75
Modificatie en overdracht
Reflectieverslag
In het reflectieverslag kijk je terug op de uitvoering van (een deel
van) je werkzaamheden bij een werkproces. Je legt uit wanneer en
welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet, en je beschrijft welke
overwegingen je had en welke keuzes je hebt gemaakt. Maar je
competente handelen, staat voor de beoordelaar centraal.
Vooraf ligt vast over welke werkprocessen en competenties het
verslag zal gaan. Met het verslag toon je aan dat je competent
bent. De criteria waaraan dit moet voldoen, zijn omschreven in het
beoordelingsformulier. Ook ligt vast wanneer je een reflectieverslag
ter beoordeling moet inleveren.
Je schrijft het reflectieverslag aan de hand van de STARRT-methode
(zie bijlage 5).
De beoordeling van je competenties via het reflectieverslag, wordt
uitgedrukt met een O, V of G.
3. Reflectieverslag
Doel
Een reflectieverslag wordt als beoordelingsmethode ingezet om zicht te
krijgen op de mate van bewustzijn van de student over zijn competent
handelen. Reflecteren wordt o.a. ingezet voor het beoordelen van
zogenaamde ‘niet zichtbare’ competenties, bijv. ‘Ethisch en integer
handelen’ (F) of ‘Analyseren’ (M).
Werkwijze Een reflectieverslag wordt geschreven aan de hand van de STARRT-
methode (bijlage 5). Daarin beschrijft en verantwoordt de student de
keuzes die hij gemaakt heeft tijdens het uitvoeren van een werkproces.
Vooraf ligt vast bij welke werkprocessen en voor welke criteria de
student met behulp van een reflectieverslag, zijn competente handelen,
dient aan te tonen. Ook is vastgelegd wanneer de student een
reflectieverslag ter beoordeling aanbiedt.
De te beoordelen competenties en bijbehorende criteria zijn
omschreven in het beoordelingsformulier. De beoordelaar geeft aan
of onderliggende competenties via het reflectieverslag goed zijn
aangetoond. De beoordeling wordt uitgedrukt met de letters O,V of G.
Uitvoering De student schrijft een reflectieverslag voor een werkproces op het
moment dat alle activiteiten rondom dat werkproces zijn afgerond.
Een student schrijft een reflectieverslag altijd individueel. Hij blikt terug
op eigen gedrag: welke activiteiten zijn uitgevoerd, waarom, en welke
aspecten - persoonlijke inzichten, overwegingen, keuzes, gevoelens -
speelden een rol bij wat er gebeurde?