11
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
BEVORDEREN VAN DE LEEFOMGEVING
voldoende
goed
onvoldoende
J Formuleren en
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
p
Dit betekent dat:
• je alle benodigde gegevens verwerkt
• je de hoofd- en bijzaken scheidt
zodat:
• je een kernachtig evaluatieverslag schrijft.
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen
–– conclusies trekken
–– oplossingen voor
problemen bedenken
p
Dit betekent dat:
• je uit alle gegevens die je verzameld hebt (gesprekken,
observaties) de belangrijkste informatie haalt
• je concludeert of de geboden zorg en begeleiding voldoen
aan de gestelde doelen en aan de wensen enmogelijkheden
van die cliënt ten aanzien van wonen en huishouden
• jemet haalbare oplossingen komt
zodat:
• je indien nodig en in overleg de ondersteuning ten aanzien
van wonen en huishouden bij kunt stellen.
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
Je onderzoek naar de begeleidingsbehoeften van twee
cliënten. Per cliënt een werkplan volgens de richtlijnen
uit de opdracht.
Schriftelijke evaluatie van de uitvoering.
1.1
3.6
D - N
D - J - M
C.
Een voorstel voor aanpassing van de leefomgeving.
Bewijs van de uitvoering van de aanpassing.
2.2
C - L - R - T
D.
Eenmethodische uitwerking van een activiteit ter
bevordering van het groepsklimaat.
2.2
C - L - R
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur
In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
ja
nee
