CZW20120149

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

p Dit betekent dat: • je handelt binnen de geldende regels en afspraken in de school/in de klas/m.b.t. de leerlingen • je je houdt aan de gemaakte afspraken en gestelde waarden en normen over de begeleiding van de leerling • je handelt vanuit het principe van gelijkheid in onderwijs zodat: • je aansluit bij de geldende regels en afspraken binnen de school • je voor de leerling een prettige en betrouwbare persoon bent. P Dit betekent dat: • je snel schakelt tussen de verschillende leerlingen • je snel schakelt tussen individuele leerlingen en de groep zodat: • je goed overzicht houdt en je gericht bent op de voortgang van de leeractiviteit. • je flexibel reageert op veranderingen • je helder en duidelijk communiceert met de leerlingen, ook in onduidelijke en onzekere situaties ben je gericht op verschillen tussen de leerlingen in leerstijl en leerbehoefte • je met respect voor de eigenheid van elk individu handelt • je jouw begeleiding aanpast aan de steeds veranderende leerbehoefte T Dit betekent dat:

F Ethisch en integer handelen

–– ethisch handelen –– integer handelen –– verschillen tussen mensen respecteren

K Vakdeskundigheid toepassen

–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden

U Omgaan met

verandering en aanpassen

–– omgaan met

onduidelijkheid en onzekerheid –– met diversiteit (tussen mensen) omgaan

zodat: • je leeractiviteiten optimaal verlopen

• jouw begeleiding steeds aansluit bij de behoeften van de leerling en een optimale begeleiding gegarandeerd blijft.

p Dit betekent dat:

V Met druk en tegenslag omgaan

• je om kunt gaan met eigen gevoelens en emoties • je gecontroleerd uiting geeft aan deze gevoelens en emoties

zodat: • je emoties en gevoelens de begeleiding van de leerling niet in de weg staan en je professioneel blijft handelen.

–– gevoelens onder controle houden

Werkproces 2.1 Voert werkzaamheden uit t.b.v. het primaire proces

P Dit betekent dat: • je de materialen en middelen die je gebruikt/gaat gebruiken controleert • je netjes en zorgvuldig omgaat met de materialen en middelen zodat: • de materialen en middelen die je inzet goed verzorgd en compleet zijn en er geen sprake is van verspilling.

L Materialen en

middelen inzetten

–– goed zorgdragen voor materialen en middelen

16

ONDERWIJSASSISTENT

Made with