ZORGEN VOOR KWALITEIT
7
De opdracht
A. De totale opdracht
Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.
Je competenties op het gebied van zorgen voor kwaliteit worden beoordeeld met behulp van de
beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Uitvoeren van een risico-inventarisatie
(GPM-4-KO)
Verdiep je in de wettelijke normen ten aanzien van veiligheid, gezondheid en hygiëne die
gelden voor de organisatie (bron: Wet Kinderopvang-kwaliteitszorg). Voer in overleg met het
team op de locatie een risico-inventarisatie uit op een of meer punten (bron: GGD).
Leg de uitvoering van de risico-inventarisatie schriftelijk vast. Rapporteer je bevindingen aan
het team en doe een aanbeveling voor verbetering.
B. Werken aan kwaliteit
(PM-4-JZ)
Verdiep je in het kwaliteitsbeleid van de organisatie: het scholings- en trainingsprogramma,
de protocollen en richtlijnen, de overleg- en begeleidingsstructuur en vormen van collegiale
consultatie zoals intervisie.
Beschrijf per aandachtsstreepje aan de hand van concrete voorbeelden:
• je deskundigheidsbevordering door deelname aan scholing en training
• je functioneren in en bijdrage aan overlegsituaties en collegiale consultatie
• het afstemmen van je handelen met betrokkenen.
Geef per aandachtsstreepje aan of en in hoeverre je handelen voldoet aan de richtlijnen en het
beleid van de organisatie.
C. Verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening
(GPM-4-KO)
Kies in overleg met het team twee verbeterpunten op het gebied van:
• veiligheid, gezondheid, hygiëne
• inrichting, materialen en middelen
• samenwerking en overleg
• (pedagogisch) beleid.
Werk deze twee verbeterpunten uit in voorstellen die uitvoerbaar zijn. Bespreek de voorstellen
in een teamoverleg. Onderbouw de verbeterpunten en voorstellen met argumenten die
gebaseerd zijn op visie, ervaringen, theorie.
