- 73 -
Voorbeeld van rapportage van het assessmentgesprek
Naam student:
OV-nummer
Naam 1
e
assessor:
Functie:
Naam 2
e
assessor:
Functie:
Kwalificatiedossier 2008 - 2009
Opleiding: Pedagogisch werk
Cohort:
Naam onderwijsinstelling:
Naam praktijkinstelling:
Werkproces(sen):
Werkproces 2.2. Je biedt de cliënt persoonlijke verzorging
Competentie
:
C. Begeleiden
STARRT
Bevindingen assessor
1.
Situatie
De assessor vraagt om een situatie in te brengen waarin de
student de genoemde competenties binnen het werkproces heeft
getoond.
-
Welke situatie bracht student in?
-
Wat deed de student?
-
Wie waren erbij betrokken?
-
Met wie werkte student samen?
-
Mate van zelfsturing?
-
Mate van complexiteit?
2. Taak
De assessor vraagt naar de taak / rol die de student had in die
situatie:
-
Wat was de rol en taak?
Wat was het doel?
-
Wat was de verantwoordelijkheid?
3. Actie / activiteiten
De assessor vraagt naar concrete acties / activiteiten van de
student m.b.t. de prestatie-indicator:
-
Wat was het plan van aanpak?
-
Welke prioriteiten zijn gesteld?
-
Waarom?
-
Welke relevante kennis/inzicht, vaardigheden zijn
getoond?
-
Welke relevante houding is getoond?
4. Resultaat
De assessor vraagt naar concrete resultaten van de student m.b.t.
de prestatie-indicatoren:
-
Welke resultaten zijn concreet gehaald?
5. Reflectie
De assessor vraagt hoe de student op de ingebrachte situatie
terugkijkt:
-
In welke mate is inzicht in relatie tot werkproces en
-
bijbehorende competentie(s) benoemd?
-
In welke mate is inzicht in relatie tot de eigen
beroepsidentiteit benoemd?
6. Toepassing
De assessor vraagt hoe de student de verworven competenties in
andere situaties zal toepassen:
-
Heeft de student nieuwe toepassingen benoemd en
onderbouwd?
-
Heeft de student aangegeven wat hij/zij anders zou doen
door nieuwe inzichten?
Datum:
1
e
assessor:
Handtekening:
2
e
assessor:
Handtekening:
