Table of Contents Table of Contents
Previous Page  135 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 135 / 290 Next Page
Page Background

D-pupillen

|

135

Een ideaal middel om vanuit een bepaalde basistaak te leren spelen, is het

oefenen in partijvormen van 4 tegen 4 of een vereenvoudiging hiervan.

In 4 tegen 4 zit alles wat spelers nodig hebben, het is de essentie van het

voetballen. Opgesteld als een ruit ervaren de vier spelers snel de relatie met

hun rol in de opstelling op zaterdag. Zo kan het ene team bestaan uit een

centrale middenvelder, de twee vleugelspitsen en de spits. Het andere team

uit een centrumverdediger, de linker- en rechtervleugelverdediger en een

centrale middenvelder. In een oefenvorm als ‘4 tegen 4 lijnvoetbal’ doet

zich dan vaak de situatie voor van bijvoorbeeld een linkervleugelspits tegen

een rechtervleugelverdediger.

Bij de F- en E-pupillentraining was het ontwikkelen van technische basis­

vaardigheden belangrijk, en dat is bij de D-pupillen niet anders. Maar het

accent verschuift. Bij de F-pupillen lag de nadruk op het doelgericht leren

handelen met de bal. Bij de E-pupillen op het doelgericht samenspelen: het

handelen met en zonder bal, de individuele keuzes en het onderling

afstemmen. Bij de D-pupillen staat centraal dat dit alles steeds meer

gebeurt vanuit een bepaalde basistaak in het team.

In voetbalvormen als 4 tegen 4 belanden spelers vaak in een situatie om

voetbalhandelingen te oefenen. Situaties, waarin ze zelf moeten kiezen. De

bal aannemen, dribbelen en schieten? Of een ander aanspelen en zelf

doorlopen? Zo ontwikkelt zich het spelinzicht. Inzicht in medespelers en

tegenstanders, in ruimte en tijd – handelingssnelheid.

Wil je een bepaalde voetbalhandeling bij het opbouwen vaker aan de orde

later komen? Dan varieer je vanuit het 4 tegen 4 bijvoorbeeld op de manier

van scoren, om zo de spelers te beïnvloeden in hun handelen. Moeten ze

van jou beter leren aannemen en passen? Kies dan voor 4 tegen 4 met 4

kleine doeltjes. Wil je het dribbelen verder ontwikkelen? Dat kan het beste

in 4 tegen 4 lijnvoetbal, waarbij ze moeten scoren door met de bal over een

lijn te dribbelen.

Hoe meer van deze prikkels in een uurtje training, hoe meer ze leren. En

hoe groter de kans dat ze aan het eind van deze laatste pupillenperiode op

een volwaardige manier een partijspel 11 tegen 11 kunnen spelen.