5 Uitvoering
31
Lokaliseren en verhelpen
Met als resultaat dat:
• de storing aan de personenauto is gelokaliseerd
• de oorzaak van de storing is vastgesteld
• de uitgevoerde reparatie volgens normen/voorschriften van de
fabrikant heeft plaatsgevonden
• de werking van het systeem of nieuwe component(en) is getest
en dat ze werken naar behoren
• de klant van de personenauto correct en zo volledig als nodig is
geïnformeerd over de uitgevoerde werkzaamheden.
• tijd, materialen en gereedschappen doelmatig en kostenefficiënt
zijn ingezet.
5.2.1 Kerntaak 3 Stelt diagnose aan personenauto’s
Werkproces 3.1 Bereidt diagnoseopdracht voor
De
kennis
en
vaardigheden
die je tijdens dit werkproces moet
aantonen, zijn:
Diagnose stellen is nodig wanneer een personenauto een storing
of afwijking vertoont. Je ontvangt een opdracht om diagnose te
stellen aan een personenauto. In de meeste gevallen is dit in de
vorm van een werkorder van de receptionist of werkplaatsmanager.
Afhankelijk van de grootte en organisatievorm van het bedrijf kan
het ook een mondelinge opdracht zijn, soms zelfs rechtstreeks van
de klant.
Je leest de opdracht en overlegt met leidinggevende, receptie of
klant bij onduidelijkheden. Je verzamelt alle relevante informatie,
gereedschappen en (hulp)middelen die nodig zijn voor de uitvoering
van de complexe diagnose. Je controleert daarbij je eigen
voorbereiding.
Je hebt de diagnoseopdracht zodanig voorbereid dat de
diagnosewerkzaamheden zonder onderbreking kunnen worden
uitgevoerd.
Formulier PT 2.4
Reflectieverslag
Bewijsstuk voor je examendossier: