Previous Page  4 / 5 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 4 / 5 Next Page
Page Background

Studiegids/ werkboek

Opdracht 1.1 Lezen van voetballen (uitwerking)

Opdracht

Observeer een wedstrijd en tijdens de wedstrijd de trainer van een

pupillenteam

Doel

Je leert:

het lezen van een wedstrijd op basis van de structuur van voetballen

het onderscheid te maken tussen coachen met het gewenste resultaat

en coachen zonder het gewenste resultaat

dat het coachen van spelers gericht moet zijn op dat wat je ziet

op welke wijze je kunt coachen (complimenten geven, vragen stellen,

aanwijzingen geven)

Waar voer je de

opdracht uit?

Tijdens een wedstrijd van een pupillenteam

Hoe voer je de

opdracht uit?

Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd:

Bestudeer ‘van wedstrijd naar training in 3 stappen’ (zie bijlage),

tijdens deze opdracht staat stap 1: lezen van voetballen centraal

Lees op basis van aanvallen en verdedigen de eerste helft (wat zie

je?)

Registreer wat je ziet: beschrijf de meest voorkomende situaties

(algemene uitgangspunten en voetbalhandelingen) in het aanvallen en

verdedigen

Observeer tijdens de tweede helft de trainer en schrijf de meest

gemaakte coachopmerkingen op (verdeel dit in aanvallen, verdedigen

en overige opmerkingen)

Bepaal of de coachopmerkingen ook gericht zijn op de meest

voorkomende situaties die je in de eerste helft hebt geregistreerd

Beschrijf of de opmerkingen het gewenste effect hebben (is er

gedragsverandering bij de spelers te zien?)

Scoor de goede coachopmerkingen (met het gewenste effect) met een

+ (plus) en de minder goede met een - (min)

Let ook op de manier waarop de coach de spelers probeert te

beïnvloeden (hoe gaat de coach met zijn spelers om: geeft de coach

veel complimenten?)

Trek conclusies: omschrijf de reden waarom je een coachopmerking/

het coachen goed of minder goed vindt

Wat moet de

opdracht

opleveren?

Opsomming van wat je hebt gezien (objectief) in het aanvallen en

verdedigen in de eerste helft

Verdeel dit in algemene uitgangspunten (team) en voetbalhandelingen

(individuen)

Opsomming en waardering van coachopmerkingen en het effect van

deze opmerkingen (wat heeft het opgeleverd?)

Beschrijving van de manier waarop de coach de spelers beïnvloedt

(hoe gaat de coach met de spelers om?)

Vertaling van wat je hebt gezien en gehoord naar je eigen handelen

als trainer-coach (wat ga jij nu doen als je gaat coachen?)