77
Modificatie en overdracht
4. Beoordelingsgesprek
Doel
Het beoordelingsgesprek wordt als beoordelingsmethode ingezet om te
achterhalen welke overwegingen en keuzes een student gemaakt heeft
tijdens het uitvoeren van een werkproces. Daarnaast achterhaalt de
beoordelaar welke kennis en vaardigheden de student eventueel heeft
ingezet. Een beoordelingsgesprek leidt tot de (mede)beoordeling van
competenties.
Het beoordelingsgesprek als zelfstandige toetsvorm wordt gebruikt
voor de beoordeling van complexere leerdoelen of leerprocessen.
Daardoor wordt inzicht verkregen in de kennis, vaardigheden
en persoonlijke kwaliteiten van een student, die de beoordelaar
niet zelf heeft waargenomen of heeft kunnen waarnemen. In een
beoordelingsgesprek wordt zo nagegaan of de student bewust
competent is: hij weet waarom hij zo heeft gehandeld, dit is een
belangrijk aspect van competent zijn. Tevens kan in het gesprek
worden vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is.
Werkwijze De student en zijn beoordelaar(s) voeren een gesprek over een
afgerond werkproces. In overleg wordt bepaald wanneer het
beoordelingsgesprek wordt gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij
aanwezig zijn.
Elke beoordelaar focust zich op datgene wat beoordeeld wordt.
Daarbij is vooraf vastgesteld aan welke werkprocessen aandacht
wordt besteed, en volgens welke criteria de student zijn competent
handelen moet aantonen. De beoordelaar noteert de feiten die in
het gesprek naar voren komen en hoe die in verhouding staan tot de
geldende beoordelingscriteria van één of meer competenties binnen
het betreffende werkproces.
Zowel kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten, zoals de
houding van de student, worden integraal beoordeeld. De beoordeling
van competenties via een beoordelingsgesprek wordt uitgedrukt met
een O, V of G.
Uitvoering De student en zijn beoordelaar(s) houden een beoordelingsgesprek op
het moment dat alle activiteiten rondom een werkproces zijn afgerond.
In overleg wordt bepaald wanneer het beoordelingsgesprek wordt
gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij aanwezig zijn.
Het beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd met behulp van de
STARRT-methode (zie bijlage 5). De beoordelaars onderzoeken op
een gestructureerde manier door middel van vragen in hoeverre een
student voldoet aan criteria die van tevoren bekend zijn gemaakt.