14ZW3SCWFB1

Sociaal cultureelwerker - Serie 2014 14ZW3SCWFB1

1 Sociaal-cultureel werker Niveau 4 Fase

Serie 2014 Crebonummers 91370

Sociaal-cultureel werker

Niveau 4

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg & Welzijn (kwalificatiedossiers 2011, 2012, 2013 of 2014)

Fase 1 Crebonummers 91370

artikelnummer: 14ZW3SCWFB1

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn I. Rabelink

Ontwikkelteam Sociaal-cultureel werker A. Mulder (ontwikkelteamleider) J. Jaspers

Eindredactie A. Brink M. Brok

Ontwerp/DTP H. Aalbersberg R. Bokma appeltje-n grafische ontwerpen

© 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Verantwoording Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.

www.consortiumbo.nl

Inhoud

Leerprestatie 1

4

Hoe leer ik?

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren

12

Beroepsprestatie 1.1

20

De deelnemers begeleiden (2014-scw-bp1.1)

Beroepsprestatie 1.2

26

Mensenwensen (2014-scw-bp1.2)

Beroepsprestatie1.3

34

Plan van aanpak (2014-scw-bp1.3)

Beroepsprestatie 1.4

42

Vraaggericht werken (2014-scw-bp1.4)

* Daar waar de hij-vorm staat, wordt ook de zij-vorm bedoeld of omgekeerd. * Waar deelnemer staat, kan ook worden gelezen: cliënt, bezoeker, ...

Leerprestatie 1 Hoe leer ik?

Werkprocessen met de competenties van deze leerprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

M Analyseren

N Onderzoeken

W Gedrevenheid en ambitie tonen

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

N Onderzoeken

O Creëren en innoveren

1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren

A Beslissen en activiteiten initiëren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit

A Beslissen en activiteiten initiëren

Q Plannen en organiseren

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

Typering van deze leerprestatie

Leren begint niet voor iedereen op dezelfde manier. De een wil gewoon beginnen, de ander wil eerst over het onderwerp praten, lezen of uitleg krijgen. De manier waarop je met het leren begint, wordt een leerstijl genoemd. Om goed te kunnen leren is het belangrijk dat je, afhankelijk van de situatie, verschillende stijlen kunt toepassen. Je kunt je voorstellen dat wanneer je met mensen werkt, je niet zomaar iets kunt doen en dan maar zien hoe het uitpakt. In de beroepssituatie is het belangrijk dat je je werkzaamheden met het gewenste resultaat binnen een bepaalde tijd goed hebt afgerond.

4

Zorg & Welzijn serie 2014

Je leerstijl heeft te maken met je levenservaring en met de persoon die je bent. Ook je ervaringen op school en de situaties waarin je leert zijn van invloed. Een leerstijl is niet iets dat vaststaat. Door ervaringen in je leven en in je werk verander jij en dat kan dus ook je leerstijl veranderen. Tijdens de opleiding probeer je nieuwe manieren van leren uit; manieren die passen bij de situatie en bij dat wat je moet leren. Je kunt de gekozen manier van leren evalueren, benoemen wat je goed bevallen is, wat je opnieuw wilt gebruiken en wat je een volgende keer anders wilt doen. Het valt Yasmine op dat iedere student in de groep een eigen aanpak bij het leren heeft. Zelf vindt ze het prettig om eerst iets over het onderwerp te lezen. Ebel houdt er niet van met zijn neus in de boeken te zitten. Hij begint gewoon en ziet wel hoe het uitpakt. Gewoon lekker klooien. Als hij meer moet weten, dan verdiept hij zich er wel in. Hij vraagt anderen, googelt of zoekt het op. Fatima wil graag van tevoren weten wat ze precies moet doen. Ze vraagt veel aan de docent voordat ze ergens aan begint. Als iemand het haar vertelt, dan begrijpt ze het beter.

Opdrachten

A. Waar ben ik goed in? Schrijf vijf dingen op waar je goed in bent, die je kunt en waar je trots op bent. Dit kunnen verschillende dingen zijn: afwassen, luisteren, rekenen, sport, appeltaart bakken. Ga na wie of wat van invloed is geweest dat jij daar zo goed in bent geworden. Wat of wie heeft jou daarbij geholpen?

