58
De beoordeling vindt plaats op basis van de in de beoordelingstabellen genoemde
criteria en/of op basis van de instructie, die je voor het maken van het product hebt
ontvangen.
De producten worden beoordeeld met:
O
= onvoldoende
V
= voldoende
G
= goed
Als alle producten van een projectfase met een voldoende of goed zijn beoordeeld,
krijg je voor deze fase een GO. Als alle fasen een GO hebben, is het project gereed.
De beoordeling van de producten wordt vastgelegd in de monitor. Daarin kun je
zien wie er beoordeeld heeft en wat het resultaat is.
5.3 Beoordeling van competent gedrag
Bij elk van de competenties bij een werkproces staat in de tabel onderaan een fase,
aangegeven wat het gewenste resultaat moet zijn en welk competent gedrag van je
wordt verwacht.
Voor de beoordeling van de mate waarin je competent bent, wordt gelet op de
kwaliteit van producten die je levert en op je gedrag. De bepalende producten staan
in de tabel onderaan de projectfasen.
Om je gedrag vast te stellen, zullen je begeleiders jou bij het werken aan deze
projectwijzer observeren. Ze kijken of je op een competente wijze werkt. Voor de
beoordeling worden de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier gebruikt.
Deze indicatoren staan onder elke projectfase in een tabel.
Tevens wordt er naar jouw werkhouding gekeken en naar de mate waarin jij je
kennis en vaardigheden juist inzet. Het kan zijn dat er ook aan medestudenten,
collega’s of aan jou zelf gevraagd wordt een beoordeling te geven.
In een aantal gevallen wordt één van de aanvullende beoordelingsmethoden
ingezet:
• Reflectieverslag
• Beoordelingsgesprek
• Presentatie
Competenties worden beoordeeld met
O - V – G
.
O
Onvoldoende aangetoond
Het gewenste resultaat is onvoldoende en/of je laat het gewenste gedrag
onvoldoende zien en/of je zet onvoldoende kennis en/of vaardigheden in.