gebieden ver Het Merovingische rijk

Made with FlippingBook - Share PDF online