Bewijsstuk Collage WP 1.5: M

B. Wat mij helpt om te leren

Wat helpt jou om te leren? Denk aan: • een leraar die goed kan uitleggen of aandacht voor jou heeft • je ouders die je stimuleren

• het willen winnen van een wedstrijd • een tevreden klant in je bijbaantje ……

Wat kun je hiervan gebruiken voor je opleiding?

Bewijsstuk Overzicht van wat jou helpt om te leren WP 1.5: M, O

C. Wat is mijn leerstijl? Doe een test om je leerstijl te achterhalen. Wat herken je in de uitkomst en wat herken je niet? Als dit jouw leerstijl is, wat kun je dan verder ontwikkelen om optimaal te leren? Betrek hierin de overige leerstijlen.

Bewijsstuk Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren WP 1.2: N

5

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

D. Wat heb ik nodig om mezelf te ontwikkelen? Bespreek de resultaten van je leerstijlentest met die van groepsgenoten. • Welke verschillen en overeenkomsten zijn er in de leerstijlen? • Welke leerstijlen ga je verder ontwikkelen? • Wat heb je daarvoor nodig aan ondersteuning van je begeleider(s) en op welke manier? • Geef tips en tops aan je begeleider(s).

Bewijsstuk Tips en tops voor je begeleider(s) WP 1.2: O

E. Mijn manier van leren evalueren Je werkt in de opleiding aan verschillende opdrachten, zoals: • het schrijven van verslagen • het opdoen en toetsen van je kennis • het oefenen van vaardigheden

• het geven van presentaties • het maken van werkstukken • het werken aan (beroeps)prestaties.

Kies een aantal opdrachten die je al eens hebt uitgevoerd. Evalueer je manier van leren bij de uitvoering van iedere opdracht. Beschrijf per opdracht: • Wat nodigde je uit om deze opdracht te gaan doen? • Wat belemmerde jou in deze opdracht? • Wat was het resultaat van de opdracht? • Wat heb je geleerd van het uitvoeren van de opdracht? • Welke leerstijl heb je toegepast? • Wat had je anders kunnen doen voor een (nog) beter resultaat?

Bewijsstuk Evaluatieverslag WP 1.5: M, O

F. Mijn leerdoelen Welke persoonlijke leerdoelen haal je uit de uitgevoerde opdrachten in deze leerprestatie? Werk je leerdoelen uit in je persoonlijk ontwikkelplan en een plan van aanpak.

Bewijsstuk Persoonlijke leerdoelen in POP/PAP WP 1.1: J, M, N, W WP 1.3: A, M, O WP 1.4: A, Q

6

Zorg & Welzijn serie 2014

Resultaat van deze leerprestatie Je kent je persoonlijke doelen waaraan je gaat werken om optimaal de opleiding te kunnen volgen. Je weet wat je daarvoor moet ontwikkelen en welke taken je moet leren uitvoeren. Je weet wat daarvoor geschikte manieren van leren zijn. Met behulp van deze gegevens kun je jouw leerproces leren plannen en uitvoeren.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Collage • Overzicht van wat jou helpt om te leren • Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren • Tips en tops voor begeleider(s) • Evaluatieverslag • Persoonlijke leerdoelen in POP/PAP

7

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Voortgangsbeoordelingslijst

Leerprestatie Hoe leer ik? Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk Collage

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

laat zien wie of wat haar ontwikkeling in positieve zin beïnvloed heeft laat zien wie of wat haar heeft geholpen in haar ontwikkeling

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Overzicht van wat jou helpt om te leren

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft wat haar heeft geholpen om te leren

  

O Creëren en innoveren

beschrijft welke ervaringen bij het leren zij kan gebruiken voor de opleiding

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

8

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

N Onderzoeken

beschrijft haar leerstijl

  

beschrijft de andere leerstijlen

  

beschrijft hoe zij in de opleiding het beste kan leren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Tips en tops voor je begeleider(s)

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

O Creëren en innoveren

beschrijft welke ondersteuning zij nodig heeft bij het leren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Evaluatieverslag

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

toont haar successen in het leren

  

beschrijft wat haar helpt om te leren

  

beschrijft wat haar belemmert om te leren

  

beschrijft welke leerstijl zij heeft toegepast

  

O Creëren en innoveren

beschrijft wat zij anders had kunnen doen voor een beter resultaat

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

9

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Bewijsstuk Persoonlijke leerdoelen in -POP en PAP

