Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  32 / 52 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 32 / 52 Next Page
Page Background

32

D Deels/niet aangetoond competent gedrag

De leerling werkt onvoldoende volgens de prestatie-indicator en/of is niet voldoende actief en/of zet

te weinig kennis en vaardigheden in.

A Aangetoond competent gedrag

De leerling werkt volgens de prestatie-indicator, is actief en zet de benodigde kennis en vaardigheden

in.

G Goed aangetoond competent gedrag

De leerling werkt beter dan de prestatie-indicator vraagt, is daarbij proactief en zet kennis en vaardig-

heden bovengemiddeld in.

In de kolom 'resultaat D-A-G' kan elke beoordelaar een score aangeven.

In de kolom 'Opmerkingen' kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een leer-

ling. Alleen heel opvallend gedrag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd.

Complexiteit: A-B-C-D

Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerling aangeven of deze de projecttaak in com-

plexiteit A, B, C of D gaat uitvoeren. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing en begeleiding mee-

gegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend

beroepsbeoefenaar.

In de beoordelingsmonitor staat complexiteit van de projecttaak aangegeven met:

A -B -C -D

In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D opdrachten.

Moeilijkheids-

graad

(complexiteit)

Welke begeleiding krijg je? In welke situatie moet je de

opdracht uitvoeren?

Moment van

uitvoering

A

(Be)geleid

Je krijgt zoveel mogelijk lei-

ding tijdens het uitvoeren van

de opdracht.

Eenvoudig

Je voert een aangepaste taak

uit in een overzichtelijke situa-

tie.

1e half jaar

B

Begeleid

Je krijgt begeleiding tijdens

het uitvoeren van de opdracht.

Je begeleider is in de buurt.

Eenvoudig

Je voert een aangepaste taak

uit in een overzichtelijke werk-

situatie.

2e half jaar

C

Deels zelfstandig

Voor een deel voer je zelfstan-

dig de taak uit. Je kunt bij pro-

blemen je begeleider

raadplegen.

Standaard

De taak bestaat uit verschillen-

de werkzaamheden die je in

een normale werksituatie uit-

voert.

Als beginnend

beroepsbeoe-

fenaar

D

Zelfstandig

Je voert de taak zelfstandig uit.

Vaak krijg je pas aan het einde

ervan de controle van je bege-

leider.

Complex

De werksituatie is niet meer zo

overzichtelijk. Je begeleider is

niet altijd bij jou in de buurt. Je

zult zelfstandig naar oplossin-

gen moeten zoeken.