Table of Contents Table of Contents
Previous Page  10 / 13 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 13 Next Page
Page Background

-

heeft kennis van KNMP zelfzorgstandaarden

-

heeft specialistische kennis van zelfzorgmiddelen

-

heeft specialistische kennis van generiek voorschrijfbeleid en de gevolgen

-

heeft specialistische kennis van het bevorderen van therapietrouw

-

heeft specialistische kennis van medicatieveiligheid binnen de verantwoordelijkheid van de

doktersassistent

-

kan het onderscheid benoemen tussen de generieke geneesmiddelen, de werkzame stoffen en de

verschillende toedieningsvormen

-

kan communicatievaardigheden toepassen gericht op het bevorderen van therapietrouw en de

daarbij behorende culturele invloeden

-

kan adviesvaardigheden toepassen ten aanzien van het gebruik van medicatie en zelfzorgmiddelen

Inleiding:

Een doktersassistent geeft voorlichting over de werking en het gebruik van geneesmiddelen om

therapietrouw te bevorderen. Zij bespreekt voor- en nadelen, vraagt naar ervaringen en onderzoekt welke

ondersteuning de patiënt nodig heeft om het geneesmiddel volgens voorschrift te gebruiken.

Opdracht 1.

Oefen het voeren van gesprekken met patiënten over therapietrouw patiënten.

In het gesprek komen onderstaande items aan de orde:

voorlichting over de werking van het geneesmiddel

het belang van therapietrouw

eventuele bijwerkingen van het geneesmiddel

ervaringen van de patiënt met het geneesmiddel

ondersteuningsbehoefte van de patiënt ten aanzien van het geneesmiddel

Opdracht 2. Do’s en Don’t bij het voeren van gesprekken

Bespreek minimaal drie gevoerde gesprekken met je begeleider en vraag om feedback. Maak naar aanleiding

hier van een lijstje met Do’s en Dont’s bij het voeren van gesprekken over therapietrouw.

Resultaat: De doktersassistent heeft een bijdrage geleverd aan het bevorderen van therapietrouw gebruik

van geneesmiddelen door patiënten.

Bewijsstukken:

Do’s en Dont’s bij het voeren van gesprekken over therapietrouw.

Oriënteren

Zorg dat je goed weet wat er van je verwacht wordt. Lees de opdrachten en feedbacklijst. Beantwoord de

volgende vragen:

Welke kennis heb je over therapietrouw?

Welke kennis heb je over de werking en het gebruik van geneesmiddelen.

Ga na welke vragen je kunt stellen om een patiënt om de motivatie te achterhalen?

Ga na hoe je kunt achterhalen of de informatie is begrepen?

Ga na hoe je met weerstand of problemen met het gebruik van geneesmiddelen kunt omgaan.

In het kort:

Oriënteer je, hoe je therapietrouw kunt bevorderen.