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

beschrijft in haar plan van aanpak duidelijk en concreet hoe ze gaat werken aan het realiseren van haar leerdoelen beschrijft hoe zij tot haar leerdoelen is gekomen legt uit welke aanpak geschikt is om haar leerdoelen te kunnen bereiken

  

M Analyseren

  

N Onderzoeken

  

W Gedrevenheid en ambitie tonen beschrijft hoe zij verantwoordelijkheid neemt voor opdrachten, taken en het bereiken van haar leerdoelen Werkproces 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren beschrijft de activiteiten die ze gaat ondernemen om zich te ontwikkelen

  

G V O

  

M Analyseren

legt uit welke leerstijlen passen bij deze activiteiten

  

O Creëren en innoveren

beschrijft haar ideeën om zich te ontwikkelen

  

Werkproces 1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit Competenties De student:

G V O

A Beslissen en activiteiten initiëren maakt een planning van leerdoelen die zij wil gaan ontwikkelen

  

toont haar verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de planning toont in haar plan van aanpak de activiteiten die zij gaat ondernemen om haar leerdoelen te bereiken

  

Q Plannen en organiseren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

10

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling leerprestatie Hoe leer ik?

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

11

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren

Werkprocessen met de competenties van deze leerprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

M Analyseren

N Onderzoeken

W Gedrevenheid en ambitie tonen

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

N Onderzoeken

O Creëren en innoveren

1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren

A Beslissen en activiteiten initiëren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit

A Beslissen en activiteiten initiëren

Q Plannen en organiseren

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

Typering van deze leerprestatie

Samenwerken is belangrijk in je toekomstige beroep. Tijdens de opleiding werk je samen met medestudenten, collega’s en mensen uit je doelgroep. Omgaan met een medestudent, collega of cliënt is niet hetzelfde als omgaan met een vriend of vriendin. Soms klikt het, soms klikt het niet. Ook wanneer het niet klikt, moet je toch met elkaar samenwerken. Wanneer je dat kunt, dan ben je professioneel bezig. Samenwerken krijgt daarom veel aandacht binnen je opleiding, zowel op school als tijdens je BPV.

12

Zorg & Welzijn serie 2014

Yasmine zegt over haar opleiding: ‘Op school werken we veel in groepjes. Soms vind ik dit leuk, maar niet altijd. Voordat we de taken verdelen, wil ik eerst weten wat de opdracht is. Niet alle groepsgenoten willen dit. Zij gaan al direct aan de slag, terwijl ik nog niet begrijp wat precies de bedoeling is. Meestal is het werken in een groepje heel gezellig en leer ik mijn groepsgenoten goed kennen. Ook kan ik veel van hen leren.’

Opdrachten

A. Bijdragen aan de samenwerking Dit is een individuele opdracht. Schrijf op: • Waar je goed in bent als je samenwerkt. • Welke rol(len) neem jij op je in de samenwerking? • Wat vind je nog lastig of kun je nog niet zo goed als je samenwerkt?

Bewijsstuk Beschrijving van je bijdrage aan samenwerken WP 1.5: M

B. Een samenwerkingscontract opstellen Stel met elkaar een samenwerkingscontract op voor het uitvoeren van de opdrachten C., D., E. Dit doe je door: • uit te wisselen wat iedereen gaat bijdragen aan de samenwerking

• uit te wisselen wat iedereen nodig heeft om goed te kunnen samenwerken • informatie te zoeken over waar het samenwerkingscontract aan moet voldoen • met elkaar groepsregels op te stellen • afspraken te maken over de aanpak van de opdrachten.

Bewijsstuk Samenwerkingscontract met onderbouwing waarom dit een goed contract is WP 1.2: N, O

C. Een activiteit plannen en organiseren Organiseer samen een activiteit, bijvoorbeeld: ouderavond, oma-en-opa-dag, ‘eten met de buren’. Maak een plan van aanpak voor de voorbereiding en uitvoering van de activiteit. Dit doe je door: • met elkaar tot een keuze te komen voor een interessante en uitdagende activiteit • te onderzoeken wat er nodig is om de gekozen activiteit uit te voeren, onderbouw de keuzes • de werkvolgorde en werkverdeling vast te stellen

Bewijsstuk Plan van aanpak met onderbouwing WP 1.3: A, M, O

D. Het uitvoeren van de activiteit Voer de activiteit uit. Bewaak je eigen aandeel in de uitvoering. Kies samen een vorm voor het bewijsstuk waarmee je kunt voldoen aan de beoordelingscriteria.

