VERPLEEGKUNDIGE - FasE 2
8
E. Uitvoering verpleegtechnische handelingen
Je voert de volgende verpleegtechnische handelingen volgens protocol uit. Beschrijf per
handeling de feedback van je begeleider en formuleer vervolgens leerdoelen voor de volgende
keer dat je deze handeling uitvoert.
• Voorbehouden handelingen
–
subcutaan injecteren
–
intramusculair injecteren
–
intraveneus injecteren
–
een perifeer infuus inbrengen
–
maagsonde inbrengen
–
katheteriseren van de blaas bij man en vrouw
–
uitvoeren van een venapunctie
–
hielprik bij neonaten
• Verpleegtechnische handelingen
–
medicijnen controleren, registreren en distribueren
–
medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via
de slijmvliezen
–
toedienen van zuurstof
–
vloeistoffen via een perifeer infuus toedienen
–
geneesmiddelen in opgeloste vorm toedienen via een infuussysteem/
toedieningssysteem (pomp, kolf, zakje)
–
sondevoeding toedienen
–
een voedingspomp bedienen
–
stoma verzorgen
–
suprapubische katheter verzorgen en verwisselen
–
een infuuspomp en een spuitpomp bedienen
–
verzorgen van rode en gele en zwarte wonden en wondenmet hechtingen
–
verzorgen van eenmaagsonde en een blaaskatheter
–
zwachteltechnieken toepassen
–
hechtingen en tampons verwijderen
–
blaasspoeling uitvoeren
–
mond- en keelholte uitzuigen
–
verzamelen vanmonsters ten behoeve van diagnostiek (steriel en niet-steriel
materiaal)
–
lichaamstemperatuur regelen door middel van koude- of warmtebehandeling.
–
eerste hulp (somatisch) verlenen bij: verwondingen, vergiftigingen, verstikking,
verslikken, en bij ademstilstand en circulatiestilstand