27
De
beroepshouding/gedrag
staat aangegeven met de
ontwikkelscore
r, p, t
.
Een ontwikkelscore wil zeggen dat de leerling bij de
beoordeling laat zien dat hij in ontwikkeling is. Hij hoeft
nog niet aan alle vereiste normen te voldoen, maar komt
wel een heel eind in die richting.
De ontwikkelscore staat aangegeven met:
• Reproductief gedrag (r).
• Productief gedrag (p).
• Transfer gedrag (t).
Reproductief (r) gedrag
Als gedrag en houding
reproductief
zijn bij het
uitvoeren van de projecttaak, hebben zij deze
kenmerken.
• De leerling voert onder begeleiding een taak uit.
• Die taak voert hij uit volgens voorschrift en
standaardprocedures. Hierbij heb je vaak instructie of
een rolmodel nodig.
• Je verwerft kennis en vaardigheden. Je ontwikkelt een
passende (beroeps)houding.
Moeilijkheidsgraad
(complexiteit)
Welke begeleiding
krijg je?
In welke situatie
moet je de opdracht
uitvoeren?
Moment van
uitvoering
A
(Be)geleid
Je krijgt zoveel
mogelijk leiding tijdens
het uitvoeren van de
opdracht.
Eenvoudig
Je voert een
aangepaste taak uit in
een overzichtelijke
situatie.
1e half jaar
B
Begeleid
Je krijgt begeleiding
tijdens het uitvoeren
van de opdracht. Je be-
geleider is in de buurt.
Eenvoudig
Je voert een
aangepaste taak uit in
een overzichtelijke
werksituatie.
2e half jaar
C
Deels zelfstandig
Voor een deel voer je
zelfstandig de taak uit.
Je kunt bij problemen
je begeleider
raadplegen.
Standaard
De taak bestaat uit
verschillende werk-
zaamheden die je in
een normale werk-
situatie uitvoert.
Als beginnend
beroepsbeoefenaar.
D
Zelfstandig
Je voert de taak
zelfstandig uit. Vaak
krijg je pas aan het
einde ervan de controle
van je begeleider.
Complex
De werksituatie is niet
meer zo overzichtelijk.
Je begeleider is niet
altijd bij jou in de
buurt. Je zult zelfstan-
dig naar oplossingen
moeten zoeken.