Bewijsstuk Zelfgekozen vorm WP 1.4: A, Q

13

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

E. Evalueren Evalueer met de groep onderstaande punten. • Het proces van samenwerken: -- Benoem de sterke kanten en de leerpunten in de samenwerking als groep. -- Wat zouden jullie de volgende keer anders doen? • Het product van samenwerken (het resultaat):

-- Hebben jullie de doelen van de activiteit behaald? -- Wat zouden jullie de volgende keer anders doen?

Bewijsstuk Groepsevaluatie WP 1.5: M, O

F. Reflecteren Schrijf een reflectieverslag over je ervaring bij het uitvoeren van deze leerprestatie. Betrek hierin ook je individuele voorbereiding op de leerprestatie (opdracht A.). • In het verslag beschrijf je: -- De rol, taken en verantwoordelijkheden die jij hebt gehad bij de uitvoering van de opdrachten en leg uit waarom je die rol, taken en verantwoordelijkheid had. -- Jouw sterke en zwakke kanten in de samenwerking (het proces). -- Wat je de volgende keer anders zou doen. -- Wat je leerdoelen zijn in de samenwerking en waarom. -- Wat je kunt doen om aan deze doelen te werken en ze te bereiken.

Bewijsstuk Reflectieverslag WP 1.5: M, O WP 1.1: J, M, N, W

14

Zorg & Welzijn serie 2014

Resultaat van deze leerprestatie Je weet welke beroepsvaardigheden nodig zijn als je met anderen samenwerkt. Je hebt de vaardigheden toegepast bij de opdrachten in deze leerprestatie. Je weet welke vaardigheden jij bezit en benoemt welke je verder gaat ontwikkelen tijdens de opleiding.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Individuele voorbereiding op de opdrachten in de leerprestatie • Het samenwerkingscontract met onderbouwing • Het plan van aanpak met onderbouwing

• Groepsevaluatie • Reflectieverslag

15

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Voortgangsbeoordelingslijst

Leerprestatie Samenwerkend leren Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk Beschrijving van je bijdrage aan samenwerken

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft haar sterke kanten bij samenwerken

  

beschrijft de rol(len) die zij op zich neemt bij samenwerken beschrijft haar leerpunten bij samenwerken

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Samenwerkingscontract met onderbouwing waarom dit een goed contract is

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

N Onderzoeken

geeft een onderbouwing waarom het samenwerkingscontract goed is

  

O Creëren en innoveren

stelt met de groepsleden groepsregels op voor de samenwerking stelt met de groepsleden een samenwerkingscontract op voor het uitvoeren van een activiteit

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

16

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk Plan van aanpak met onderbouwing

Werkproces 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren heeft in het plan van aanpak de juiste activiteiten gekozen om de opdracht uit te voeren

G V O

  

M Analyseren

legt uit wat nodig is om de gekozen activiteit uit te voeren legt uit waarom de activiteit interessant en uitdagend is

  

O Creëren en innoveren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Zelfgekozen vorm

Werkproces 1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit Competenties De student:

G V O

A Beslissen en activiteiten initiëren toont haar bijdrage aan de uitvoering van de gekozen activiteit aan

  

toont haar verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de activiteit aan toont haar bijdrage aan de planning en uitvoering van de activiteit aan

  

Q Plannen en organiseren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Groepsevaluatie

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

benoemt de sterke kanten en de leerpunten in de samenwerking als groep benoemt het resultaat van de activiteit en wat zij de volgende keer anders zou doen

  

O Creëren en innoveren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

17

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Bewijsstuk Reflectieverslag

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft haar rol in de samenwerking

  

beschrijft de taken die zij heeft uitgevoerd

  

beschrijft de verantwoordelijkheid die zij heeft gehad

  

beschrijft haar sterke en zwakke kanten

  

O Creëren en innoveren

beschrijft wat zij anders zou willen doen voor een beter resultaat en/of een betere samenwerking

  

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

beschrijft duidelijk en concreet haar persoonlijke leerdoelen op het gebied van samenwerken beschrijft hoe zij tot haar leerdoelen is gekomen legt uit welke aanpak geschikt is om haar leerdoelen te kunnen bereiken

  

M Analyseren

  

N Onderzoeken

  

W Gedrevenheid en ambitie tonen beschrijft hoe zij verantwoordelijkheid neemt voor het bereiken van haar leerdoelen

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

18

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling leerprestatie Samenwerkend leren

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

19

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 1.1 De deelnemers begeleiden (2014-scw-bp1.1)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten

B Aansturen

C Begeleiden

K Vakdeskundigheid toepassen

L Materialen en middelen inzetten

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen

U Omgaan met verandering en aanpassen

20

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie In het sociaal-cultureel werk heb je met diverse doelgroepen te maken.

