![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0143.jpg)
D-pupillen
|
141
Om het storen en voorkomen van doelpunten te verbeteren, kun je kiezen
uit een van deze vijf doelstellingen:
1
verbeteren van het storen van de opbouw van de tegenpartij en het op
het juiste moment veroveren van de bal;
2
verbeteren van het voorkomen van dieptespel in de opbouw van de
tegenpartij en het beter verdedigen nadat de bal door de tegenpartij is
diep gespeeld;
3
verbeteren van het verdedigen in de één tegen één situatie en het op het
juiste moment veroveren van de bal;
4
verbeteren van het storen van de opbouw waardoor de tegenpartij niet zo
makkelijk een voorzet kan geven en het voorkomen van doelpunten
wanneer de tegenpartij een kans krijgt.
5
verbeteren van het storen van de opbouw van de tegenpartij en het
voorkomen van doelpunten.
Voor D-pupillen is het nog niet relevant om specifiek te trainen op de derde
teamfunctie: het omschakelen. Ze moeten eerst leren hoe ze vanuit een
bepaalde taak binnen het team samen kunnen aanvallen en verdedigen.
Natuurlijk eindigt na het veroveren of verliezen van de bal het spel niet. Als
in een training de opbouw centraal staat, moet de tegenpartij bereid zijn
goed te storen. Zij blijven alleen gemotiveerd als ze na verovering van de
bal kunnen scoren. Beide teams oefenen zo impliciet op het omschakelen.
Vergeleken met E-pupillen mag je wat betreft het samen snel omschakelen
wel hogere eisen stellen.