![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0015.png)
BEROEPSTAAK
DRAAIEN 1 KOPPELSTUK
14
5 Neem onderstaande tabel over. Bepaal nu de toleranties van
deze maten volgens NEN-ISO 2768. De eerste regel van deze
tabel is als voorbeeld al ingevuld.
Voordat je een werkstuk gaat maken, ga je eerst nadenken over de
volgorde van de bewerkingen. Je gaat eerst een werkvoorbereiding
maken.
6 Leg uit waarom een goede werkvoorbereiding belangrijk is.
7 Schrijf op welke onderdelen er in een werkvoorbereiding thuis
horen. Laat deze opdracht eerst controleren voordat je verder
gaat!
8 Maak een werkvoorbereiding van tekening nummer 002-2.
Gebruik hiervoor de punten die je bij 7. als antwoord hebt
gegeven.
Voor je begint met het maken van een werkstuk, stel je de machine
in. In deze taak onderzoek je wat daar bij komt kijken.
9 In je tabellenboek staat hoe je een toerental moet uitrekenen.
Geef aan op welke bladzijde dit is te vinden.
10 Neem deze formule over uit je tabellenboek. Geef de betekenis
van de letters in deze formule.
11 Je gebruikt een beitel van hardmetaal P10. Bepaal aan de hand
van tekening 002-2:
a De snijsnelheid die je moet gebruiken.
b Het toerental dat je voor de verschillende diameters moet
instellen
c De voeding die je moet instellen.
12 Wat is het verschil tussen voordraaien en nadraaien? (Denk
hierbij aan de instelling van de draaibank.)
13 Wat weet je over het begrip toegift bij het voordraaien?
14 Hoe groot zal de toegift bij het voordraaien zijn?
15 Wat is het doel van nadraaien?
16 Welke snijgereedschappen gebruik je voor het nadraaien?
17 Wat is een neusradius? Welke neusradius kies je bij het
nadraaien?
Maat Toelaatbare afwijking
volgens NEN-ISO 2768
Kleinste grensmaat
Grootste grensmaat
Tolerantie
80 +/- 0,3
79,7
80,3
0,6
70
120
122
666
400
401
0,8
30