Het sociaal-cultureel werk richt zich op verschillende doelgroepen in de samenleving waarvoor en waarmee allerlei activiteiten worden georganiseerd. Voorbeelden daarvan zijn een spelmiddag voor kinderen, een inloop voor jongeren, een kookclub voor senioren, inburgeringcursussen voor nieuwkomers. Een grote diversiteit aan mensen en activiteiten met één overeenkomst, namelijk meedoen in de samenleving. Alle deelnemers komen uit vrije wil in hun vrije tijd, dus het is van belang dat de deelnemers het naar hun zin hebben tijdens de activiteiten. En daar zorgt de sociaal-cultureel werker voor. Het is woensdagmiddag en de kinderen van de toneelclub druppelen binnen. Vandaag ga je de kinderen vertellen wat het nieuwe toneelstuk is. Je weet dat ze hier heel nieuwsgierig naar zijn. Wie krijgt welke rol? Je wilt dat iedereen blij kan zijn met zijn of haar nieuwe rol en daarom ga je de rollen samen met de kinderen verdelen. Daar heb je een leuke werkvorm voor bedacht. Op de donderdagmiddag komt een aantal senioren bijeen voor de wekelijkse kookclub. Er zitten enkele echtparen bij, maar ook alleenstaanden. Sommigen hebben veel kookervaring, anderen nauwelijks. Dat doet er niet toe, jij zorgt ervoor dat de ervaren koks met de onervaren koks in een groepje kunnen samenwerken. En als de klus geklaard is natuurlijk gezellig aan tafel met z’n allen en smullen maar!

21

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

3 3 uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

{ { jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie

Je hebt de cliënt/groep tijdens een activiteit optimaal en volgens de gestelde doelen begeleid. Je hebt de activiteit voorbereid en een of meer geschikte werkvormen gebruikt.

22

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdracht

A. Voorbereidingen treffen In overleg met je opleider op de BPV kies je een activiteit op het gebied van educatie, of op het gebied van kunst, cultuur en amusement, of op het gebied van sport, spel en recreatie voor een bepaalde doelgroep die jij gaat begeleiden. Om de doelgroep tijdens de activiteit goed te kunnen begeleiden tref je de volgende voorbereidingen die je ook schriftelijk vastlegt: • je maakt een bewuste keuze voor werkvormen die jij toepast en motiveert waarom deze geschikt zijn voor deze doelgroep • je geeft een volledig overzicht van de materialen en middelen die je gebruikt • je onderzoekt volgens welke veiligheidsvoorschriften je moet werken op het gebied van materialen- en middelengebruik en voor wat betreft de veiligheid van de deelnemers tijdens de activiteit

Een verslag van de voorbereiding WP 2.3: K, L Gedragsbeoordeling WP 2.3: B, C, R, T, U

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Verslag van de voorbereiding

23

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 1.1 De deelnemers begeleiden (2014-scw-bp1.1) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

B Aansturen

legt de activiteiten helder en duidelijk uit

  

houdt rekening met de verschillen van deelnemers

  

C Begeleiden

motiveert de deelnemers om hun best te doen

  

zorgt dat iedereen enthousiast mee doet

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

checkt tijdens de activiteit regelmatig of de deelnemers tevreden zijn

  

T Instructies en procedures opvolgen gebruikt de materialen en apparatuur op een veilige manier

  

houdt de veiligheid van de deelnemers tijdens de activiteit in de gaten is in staat om de aanpak bij veranderingen aan te passen en gaat hierbij goed om met deelnemers van verschillende achtergrond

  

U Omgaan met verandering en aanpassen

  

Bewijsstuk Een verslag van de voorbereiding K Vakdeskundigheid toepassen

gebruikt werkvormen die bij de doelgroep passen

  

toont zich hierin bekwaam

  

L Materialen en middelen inzetten is zelf goed op de hoogte van het gebruik van de benodigde materialen en middelen

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

24

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 1.1 De deelnemers begeleiden (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

