István Bejczy - Een kennismaking met de middeleeuwse wereld

23

HET MEROVINGISCHE RIJK

moedelijk een kleine vijf procent van de bevolking. De vermenging van deze stammen met andere bevolkingsgroepen begon al vroeg en kreeg haar beslag nadat de politieke rol van de veroveraars was uitgespeeld. Alleen voor Engeland gold dat de meeste bewoners tot dezelfde stammen behoorden als hun koningen. Franken en An gelsaksen wisten dan ook als enige Germanen hun taal in te voeren in tevoren geromaniseerd gebied. Ten tweede breidden de Franken hun macht niet alleen naar het zuiden uit, steeds grotere delen van Gallië opslokkend, maar ook naar het oosten dat nooit onder Romeins bestuur had gestaan. Clovis’ zoons lijfden, behalve Bourgondië en de Provence, ook Bei eren en Thüringen in. In de nooit geromaniseerde gebieden waren de Franken geen barbaren, maar degenen die de Romeinse bescha ving en het christendom kwamen brengen. Ten derde was Clovis de eerste Germaanse koning die zich tot het katholicisme bekeerde. Vóór zijn doop in de kathedraal van Reims, in 496 of enkele jaren later, waren alle Germaanse vorsten ofwel heidenen, ofwel *arianen. Tussen de overheersers en de ge romaniseerde bevolking – overwegend katholiek in de steden, veel al heidens op het platteland – bleef daardoor een godsdienstige kloof bestaan. Zo waren gemengde huwelijken bij de Goten verbo den, al werd het verbod niet strikt nageleefd. De doop van Clovis en zijn volgelingen maakte toenadering tussen Franken en Gallo Romeinen mogelijk. De vooraanstaande families uit beide bevol kingsgroepen waren tegen 700 tot één rijksaristocratie versmolten, die bisschoppen, beambten en legeraanvoerders leverde. Clovis en zijn opvolgers voorzagen de bisschoppen en de kloosters ruim schoots van land, waarvan dikwijls de *immuniteit werd gegaran deerd. Koninklijke beambten mochten het dan niet betreden om er hun functies uit te oefenen. Bovendien bevorderden de koningen de kerstening van nieuw veroverd gebied. Christenen waren in hun ogen de betrouwbaarste onderdanen. Toch mag het een wonder heten dat het Frankische rijk niet ten onder is gegaan. Bij de Merovingen werd het rijk na het overlij den van de koning over diens erfgenamen verdeeld. Ook hiermee weken zij af van de andere Germanen: bij de Angelsaksen, Longo barden en Visigoten was het koningschap niet overerfbaar, maar werd uit de heersende dynastie een koning gekozen aan wie het hele rijk werd toevertrouwd. Na Clovis’ dood in 511 kreeg elk van zijn vier zoons een deel van het rijk. Zij heersten nog in betrekkelij ke eendracht en breidden het Frankische machtsgebied zelfs aan zienlijk uit. Nadat zijn broers waren gestorven, heerste Clotharius I van 558 tot 561 weer over het hele rijk. Daarna vond een nieuwe ver deling plaats. Austrasië (het oude stamland), Neustrië (het door Clovis op Syagrius veroverd gebied), Aquitanië en Bourgondië kre gen hun eigen heersers die elkaar onophoudelijk bevochten en lie ten ombrengen. Dagobert (r. 629-639) was de laatste koning die met succes over het hele rijk regeerde. Na zijn dood ging Aquitanië

Kaart 3: Het Frankische rijk onder Clovis en zijn zoons. Vanuit hun kerngebied in de zuidelijke Nederlanden veroverden de Salische Franken grote delen van West-Europa. Bekende overwinningen van Clovis zijn die bij Soissons (486), waar hij de Romeinse stadhouder Syagrius versloeg, en die bij Zülpich (Tolbiac, 496), waarop zijn bekering tot het christendom zou zijn gevolgd.

Made with FlippingBook - Share PDF online