CZW20120184 - page 8

VERZORGENDE-IG - Fase 3
6
Je hebt inzicht in het niveau van functioneren van iedere cliënt aan wie je zorg verleent. Op
basis van dit inzicht stimuleer je de zelfredzaamheid van de cliënt bij de basisbehoeften zoals:
eten, drinken, persoonlijke hygiëne, activering en sociale contacten. Waar het zelfzorgvermogen
tekort schiet, neem je de zorg over.
Je observeert de cliënt al dan niet met gestandaardiseerde lijsten. Door middel van die observatie
breng je het functioneren van de cliënt objectief in beeld. De geobserveerde gegevens rapporteer
je in het zorgdossier op demanier die in je BPV gebruikelijk is, ondersteundmet kennis die je in
je opleiding hebt opgedaan. Als er bijzonderheden zijn, onderneem je acties, bijvoorbeeld het
consulteren van collega’s, verpleegkundige, (ortho)pedagoog of arts. Je geeft informatie, advies
en instructie aan de cliënt, diens mantelzorger of wettelijk vertegenwoordiger.
Veel cliënten wonen in groepen. Je beïnvloedt het groepsproces. Je stimuleert het sociale aspect
van het functioneren van de cliënt. Je biedt passende begeleiding en indien nodig schakel je het
sociale netwerk van de cliënt of andere zorgverleners in.
Het wonen in een zorgvoorziening is voor de cliënt en diens medebewoners vaak een langdurige
en niet altijd vrijwillige situatie. Het leven heeft in principe dezelfde aspecten als elders. Er
worden verjaardagen gevierd, de feestdagen geven het huis een bepaalde sfeer, er komt bezoek
en er wordt op vakantie gegaan. De cliënten worden waar mogelijk betrokken bij huishoudelijke
taken, mensen gaan naar het werk, school of dagbesteding. Er zijn vormen van vrijetijdsbesteding
die kleur en plezier aan het bestaan geven. Maar ook verdrietigemomenten komen voor in het
leven, zoals afscheid nemen en ruzie hebben. Je probeert het groepsdynamische proces zodanig
te beïnvloeden dat iedere cliënt zich prettig en thuis voelt. Als verzorgendemaak je deel uit van
het dagelijkse leven van de cliënt met een verstandelijke beperking. Jouw aanwezigheid is van
invloed op het sociaal-maatschappelijke verkeer. Soms ben je de enige schakel met de wereld
buiten de voorziening. Ook al vorm je samenmet de groep cliënten een hechte eenheid, je hebt
altijd een professionele relatiemet de cliënt(en). Dit betekent een verantwoord evenwicht tussen
afstand en nabijheid.
Onderstaande voorbeelden geven weer wat jij als verzorgende in de zorg voor mensenmet een
verstandelijke beperking kunt tegenkomen.
Laura werkt als verzorgende in een grote intramurale instelling voor mensenmet een
verstandelijke beperking. De instelling is van oudsher mooi gelegen in de uitgestrekte
bossen en landerijen buiten de stad. Daar zijn de laatste jaren kleinere woonunits
gecreëerd, met groepen van gemiddeld acht personen. Iedere cliënt heeft een eigen kamer
met voorzieningen. Op de groep ‘Oker’ woont Marjolein samenmet zeven andere bewoners.
Marjolein is een nieuwsgierigmeisje van 13 jaar. Ze heeft het Cornelia de Lange syndroom.
Iedere dag brengen nieuwe ervaringen voor Marjoleinmet zichmee. Al schuivend op haar
billen, want lopen lukt haar niet, verkent Marjolein de woonruimte om zich bij het raam op
te trekken aan de vensterbank. Speciaal voor Marjolein is deze voorzien van een extra rand,
voor meer grip. Ze kijkt een tijdje gefascineerd naar buiten om zich daarna weer op haar
billen te laten zakken voor een andere, nieuwe ontdekking.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,...22
Powered by FlippingBook