25

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 1.2 Mensenwensen (2014-scw-bp1.2)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie Competenties die bij het werkproces horen 1.1 Inventariseert de vraag naar sociaal- cultureel werk F Ethisch en integer handelen Titel van het werkproces

Nummer van het werkproces

N Onderzoeken

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor

E Samenwerken en overleggen

I Presenteren

L Materialen en middelen inzetten

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

26

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De voorbereiding van activiteiten is erg belangrijk. Je kunt leuke ideeën hebben .. als activiteiten niet goed voorbereid zijn, loopt de hele boel in de soep. Een goede voorbereiding begint altijd met een onderzoekje naar de doelgroep. Voor wie is de activiteit bedoeld? Aan welke activiteiten hebben zij behoefte? Als dat duidelijk is, kun je de activiteiten gaan organiseren. Je zorgt ervoor dat alle materialen en middelen die je nodig hebt aanwezig zijn. Een workshop Breakdance zonder muziek, is een workshop Breakdance zonder deelnemers. Je kunt de activiteit nog zo goed voorbereiden en zorgen voor een geweldige muziekinstallatie, als er niemand komt opdagen dan kun je je knap vervelend voelen. Je zult de activiteit dus op een boeiende manier kenbaar moeten maken aan de doelgroep. Goede publiciteit en een leuke presentatie zijn dus belangrijke onderdelen van de voorbereiding. De meidenclub loopt erg goed. Wekelijks is er een groep meiden die met elkaar leuke activiteiten doet. Meestal zijn ze met hun uiterlijk bezig: make-up, kleding, hairextensions, sieraden maken. Of ze zijn gewoon lekker aan het chillen, luisteren muziek en kijken een film. Je wilt er echter heel graag een groepje Marokkaanse meiden bij betrekken, maar je weet niet hoe je dat voor elkaar kunt krijgen. Iemand komt op het idee een aantal van deze Marokkaanse meiden te vragen een workshop henna schilderen te verzorgen. Goed idee? Zouden ze daar wat voor voelen? Gelukkig is Nadia bereid deze workshop te verzorgen, al vindt ze het heel spannend. Je hebt alles goed voorbereid. Er zijn lekkere Marokkaanse snacks, voldoende henna, kwastjes en potjes water. Ook tissues en reinigingsmelk, in geval van geknoei. De ruimte is versierd met mooie doeken. Op de achtergrond Arabische klanken. Het ziet er sfeervol uit. Zou de activiteit leuk worden? Aan de voorbereiding kan het niet liggen.

27

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

3 3 uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

{ { jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt de vraag naar sociaal-cultureel werk van deze doelgroep expliciet en helder gemaakt. Er is met de juiste partijen samenwerking gezocht en afstemming bereikt. Het plan van aanpak is uitgewerkt tot concrete projecten/activiteiten en de publiciteit is verzorgd. De beginsituatie van de individuen/groepen is helder, de inbreng van derden en de voorzieningen zijn geregeld.

28

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Een doelgroep-analyse maken Je gaat je verdiepen in een doelgroep naar keuze. Je zoekt actief contact met personen uit deze doelgroep en maakt samen met hen een doelgroep-analyse. Daarin beschrijf je: • cultuurverschillen en/of -overeenkomsten van de personen uit deze doelgroep • specifieke problemen van deze doelgroep • informatie over thuissituaties, beweegredenen, vragen, wensen en behoeften, potenties en ambities van deze doelgroep • de activiteitenbehoefte van de doelgroep B. Een activiteitenplan opstellen Werk met de doelgroep een idee of wens voor een activiteit uit, doe dit - waar mogelijk - met de doelgroep uit opdracht A. Je werkt de activiteit en de voorbereiding ervan verder uit in een plan. Het plan voor de activiteit bevat: • een overzicht van de benodigde mensen, materialen en middelen • een beschrijving van de manier waarop je deelnemers op een boeiende en aansprekende manier gaat werven voor de activiteit Doelgroep-analyse WP 1.1: F, N, R

Activiteitenplan WP 2.2: E, I, L, Q, R

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Doelgroep-analyse • Activiteitenplan

29

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 1.2 Mensenwensen (2014-scw-bp1.2) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 1.1 Inventariseert de vraag naar sociaal- cultureel werk

Bewijsstuk Doelgroep-analyse Competenties

De student:

