Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  98 / 122 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 98 / 122 Next Page
Page Background

98

Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Uitvoering

De opdracht wordt uitgevoerd in een reële of gesimuleerde praktijksituatie.

Van tevoren staat vast of je de opdracht individueel uitvoert of samen-

werkend in een groep. Tevens ligt vast wanneer je welke producten dient in

te leveren.

3. Reflectieverslag

Doel

Een reflectieverslag wordt als beoordelingsmethode ingezet om zicht te

krijgen in hoeverre je bewust competent handelt. Reflecteren wordt o.a.

ingezet voor het beoordelen van zogenaamde ‘niet zichtbare’ competenties,

bijv. Ethisch en integer handelen (F) of Analyseren (M).

Werkwijze

Een reflectieverslag wordt geschreven aan de hand van de STARRT-methode

(bijlage 3). Daarin beschrijf en verantwoord je de keuzes die je hebt gemaakt

tijdens het uitvoeren van een werkproces.

Vooraf ligt vast bij welke competenties je met behulp van een reflectie-

verslag, je competente handelen moet aantonen. Ook is vastgelegd wanneer

je een reflectieverslag ter beoordeling aanbiedt.

Uitvoering

Je schrijft een reflectieverslag bij een of meer competenties van een

werkproces op het moment dat alle activiteiten rondom dat werkproces zijn

afgerond.

Je schrijft een reflectieverslag altijd individueel. Je blikt terug op je eigen

gedrag: welke activiteiten zijn uitgevoerd, waarom, en welke aspecten -

persoonlijke inzichten, overwegingen, keuzes, gevoelens - speelden een rol

bij wat er gebeurde?

4. Beoordelingsgesprek

Doel

Het beoordelingsgesprek wordt als beoordelingsmethode ingezet om te

achterhalen welke overwegingen en keuzes je gemaakt hebt tijdens het

uitvoeren van een werkproces. Daarnaast achterhaalt de beoordelaar welke

kennis en vaardigheden de student eventueel heeft ingezet.

Het beoordelingsgesprek wordt gebruikt voor de beoordeling van

complexere leerdoelen of leerprocessen. Daardoor wordt inzicht verkregen in

je kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten, die de beoordelaar niet

zelf heeft waargenomen of heeft kunnen waarnemen. In een beoordelings-

gesprek wordt zo nagegaan of je bewust competent bent: je weet waarom

je zo hebt gehandeld.

Tevens kan in een beoordelingsgesprek worden vastgesteld of de door jou

geleverde producten authentiek zijn.

Werkwijze

Je beoordelaar(s) voeren met jou een gesprek over een afgerond

werkproces. In overleg wordt bepaald wanneer het beoordelingsgesprek

wordt gehouden en elke beoordelaar(s) daarbij aanwezig zijn.

Elke beoordelaar focust zich op datgene dat beoordeeld wordt. Vooraf ligt

vast aan welke competenties aandacht wordt besteed.

Zowel kennis, vaardigheden als persoonlijke kwaliteiten, zoals de houding

van de student, worden integraal beoordeeld.

Uitvoering

Het beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd met behulp van de STARRT-

methode (zie bijlage 4). De beoordelaars onderzoeken op een gestructu-

reerde manier door middel van vragen in hoeverre een student voldoet aan

gestelde eisen bij de aangegeven competenties van een werkproces.

TERUG NAAR INHOUD