Previous Page  200 / 272 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 200 / 272 Next Page
Page Background

200

|

F-pupillen De bekerwedstrijd

Spelen op zaterdag

De zaterdagwedstrijd: hier gaat het allemaal om. Goed dat spelers ook

trainen, denk je als coach, maar híer moet alles bij elkaar komen, híer wordt

naar gekeken. Het meetpunt. Hoe staan team en spelers ervoor, welke

progressie is gemaakt? Wat beheersen ze al wel, wat nog niet?

Voor en tijdens de wedstrijd besteden coaches van F-pupillenteams graag

veel aandacht aan de teamorganisatie en veldbezetting. Twee keer twintig

minuten roepen ze spelers terug naar hun positie. Energieslurpend en

zinloos. Accepteer dat F-pupillen hier nog niet aan toe zijn. Sommige

kinderen lijken zich in de achterhoede op hun gemak te voelen en kijken

van een afstandje toe, maar diep van binnen willen ze allemaal maar één

ding: bij de bal in de buurt zijn. Ook die afwachtende achterhoedespelers.

Jouw belangrijkste taak is elke speler aan te moedigen dat hij de bal

dribbelend, trappend, rennend, vallend en opstaand richting doel van de

tegenpartij krijgt. Vanuit elke onvoorspelbare situatie – niet vanuit een vaste

positie op het veld voor elke speler. Tweedejaars F-pupillen ontwikkelen wel

een voorkeur voor een plek in de voor- of achterhoede. Dan zijn ook een

6 Escalatie.

Het komt bij F-pupillen gelukkig zeer zelden

voor, maar soms gaan ouders elkaar te lijf. Paniek! Straal

zelf rust uit, want als jij je laat gaan, is het echt afgelopen.

Na jou is er niemand meer. Bij een opstootje verzamel je

onmiddellijk alle spelers op een rustig plekje op het veld.

Zo heb je controle over ze en staan ze als één groep bij

elkaar. Loop rustig op de coach van de tegenpartij af.

Nooit rennen, dat staat agressief. Door verantwoordelijk-

heid te nemen, hou je vaak onverwacht een leuk contact

met de andere coach over. Voor je het weet, drink je een

kopje thee met hem in de kantine. Als je later weer tegen

elkaar speelt, is er meteen respect.

7 Na de wedstrijd.

Bedank de scheidsrechter en de leider

en coach van de tegenpartij, heb nog even contact. Een

handdruk, een kort gesprekje over de wedstrijd. Denk aan

je voorbeeldrol. Wat spelers jou zien doen, maakt meer

indruk dan wat je zegt.