43
Serviceverlening en bedrijfsvoering
6
6
RESULTAAT
BEOORDELAARS
Bij de beoordeling van onderliggende competenties (tweede deel van het formulier) staat
steeds voorop dat het resultaat van de werkzaamheden van de student bruikbaar moet zijn
voor het bedrijf(sleven). Bij de beoordeling van de onderliggende competenties wordt steeds
gekeken naar de bijdrage aan het totale werkproces.
Observatie wordt altijd als beoordelingsmethode ingezet. Competent gedrag kan alleen via
observatie worden beoordeeld.
de beoordelaars, die betrokken zijn bij een werkproces, bepalen gezamenlijk de uiteindelijke
score en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor opmerkingen waarin scores worden
verantwoord.
Wanneer een dienst de score O (onvoldoende) krijgt, dan wordt de
beoordeling van de
dienst
bij de aangegeven competentie(s) automatisch als O (onvoldoende) beoordeeld.
dat geldt ook wanneer andere aangegeven diensten bij beoordeling wel een score V of
G hebben.
Door de gehanteerde cesuur wordt de score voor de hele competentie dan
automatisch O
(zie paragraaf 2.4).
Wanneer alle aangegeven diensten een score V of G hebben of wanneer er geen
activiteitbeoordeling staat aangegeven, voert elke beoordelaar de beoordelingsmethoden
uit waarvoor hij wordt ingezet. Een beschrijving van de beoordelingsmethoden en richtlijnen
voor de uitvoering daarvan zijn aangegeven in bijlage 1.