13ZW4VPCE1BEG - page 7


6
Typering
Je werkt in een woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking. Nadat de bewoners
om 8 uur de medicijnen hebben gekregen, begin je met de verzorging van Maarten Hubbels.
Maarten weigert zijn bed uit te komen. Hij duwt je weg. “Vandaag hoef ik niet te werken,” roept
hij naar je. Je vertelt hem dat hij daarom in bad mag in plaats van onder de douche. Je laat het
bad vollopen en legt ondertussen alle spullen klaar in de badkamer. Als Maarten de kraan in de
badkamer hoort lopen, staat hij op en komt naar je toe.” Vandaag wil ik die,” zegt hij en wijst
naar de rode fles badschuim.
Gerard is gisteren opgenomen op de PAAZ-afdeling waar je werkt. Als je om 10 uur zijn kamer
binnenkomt zie je dat hij na zijn ontbijt weer in bed is gekropen in plaats van zich te verzorgen.
Met enige aandrang lukt het je om hem uit bed te krijgen en te douchen.
Anja werkt als verpleegkundige bij de thuiszorg. De huisarts van mevrouw Geurts heeft je
gevraagd om een keer bij haar langs te gaan. Hij vindt dat mevrouw zichzelf verwaarloost. Hij
vertelt er bij dat mevrouw een ‘zorgmijder’ is. Bij het eerste belletje van Anja doet mevrouw
niet open. Nadat ze een paar andere zorgvragers heeft bezocht, gaat Anja nog een keer langs.
Mevrouw doet nu wel open. “Oh, maar ik heb helemaal geen hulp nodig hoor!” zegt ze als ze
hoort dat Anja van de thuiszorg is.
Maureen vertelt over de verpleegplannen in het ziekenhuis: “In het begin toen ik op de afdeling
kwam werken, vond ik het digitale zorgdossier best ingewikkeld. Het duurde even voor ik het
systeem begreep, maar nu ik er aan gewend ben, vind ik het erg handig. Ik kan direct zien wat
er met de zorgvrager aan de hand is, welke zorg ik moet bieden en waar ik op moet letten! Dit
systeem werkt een stuk gemakkelijker dan de papieren rompslomp.”
Als verpleegkundige heb je bij het ondersteunen van basisbehoeften een afwisselende,
gevarieerde taak. Dit komt omdat de basiszorg uit verschillende handelingen bestaat die je steeds
afstemt op iedere individuele zorgvrager. Behoeften en wensen van zorgvragers verschillen naar
gelang de levensfase en persoonlijke achtergrond. Stoornissen, functioneringsproblemen en
beperkingen bepalen in grote mate het vermogen van de zorgvrager om zelf in de basisbehoeften
te voorzien. De zorg die je biedt kan daarom variëren van stimulering tot volledige overname.
Tijdens deze basiszorg krijg je als verpleegkundige veel informatie over de gezondheidstoestand
van de zorgvrager. Informatie die nodig is voor de verdere verpleegkundige zorg.
De ondersteuning die je bij basisbehoeften biedt, voer je uit met behulp van de gegevens uit een
zorg- of verpleegplan, protocollen en aan de hand van je eigen werkplanning
Als verpleegkundige denk je na over de wijze waarop je zorgvragers verpleegt en waarom. Met
dit denkproces sta je aan het begin van systematisch en doelgericht handelen. Welke zorg wil je
bieden, vanuit welke visie op verplegen? ‘Waarom, hoe, wat en in welke stappen’ zijn onderdelen
van het planmatig verplegen. Het planmatig verplegen en het verpleegplan gaan hand in hand.
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...18
Powered by FlippingBook