CZW20120062 - page 56

ONDERWIJSASSISTENT 4 - Fase 1, 2 EN 3
54
7.2 Inhoudelijke toelichting op de fase-indeling
De opbouw van de fase-indeling is gebaseerd op:
Basale vaardigheden van de onderwijsassistent verkennen en
uitvoeren. Je kunt hierbij denken aan: het op orde houden
van de klas, zorgdragen voor het klaarzetten en opruimen van materialen en middelen.
Observeren en rapporteren, voorlezen, vertellen, individuele leerlingen ondersteunen,
geruststellen, op weg helpen, complimenten geven en administratieve werkzaamheden
zoals nakijken en cijfers noteren op de wijze zoals gebruikelijk is in je BPV.
In fase 2 ontwikkel je de vereiste competenties binnen de
werkprocessen verder. Je bouwt verder aan je opgedane
kennis, houding en vaardigheden in fase 1. Naast de voorbereiding en assistentie bij
lesonderdelen, verdiep je jouw didactisch handelen. Hoe stuur ik leerlingen aan, hoe
leg ik iets helder uit, hoe ga ik om met verschillen tussen leerlingen en hoe stem ik
mijn didactisch handelen daarop af? Hoe stimuleer ik leerlingen om zelf oplossingen te
zoeken voor dingen die ze niet begrijpen? Je werkt mee aan thematisch onderwijs en
een activiteit zoals de straatspeeldag, het schoolreisje of het schoolkamp.
In fase 3 neemt de complexiteit verder toe. Je brengt
verdieping aan in je didactische en pedagogische kennis
over kinderen die extra zorg vragen. Je toont competenties aan in de begeleiding van
kinderen met leer- en gedragsstoornissen. Wat vraagt dit kind van mij en hoe kan ik dit
kind verder helpen? Ook staat de professionalisering van jezelf en jouw bijdrage aan de
kwaliteitszorg binnen je praktijkschool centraal.
1...,46,47,48,49,50,51,52,53,54,55 57,58,59,60,61,62
Powered by FlippingBook