22
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG -PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN
voldoende
goed
onvoldoende
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen
–– conclusies trekken
–– oplossingen voor
problemen bedenken
T
Dit betekent dat:
• je uit alle gegevens die je verzamelt hebt (gesprekken,
observaties) de belangrijkste informatie haalt
• je concludeert of de geboden zorg en begeleiding voldoen
aan de wensen en mogelijkheden van de groep en/of de
cliënt
• je komt met haalbare oplossingen
zodat:
• indien nodig (in overleg) de opvang en begeleiding
bijgesteld kunnen worden.
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze proeve.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.
Overzicht van dat wat goed ging en wat leerpunten zijn
ten aanzien van jouw ondersteuning bij basisbehoeften.
2.1
C - D - F - K
C.
Afstemmen met betrokkenen.
Beschrijving van een bespreking met betrokkenen en
de consequenties van de nieuwe informatie voor jouw
ondersteuning en het bestaande begeleidingsplan.
2.6
3.1
3.3
C - K - U
K
E - Q
D.
Plannen van een groepsactiviteit.
–– Een heldere en inzichtelijke planning met de
verschillende onderdelen daarin verwerkt.
2.4
L - Q
–– Beschrijving hoe je kunt handelen in crisissituaties
en onverwachte situaties, waarbij je rekening houdt
met richtlijnen van de organisatie en relevante
wetgeving.
2.4
E - Q
–– Een zelfgekozen bewijsstuk van de uitvoering van
de activiteit.
2.4
C
E.
Evalueren van de activiteit.
De ingevulde feedbacklijsten of alternatief.
2.4
3.3
C - E - Q
E
F.
Informatie verzamelen.
Beschrijving een cliënt, volgens de criteria uit de
opdracht.
Een begeleidingsplan.
1.1
1.2
D - N
E - J - M
G.
Een begeleidingsplan opstellen.
Een activiteitenplan op basis van je begeleidingsplan.
3.3
E - Q
H.
Evaluatie van de begeleiding.
Een evaluatie van je uitvoering van het activiteitenplan
van je werkzaamheden om de cliënt te ondersteunen bij
werk- of dagbesteding.
3.3
3.6
E - Q
D - J - M
