CZW20120062 - page 51

KOMPAS
49
Geef per opdracht aan:
• Wat ga je doen?
• Waar, in welke context?
• Wie zijn erbij betrokken?
• Wanneer?
• Welke hulpmiddelen?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht
A
.
• Welke activiteit gaan jullie doen en wanneer?
• Wie en wat hebben jullie hierbij nodig?
• Waar gaan jullie deze activiteit doen?
• Wanneer gaan jullie de activiteit doen?
• Hoe zorg je voor je eigen aandeel?
• Welke afspraken maak je hierover in de groep?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht
B
.
• Wat heb je nodig om een samenwerkingscontact op te stellen?
• Wanneer hebben jullie de groepsregels en het samenwerkingscontract klaar?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht
C
.
• Wanneer maak je afspraken om het werkplan te maken?
• Wat moet er in het werkplan komen?
• Wie kan je helpen bij het maken van een werkplan?
• Hoe kom je tot een evenredige verdeling van taken?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht
D
.
• Wie houdt het logboek bij?
• Wie maakt de agenda’s en de notulen?
• Wat moet er in de notulen staan?
• Wanneer moeten de notulen klaar zijn?
Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht
E
.
• Welke leerervaringen heb je gehad?
• Welke rol heb je hierin gehad?
• Wat is de STARRT-methode?
Als jij en je begeleider tevreden zijn over de planning, dan ga je naar de volgende stap.
1...,41,42,43,44,45,46,47,48,49,50 52,53,54,55,56,57,58,59,60,61,...62
Powered by FlippingBook