CZW20120127 - page 21

19
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PROEVE 1
voldoende
goed
onvoldoende
U Omgaan met
verandering en
aanpassen
–– aanpassen aan veranderde
omstandigheden
P
Dit betekent dat:
• je bij agressie, lastige en/of crissituaties snel je handelen
aanpast
• je, als het nodig is, de afspraken die in het plan van aanpak
staan uitvoert
• je op de hoogte bent van de richtlijnen van de organisatie,
wet- en regelgeving die betrekking hebben op situaties
waarin agressie voorkomt en andere lastige en/of
crisissituaties
• je in die situaties handelt volgens de richtlijnen van de
organisatie en wet- en regelgeving
zodat:
• cliënten leren van de situatie
• gevaar voor betrokkenen en schade voorkomen wordt.
Werkproces 2.6 Ondersteunt het sociale systeem
C Begeleiden
–– coachen
–– adviseren
T
Dit betekent dat:
• je advies geeft
• je voorlichting geeft over sociale netwerken
• je motiverend bent
zodat:
• je personen uit het sociale systeem van de cliënt motiveert
om een (deel) van de zorgverlening te ondersteunen
en ervoor te zorgen dat zij beschikken over voldoende
informatie om hierover te beslissen.
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– expertise delen
T
Dit betekent dat:
• je expertise hebt met betrekking tot o.a. ziektebeelden,
aanpak en begeleiding, de cliënt en zijn sociale netwerk
• je expertise deelt
zodat:
• je met de kennis en inzicht personen uit het sociale netwerk
stimuleert om de cliënt te ondersteunen daar waar het nodig
is.
U Omgaan met
verandering en
aanpassen
–– met diversiteit (tussen
mensen) omgaan
P
Dit betekent dat:
• je kennis hebt van omgangsvormen
• je gedrag past bij de situatie waarin je advies en voorlichting
geeft
• je kunt communiceren onder wisselende omstandigheden qua
cultuur of achtergrond
zodat:
• jouw communicatie met personen uit het sociale systeem van
de cliënt bijdraagt aan de ondersteuning van de cliënt.
1...,11,12,13,14,15,16,17,18,19,20 22,23,24,25,26,27,28
Powered by FlippingBook