G V O

F Ethisch en integer handelen

handelt zorgvuldig

  

gaat integer om met vertrouwelijke informatie

  

N Onderzoeken

oriënteert zich voortdurend op informatie

  

is alert op signalen

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

neemt actief en op een laagdrempelige manier contact op met de groepen in het werkgebied

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

30

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor

Bewijsstuk Activiteitenplan Competenties

De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

overlegt met cliënten en groepen

  

I Presenteren

presenteert activiteiten op een boeiende en op de doelgroep afgestemde wijze

  

L Materialen en middelen inzetten kiest materialen en middelen die aansluiten bij de vraag

  

Q Plannen en organiseren

regelt essentiële middelen en menskracht

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

bespreekt met de cliënt/groep het geplande project

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

31

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 1.2 Mensenwensen (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

32

Zorg & Welzijn serie 2014

33

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie1.3 Plan van aanpak (2014-scw-bp1.3)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen E Samenwerken en overleggen

1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Y Bedrijfsmatig handelen

34

Zorg & Welzijn serie 2014

2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor

E Samenwerken en overleggen

I Presenteren

L Materialen en middelen inzetten

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen

3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie Het sociaal-cultureel werk is altijd in beweging want wat mensen willen en nodig hebben, verandert door de jaren heen. De samenleving verandert en ook dat is van invloed op de rol en betekenis van het sociaal-cultureel werk. Welke rol het sociaal-cultureel werk kan spelen in de samenleving wordt bepaald door de financiering van het werk. Voor een sociaal-cultureel werker is het een tweede natuur om ontwikkelingen te volgen, signalen op te pikken en dit bespreekbaar te maken in de organisatie. Daar waar mogelijk speelt de sociaal-cultureel werker met een passend activiteitenaanbod in op de behoeften en wensen van de mensen. Koen loopt stage op sociaal-cultureel centrum De Poort. Op woensdagmiddag draaien ze hier al enkele jaren de ‘kids-club’ voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Het programma ligt in grote lijnen vast met diverse creatieve en sport- en spelactiviteiten. Het is altijd druk bezocht geweest, maar het laatste jaar is de klad erin gekomen. Er komen steeds minder kinderen en de kinderen van 11 en 12 jaar komen al helemaal niet meer. Als Koen in gesprek gaat met kinderen op schoolpleinen in de buurt, hoort hij van de oudere kinderen dat ze er niks aan vinden met die kleintjes. Ze willen wel eens wat anders en daar hebben ze ook goede ideeën voor. Kinderen van nu leggen zich niet graag vast voor een langere periode. Ze willen dat er wat te kiezen en beleven valt. Het is ook duidelijk dat er aparte activiteiten voor de oudere kinderen georganiseerd moeten worden. Koen schrijft een plan van aanpak waarin verschillende nieuwe activiteiten voor jonge kinderen beschreven staan en bespreekt dit met een paar kinderen. Ze zijn enthousiast en willen zo snel mogelijk starten met een van de activiteiten. Nadat de coördinator van de instelling toestemming heeft gegeven, beginnen ze met de voorbereiding.

35

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

3 3 uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

{ { jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Er ligt een plan van aanpak dat haalbaar is met de beschikbare (financiële) middelen en dat voorziet in een antwoord op de vraag (van de individuen of groepen). Het is helder wie bij de uitvoering betrokken zijn en wie welke verantwoordelijkheid draagt. Het plan van aanpak is uitgewerkt tot concrete projecten/activiteiten en de publiciteit is verzorgd. De beginsituatie van de individuen/ groepen is helder, evenals de inbreng van derden en de voorzieningen. In het plan zijn de voorgeschreven procedures en de wettelijke richtlijnen die van toepassing zijn opgenomen.

36

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Een activiteitenplan maken Je maakt een plan van aanpak voor een serie nieuwe activiteiten die aansluit bij de vraag van de doelgroep en past in het aanbod van de instelling. In dit plan: • beschrijf je de activiteitenbehoefte van de doelgroep • beschrijf je de doelen van de activiteiten • maak je een tijdsplanning • beschrijf je hoeveel medewerkers je nodig hebt en welke medewerkers dat zijn • geef je een overzicht van de materialen en middelen die je nodig hebt • geef je een overzicht van de kosten van de activiteiten • beschrijf je met welke procedures en wettelijke richtlijnen je rekening moet houden

