HELPENDE ZORG ENWELZIJN - Fase 1 EN 2
54
Toelichting op Fase 2:
Fase 2 heeft 4 beroepsprestaties. Het zijn 4 kwalificerende beroepsprestaties.
De school bepaalt het moment waarop je deze fase kwalificerend aantoont.
BP 2.1 Begeleiden van de zorgvrager bij zelfredzaamheid
kwalificerend
Deze beroepsprestatie gaat over het begeleiden van zorgvragers op emotioneel gebied
en bij het stimuleren van de zelfredzaamheid. Je neemt deel aan werk- en teamoverleg
en stemt je werkzaamheden af met collega’s, vrijwilligers en leidinggevende. De
werkprocessen 2.1, 2.2 en 3.2 en competenties D, E, J, R en T van deze beroepsprestatie
dienen op het eind van deze fase op beheersingsniveau Kwalificerend behaald te zijn.
Dit houdt in dat je deze competenties op het vereiste beroepsniveaumoet laten zien.
BP 2.2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL
kwalificerend
Deze beroepsprestatie gaat over het ondersteunen van de zorgvrager bij de persoonlijke
zorgverlening op basis van een werkplanning en het handelen in onvoorziene
situaties. Je evalueert de werkzaamhedenmet de betrokkenen en leidinggevende.
De werkprocessen 1.1, 1.3, 1.5 en 3.3 en competenties D, J, K, Q, R en T van deze
beroepsprestatie dienen op het eind van deze fase op beheersingsniveau Kwalificerend
behaald te zijn. Dit houdt in dat je deze competenties op het vereiste beroepsniveau
moet laten zien.
BP 2.3 Assisteren bij activiteiten en recreëren
kwalificerend
Deze beroepsprestatie gaat over het assisteren bij activiteiten, op basis van een
werkplanning waarbij je ook kunt reageren op onvoorziene situaties. De werkprocessen
1.1, 1.4, 1.5 en 3.3 en competenties J, Q, K, T, L, R van deze beroepsprestatie dienen
op het eind van deze fase op beheersingsniveau Kwalificerend behaald te zijn. Dit houdt
in dat je deze competenties op het vereiste beroepsniveaumoet laten zien.
BP 2.4 Professionaliseren
kwalificerend
Deze beroepsprestatie gaat over het werken aan professionalisering van het beroep.
Je neemt deel aan werk- en teamoverleg en stemt je werkzaamheden af met collega’s,
vrijwilligers en leidinggevende. De werkprocessen 3.1 en 3.2 en competenties K en
E van deze beroepsprestatie dienen op het eind van deze fase op beheersingsniveau
Kwalificerend behaald te zijn. Dit houdt in dat je deze competenties op het vereiste
beroepsniveaumoet laten zien.