51
R O E I
P R A E T
S E P T E M B E R
2 0 1 7
Is je Frans niet toereikend, dan kun je deze tekst natuurlijk even door Google
Translate halen. Dat levert een vermakelijk, enigszins absurdistisch resultaat op…:
“Ik zie mezelf al bij aankomst, die de beker met vrienden in de voorkant van
een juichende menigte. Het is op dit punt dat uit het niets kwam, ik soms
gewelddadige punch in de tanden, zoals die grote Totof verdeeld in de pauze,
met het verschil dat deze keer de impact is geplakt op mijn gezic ht als om me
terug te schakelen. Voeten vast te zitten in de bar, ik kan niet verbergen mezelf
geconfronteerd met deze coup dan mijn keel gedrukt en op mijn ribben, mijn
adem beneemt. Ik worstel, maar wat groeit is veel te sterk. Gedwongen om
te gaan liggen, het handvat van de roeispaan vliegt over mijn gezicht en gaat
achter. Het is een valse schop, en ernstige! De boot wordt geremd. Hij zwijgt,
bijna volledig.”
Ik heb geprobeerd hier iets leesbaarders van te bakken:
“Ik zie mezelf en m’n makkers al op bij de finish, zwaaiend met de beker, terwijl
het publiek ons stormachtig toejuicht. Op dat moment voel ik vanuit het niets
een dreun tegen mijn tanden, zoals Totof die vroeger op school in de pauze
kon uitdelen. Met dit verschil dat nu de stoot op mijn gezicht geplakt blijft en ik
achterover tuimel. De klap is zo hard aangekomen dat ik vast blijf zitten in het
voetenbord. De pijn trekt door naar mijn hals en mijn ribbenkast, ademen lukt niet
meer. Wat ik ook probeer, de druk is veel te groot. Ik moet wel gaan liggen, zodat
de handle over mijn hoofd naar achteren schiet. Ik heb een – gigantische – snoek
geslagen! De boot verliest snelheid en komt bijna helemaal stil te liggen.”
Er schijnt gewerkt te worden aan een complete Nederlandse versie, maar voorlopig
zijn we aangewezen op: Benoît Decock,
Fausses pelles
, Editions Salto (€16,00).
Robin Sterk