31
Werkprocessen en prestatie-indicatoren:
onv. vold. Opmerkingen
2.3 Stuurt de eigen
loopbaan en on-
derneemt acties
die daarbij nodig
zijn
Onderzoeken van de consequenties van je
toekomstige keuze en acties.
De consequenties betrekken in de sturing
van je loopbaan.
Plan van aanpak voor leggen aan je eigen
relaties, zodat deze je kunnen helpen met het
vinden van passend werk.
Onderkennen en accepteren van
voordurende veranderingen in beroepseisen
en beroepsuitoefening, en het plan van
aanpak hier op aanpassen.
Initiatief nemen in het sturen van je loopbaan
tijdens functioneringsgesprekken.
Je zelf melden als er nieuwe ontwikkelingen
zijn
Een keuze maken om je eigen loopbaan
verder te ontwikkelen.
Laten zien dat je achter je keuze staat, door
acties te ondernemen zoals solliciteren.
4.1 Gedraagt zich
als werknemer bij
het uitvoeren van
het werk
De tijd nemen om regels en procedures te
leren kennen.
Handelen naar regels en procedures, zodat
anderen tevreden zijn over je werk.
Aangeven wanneer gangbare waarden en
normen overschreden worden.
Kwaliteitseisen van de organisatie kennen
Je eigen werk aan de kwaliteitseisen laten
voldoen
Feedback vragen van collega's om het eigen
gedrag en functioneren aan te passen.
Productief blijven in een stressvolle
omgeving.
Kritiek zien als een suggestie voor
verbetering
Je grenzen bij kritiek aangeven.
Verwoorden van het belang van je zelf en van
het werk.
Op de hoogte blijven van veranderingen in de
arbeidsorganisatie en onderkent hierbij de
gevolgen voor jezelf.