Activiteitenplan WP 1.2: J, M, Q, Y; WP 2.2: I, L, Q; WP 3.2: T Gedragsbeoordeling WP 2.1: E, R; WP 2.2: E, R

B. Een PR plan maken Je maakt een plan voor de publiciteit van deze serie activiteiten.

PR plan WP 2.2: I

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst • Activiteitenplan • PR plan

37

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie BP 1.3 Plan van aanpak (2014-scw-bp1.3) Opleiding Sociaal-cultureel werker

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Werkproces 1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

stemt af met en individuen, groepen en collega’s en betrekt hen bij wat hij doet onderzoekt de behoeften en verwachtingen van de doelgroep maakt een volledig en nauwkeurig uitgewerkt plan van aanpak brengt structuur en ordening aan in de veelheid van verzamelde informatie

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Bewijsstuk Activiteitenplan J Formuleren en rapporteren

  

  

M Analyseren

  

Q Plannen en organiseren

werkt de doelstellingen en activiteiten uit

  

maakt een tijdsplanning en een overzicht van de benodigde menskracht en middelen maakt een afweging tussen kosten en baten

  

Y Bedrijfsmatig handelen

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

38

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor

Gedragsbeoordeling Competenties

De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

overlegt met cliënten en groepen

  

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

bespreekt met de cliënt/groep het geplande project

  

Bewijsstuk Activiteitenplan L Materialen en middelen inzetten kiest materialen en middelen die aansluiten bij de vraag

  

Q Plannen en organiseren

regelt essentiële middelen en menskracht

  

Bewijsstuk PR plan I Presenteren

presenteert activiteiten op een boeiende, en op de doelgroep afgestemde, wijze

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Werkproces 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Activiteitenplan Competenties

De student:

G V O

T Instructies en procedures opvolgen volgt de voorgeschreven procedures op

  

volgt wettelijke richtlijnen

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

39

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 1.3 Plan van aanpak (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)  G oed aangetoond

 V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

40

Zorg & Welzijn serie 2014

41

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Beroepsprestatie 1.4 Vraaggericht werken (2014-scw-bp1.4)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie Competenties die bij het werkproces horen 1.1 Inventariseert de vraag naar sociaal- cultureel werk F Ethisch en integer handelen Titel van het werkproces

Nummer van het werkproces

N Onderzoeken

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

42

Zorg & Welzijn serie 2014

1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten

E Samenwerken en overleggen

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Y Bedrijfsmatig handelen

2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens een activiteit

B Aansturen

C Begeleiden

K Vakdeskundigheid toepassen

L Materialen en middelen inzetten

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen

U Omgaan met verandering en aanpassen

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De organisatie voor sociaal-cultureel werk kan aan de slag met de uitslag uit onderstaande enquête. Als de vraag naar activiteiten duidelijk is, kan de organisatie daarop inspelen. Het plan is om samen met de Overleggroep Ouderen een plan van aanpak voor een nieuw en passend activiteitenaanbod tot stand te brengen. In steeds meer gemeenten en (stads)wijken is neemt het aantal ouderen toe. Ouderen blijven langer thuis wonen. Buurtcentra willen wel meer en andere activiteiten doen voor deze doelgroep. De gemeente Bernheze speelt hier op in. Zij organiseert een behoeftenonderzoek onder ouderen. Dat doet ze op onderstaande manier: Het behoefteonderzoek wordt afgenomen bij een representatieve steekproef van mannelijke en vrouwelijke senioren in de leeftijdscategorieën 60-69, 70-79 en 80+. Er wordt gevraagd schriftelijke vragen te beant- woorden over onderwerpen die in het dagelijkse leven spelen, waaronder veiligheid, huisvesting, invulling van de tijd, mobiliteit, gezondheid en de afname van gemeentelijke diensten. Het behoefteonderzoek bevraagt niet alleen ouderen, de ouderen vervullen ook een belangrijke rol in het onderzoek. Zo worden ouderen die geïnteresseerd zijn, betrokken bij het voorbereiden en uitvoeren van het onderzoek. Zij dragen vervolgens een aantal mogelijke enquêteurs uit de groep van ouderen voor. De Overleg- groep Ouderen Bernheze heeft ervoor gezorgd dat er voldoende sleutelfiguren en enquêteurs voorhanden zijn om het onderzoek te kunnen uitvoeren. Bron: www.bernheze.org

43

Fase 1

Sociaal-cultureel werker

Made with